Gazet van Antwerpen Stad en Rand
IS treft vijand Iran in het hart
Voor het eerst heeft Islamitische Staat (IS) een aanslag kunnen plegen in Iran. Bij een aanval op twee symbolische plaatsen in de hoofdstad Teheran, het parlement en het mausoleum van ayatollah Khomeini, vielen twaalf doden.
Iran is de aartsvijand van IS: de jihadi’s van IS zijn soennieten, terwijl in Iran voor het overgrote deel sjiitische moslims leven.
Het geweld begon toen vier vrouwen om 10.30u aan de poorten van het Iraanse parlement aankwamen. Plots haalden ze kalasjnikovs boven en begonnen ze te schieten. Het bleken vier verklede mannen te zijn. Het parlement is een van de strengst beveiligde gebouwen van Iran. Toch leken de veiligheidsdiensten compleet verrast en konden de vier jihadisten het gebouw binnendringen. Ze schoten op alles wat bewoog. Hun slachtoffers probeerden in paniek via de ramen te vluchten.
Tot in het parlementaire halfrond, waar de 290 parlementsle- den bijeen zaten, raakten de terroristen niet. Eén aanvaller zou daarom opnieuw de straat zijn opgelopen en opende daar het vuur op voorbijgangers. De overige terroristen hielden in het gebouw een groep mensen gegijzeld. Een van hen zou zich op de vierde verdieping hebben doen ontploffen. Pas na 16u hadden de veiligheidsdiensten de situatie onder controle. Alle vier de schutters werden gedood. Ze maakten elf dodelijke slachtoffers.
Om 11u weerklonken 20 kilometer verderop ook schoten aan het mausoleum van de overleden ayatollah Ruhollah Khomeini, die de Islamitische Republiek in 1979 oprichtte. Twee gewapende mannen probeerden het gebouw binnen te dringen en ook hier blies zeker een van hen zichzelf op. Er viel één slachtoffer, een bewakingsagent.