“Munch, Goya en Rops bieden troost in harde tijden”

REDER HARRY RUTTEN OPENT MUSEUM DE REEDE TEGENOVER HET STEEN GEWIJD AAN GRAFIEK

Vlak tegenover Het Steen opent zaterdag Museum De Reede. Gepensioneerd reder Harry Rutten deelt er zijn collectie grafiek van Edvard Munch, Félicien Rops en Francisco Goya met het grote publiek. Als eerste tijdelijke expo brengt hij recente aanwinsten van Belgische meesters van Rik Wouters tot Fred Bervoets. “De wereld is een warboel. Een museum kan rust en troost bieden”, gelooft Rutten.

In Antwerpen krijgen opvallende privémusea gestalte. Maurice Verbaet opende vorig jaar zijn art center gewijd aan naoorlogse Belgische kunst en in het najaar krijgt de Axel Vervoordt Foundation een vaste stek in Wijnegem. In de Katoen Natie breidt Fernand Huts zijn Phoebus-collectie steeds verder uit. En dit weekend gaat De Reede van start, het geesteskind van de Nederlander Harry Rutten, die carrière in de tankscheepvaart maakte.

“Aan een museum heb ik aanvankelijk nooit gedacht. Er zat zelfs geen zorgvuldig uitgestippeld beleid in mijn verzameling”, zegt Harry Rutten. “Het begon omdat ik aangesproken werd door een prent, die ik graag mee naar huis wilde nemen om lang en veel te bekijken. Een daarna kwam er nog één.”

ROPS, MUNCH EN GOYA

Het verzamelen begon in Brussel waar Rutten in 1986 kwam wonen. De artiest die hem het meest aansprak was Félicien Rops (1833-1898). Zijn spottende, decadente en maatschappijkritische grafiek was toen nog volop en voor slechts enkele honderden euro te koop.

Voor onderhandelingen moest hij maandelijks naar Noorwegen, waar hij gefascineerd geraakte door Edvard Munch (18631944). Een bezoek aan het National Museum en het Munch Museet in Oslo stonden steeds op het programma. Omdat vrienden

FOTO'S VICTORIANO MORENO