Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Rode Duivels nog niet gelukkig in Estland
De Rode Duivels in Estland, dat is geen hoera-verhaal. Eén keer wonnen ze nipt, de tweede keer verloren ze.
In 2002 speelden de Duivels een eerste keer in Estland, dat als ex-Sovjet-republiek sinds zijn herkregen onafhankelijkheid in 1991 pas voor het WK 1994 zijn eerste kwalificatiewedstrijd speelde. Bijna vijftien jaar geleden betrof het een wedstrijd in de voorronde van het EK 2004, dat de Rode Duivels zouden missen. Het was oktober, het sneeuwde en daar zag je al dat na de WK 2002-generatie Wilmots-Verheyen-Walem een gat gaapte. Wesley Sonck scoorde na twee minuten al de 0-1, maar daarna was het beven tegen de voetbaldwerg.
Werd er toen nog wel gewonnen, dan gingen de Duivels zeven jaar later zelfs onderuit. Het werd 2-0 in de tweede wedstrijd van de nieuwe bondscoach Dick Advocaat. Estland bivakkeerde toen rond de 100e plaats op de wereldranglijst en het woord ‘afgang’ was zelden zo goed gekozen. Huidige Duivels als Jan Vertonghen, Thomas Vermaelen, Mousa Dembélé en Kevin Mirallas stonden in de basis. Op de bank zaten Eden Hazard en Toby Alderweireld. Tot daar aan toe. Maar het team werd ook bevolkt met Logan Bailly, Gill Swerts, Gaby Mudingayi en Roland Lamah. Spelers van wie later is gebleken dat ze het internationale niveau niet haalden. Net als Landry Mulemo – wie kent die nog? – die op de bank zat.