Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Iedereen houdt van een beetje circus, toch?”

-

Met Rammstein heeft de organisati­e van Graspop vanavond een tot de verbeeldin­g sprekende topact op het podium staan. De Duitse metalgroep die bekend staat om haar spectacula­ire liveshows sloot eerder al vijf keer Rock Werchter af, en blijft ook vandaag enorm populair. “Logisch”, vindt frontman Till Lindemann. “Iedereen houdt van een beetje circus, toch?”

Op creatief vlak maakt Rammstein al enige tijd pas op de plaats. De groep werkte met Paris nog wel aan een bioscoopfi­lm en bracht daar zopas ook een gelijknami­ge live-plaat van uit, maar de recentste studioplaa­t met écht nieuw werk dateert inmiddels al van acht jaar geleden. Ook de opnamen van die concertfil­m vonden eigenlijk al in 2012 plaats. Intussen heeft Rammstein meer dan dertig nieuwe songs klaar, maar wanneer de zevende cd verschijnt, blijft een open vraag.

Intussen startte zanger Till Lindemann (54) samen met gitarist Peter Tägtgren het zijproject Lindemann op, en ook medeoprich­ter Richard Z. Kruspe tourde met zijn hobbyband Emigrate. “Het is niet ongewoon dat we af en toe een break inlassen wanneer iemand uit de band even behoefte heeft aan wat anders”, stelt Lindemann. “Het is een van de redenen waarom we na 23 jaar nog steeds in dezelfde bezetting bij elkaar zijn. Hoeveel bands doen ons dat na?”

Ondanks het feit dat Rammstein miljoenen platen verkoopt en met gemak de grootste concertzal­en vult, ziet Lindemann nog een reden. “We hebben dit nooit voor het geld gedaan. ’t Is ons puur om het plezier te doen. In die zin stappen we in de voetsporen van de dadaïsten uit het begin van de vorige eeuw. Tot op dat moment werd een kunstenaar als iemand beschouwd die moest lijden voor zijn kunst. Maar de dadaïsten amuséérden zich gewoon. Nu wil iedereen vooral zo snel mogelijk zoveel mogelijk cash op de bank. Wij zijn gezegend dat we kunnen leven van onze muziek. ‘t Is niet dat ik niets anders kan: voor Rammstein heb ik in de bouw gewerkt. Al lijkt het me geen aanlokkeli­jke gedachte om terug met een veiligheid­shelm op een stelling te gaan staan. En dan maar aan de collega’s uitleggen dat ik ooit een rockster ben geweest. Of terwijl ik dakpannen aan het leggen ben de hele tijd herkend worden door voorbijgan­gers: hey you Rammstein

motherfuck­er! Ik zie het zo voor me. Nee,

bedankt.”

WAT EEN LEVEN

Op de vraag hoe zijn leven er vandaag zou uitzien mocht het toch niet gelukt zijn in de muziek, haalt Lindemann zijn schouders op. “Het zou nooit zo goed kunnen zijn geweest. Ik reis de hele wereld af, mag op geweldige plekken spelen, logeer in dure hotels en eet in de beste restaurant­s. En tijdens interviews mag er al eens gelachen worden. Echt: ik dank elk dág voor dit leven. Natuurlijk, af en toe is het klote dat je om vier uur ’s nachts je nest uit moet omdat je later op de dag in een ander land een paar journalist­en moet te woord

staan. Maar zelfs na een dag vol interviews ga ik achteraf toch met een voldaan gevoel slapen.” Lindemann – letterlijk een reus van een vent – is geenszins het soort figuur waar je slaags mee wil geraken tijdens een uit de hand gelopen nachtje

stappen, maar tegelijk ziet hij er in de dagelijkse omgang niet uit als een beul. Terwijl zijn publieke imago wél dat beeld oproept.

“Op het podium en in videoclips vertolken we een personage. Je hebt een normaal leven nodig om dit vol te houden, en ik breng mijn werk niet mee naar huis. Daarom is het goed om een familie te hebben die erover waakt dat ik me zélf niet als mijn personage begin te gedragen. Ik heb ook al mijn vrienden van vroeger nog. Dat helpt ook als reality check. Ik vind het nog steeds leuk om nieuwe mensen te ontmoeten, al kan ik ze meestal meteen lezen. Ik voel het automatisc­h als ze een verborgen agenda hebben.”

Lindemann was in het verleden al vaker in Antwerpen, en komt hier graag. “Veel joden. Veel diamant. Je voelt dat die stad lééft. Je hebt er ook wat monumenten met afgehakte handen. Ik ken de mythe over het ontstaan van de stad, maar zelf moet ik altijd aan jullie Leopold II denken. Die heeft destijds van duizenden slaven de handen laten afhakken. Omdat ze iets slechts hadden gezegd of niet hard genoeg werkten. Heel bizarre kerel. Leopold II is één van de grootste massamoord­enaars in de geschieden­is. Het zijn dus niet alleen de Duitsers die bloed aan hun handen hebben kleven. De Russen, de Fransen in Algiers… als je de geschieden­is bekijkt, merk je dat bijna elk land zijn eigen Hitler heeft gehad.”

“Ik wil Duitsland niet goed praten, hé? Ik ben geen fascist, ook al heeft men Rammstein vroeger vaak proberen weg te zetten als extreem-rechts. Onzin, natuurlijk. Voor die idioten hebben we nadien Links 2-3-4 geschreven. Nu, ik weet dat Antwerpena­ren die handen graag als een welkomstte­ken zien. Een hartelijke ‘landmark’ voor elk schip dat de haven binnenvaar­t. Maar eigenlijk is dat dus een perverse misvatting. Nu ik ben al lang blij dat die monumenten er staan. Het wil zeggen dat jullie dat gruwelijke verleden op z’n minst onder ogen zien, iets wat in Duitsland nog altijd veel minder vanzelfspr­ekend is.”

 ?? Till Lindeman: “Ik breng mijn werk niet mee naar huis.” ??
Till Lindeman: “Ik breng mijn werk niet mee naar huis.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium