Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ga mijn eigen songs coveren”
Arno met nieuwe groep Tjens Matic op de Lokerse Feesten
Zou er vandaag een actievere 68jarige rondlopen dan Arno Hintjens? ‘Le Plus Beau’ tourt deze zomer nog steeds door Europa met zijn alom bejubelde plaat Human
Incognito, werkt intussen aan een opvolger én heeft tussendoor ook een nieuwe band opgericht. Met TjensMatic staat hij straks op de Lokerse Feesten. “Ik mis de anarchie.”
Arno speelde naar eigen zeggen al langer met het idee om een aantal nummers uit zijn gevulde carrière nieuw leven in te blazen. Alleen had hij daarvoor een nieuwe band nodig. Die heeft hij nu, al duiken er wél vertrouwde gezichten in op. Drummer Laurens Smagghe en bassist Mirko Banovic zijn intussen oudgedienden, en ook gitarist Bruno Fevery zat al vaker met Arno in de studio, al is hij bij het grote publiek vooral bekend als snarentovenaar bij Arsenal, Meuris en Kyuss Lives.
Met Tjens-Matic brengt het viertal uitsluitend repertoire uit de twee vorige bands van Arno: Tjens-Couter en opvolger TC Matic. De eerste groep grossierde in de jaren zeventig vooral in zompige bluesrock, de tweede legde zich toe op hoekige eurofunk met een snuifje avant-garde. De nieuwe gelegenheidsband poetst klassiek songmateriaal als Bye Bye Till The Next Time, Le Java, Que Pasa en
Viva Boema op tot hedendaagse nummers. Noem het dus geen nostalgietrip, want daarvoor klinken de nieuwe pletwalsversies niet iets te krachtig.
“Dat was ook de bedoeling”, zegt Arno. “Ik wilde covers maken van mijn eigen nummers. En daarvoor had ik een kleine, strakke band nodig. Met heel luide, ruwe gitaren. Zonder synthesizers of keyboards. Als je ziet wat tegenwoordig rock-‘n-roll wordt genoemd… Er zit meer rock in een coiffeuse dan in al die jonge bands samen. ’t Zijn allemaal zo’n schone brave jongens nu. Ze hebben meer geld in hun kapsel en in hun kledij gestoken dan in hun muziek. ’t Klinkt
allemaal zo afge- likt, zo corporate. Echt: ik word daar impotent van.”
Dat dit project er net nu komt, is enigszins toevallig. De voorbije jaren werden zowel de oude platen van Tjens Couter als TC Matic weer op vinyl uitgebracht. Voor Arno – die de platen zélf niet meer in huis had – was het een hernieuwde kennismaking met zijn eigen verleden. En dat voelde blijkbaar niet onaangenaam.
DE PUNKPERIODE
“t Was heel bizar om mijn jongere ik bezig te horen. Ik was nog een schoon ventje toen, hé? Zelfs Coca-Cola Zero was nog niet uitgevonden. Eerlijk gezegd; ik was veel van die nummers al vergeten. Ik kreeg zélf een aanval van nostalgie. In die tijd stond rock-‘n-roll nog synoniem voor revolte. ’t Was de punkperiode. De menschen hadden daar schrik van. In sommige restaurants mochten we niet eens binnen, omdat onze attitude niet strookte met wat toen als de norm werd beschouwd. Het volstond dat je haar wat te lang was, en je werd weer aan de deur gezet.”
“Als ik nu die jonge gastjes hoor stoefen over hoe cool ze wel zijn, moet ik daar toch een beetje mee lachen. Negen keer op de tien klinken hun platen alsof ze in een sauna of een schoonheidssalon zijn opgenomen. Er zit geen power in. Waar is de anarchie? In de jaren zeventig was een rockgroep beginnen een manier om je tegen het systeem te keren. Eigenlijk hebben we nu veel méér revolte nodig dan toen. Maar wat gebeurt er? Niks.”
“Wij hadden destijds dynamiet in ons gat zitten. We speelden alsof we niets te verliezen hadden. En we hádden ook niks te verliezen. Er zijn zeker mensen die geld verdiend hebben aan Tjens-Couter en TC Matic. Alleen speelden ze niet in die groepen. Ik heb er alleszins nooit een cent aan verdiend. Dat kon me ook niet schelen, toen. Ik had het veel te druk met léven, toen. We leefden van de hemelse dauw, en voelden ons alsof we met ons gat in de boter waren gevallen. Dat vind ik trouwens nog steeds. Ik zou niet graag zeventien zijn vandaag. Die jonge gasten gaan niet meer op café. Ze leven achter hun laptop en praten met elkaar via de computer. Zelfs als ze naast elkaar zitten.”
THUIS OP DE TOURBUS
Voor Arno is het plezierig om met Tjens Matic uit een repertoire te putten dat hij lang links heeft laten liggen. En er was blijkbaar vraag naar, want wat aanvankelijk een éénmalig optreden zou worden in de kleine club van de Brusselse AB, is uitgegroeid tot een tournee die niet alleen halt houdt op de Lokerse Feesten, maar volgend voorjaar ook nog in Trix passeert. “Ik ben daar zelf van verschoten”, geeft hij toe. “Dat optreden in de AB was in dik drie minuten uitverkocht, en de reacties nadien waren unaniem lovend. En ik treed nog altijd graag op, hé. ’t Is beter dan thuis zitten koekeloeren, alleszins. Thuis loop ik de muren op. Da’s verschrikkelijk slecht voor mijn gezondheid. Eigenlijk is de tourbus mijn echte thuis. Daar voel ik me ’t meest op mijn gemak. Dus zolang ik het fysiek aankan, blijf ik op
het podium staan.”