Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Veel mogelijkheden in beperkte perimeter”
Filmmaker Jan Verheyen verhuisde zo’n tien jaar geleden uit Antwerpen, maar blijft voor zijn films terugkeren naar de stad. “Al is FC De Kampioenen de eerste film in tien jaar waarvan geen enkele scène is opgenomen in ’t stad.”
Dat Antwerpen zo geliefd is bij
b filmmakers komt voor een deel door productionele redenen, denkt Jan Verheyen. “Antwerpen ligt centraal. Als je gaat zoeken naar locaties, dan zit je vaak in de driehoek Brussel-Gent-Antwerpen. En dankzij de aanwezigheid van de Filmcel is Antwerpen het filmvriendelijkst. Daar zit ook een economisch aspect aan, natuurlijk. Hoe meer Antwerpen in films als aantrekkelijke stad wordt voorgesteld, hoe groter de kans dat kijkers er eens naartoe willen gaan. Bij Zot van A (2010) bijvoorbeeld, is de titel alleen al een droom voor citymarketing. Er werden naar aanleiding van de film zelfs wandelroutes uitgestippeld doorheen de stad. Bij een donkere thriller als Dossier K (2009) is de toeristische impact vermoedelijk eerder beperkt.”
Een ander voordeel van Antwerpen, is dat het een stad is met heel veel invalshoeken. “De Schelde doorkruist de stad en dat is visueel interessant, maar sowieso zijn er binnen een vrij kleine perimeter veel mogelijkheden”, zegt Jan Verheyen. “Zo heb ik al gefilmd in het stadspark, in een flatgebouw op het Kiel, op de Turnhoutsebaan en in de Statiestraat in Berchem. In Het Tweede Gelaat (release voorzien in oktober 2017, red.) speelt Antwerpen zelfs een grote rol. De kathedraal, de Vrijdagmarkt en een grote actiescène in de Charles De Costerlaan op Linkeroever. En voor Dossier K gingen we zelfs ondergronds in de Ruien. Het is grappig hoe mensen soms heel tof reageren als je filmt. Zo spoten we voor Zot van A een hele straat onder kunstsneeuw, en zetten de bewoners hun tuinstoelen buiten om met een drankje bij de hand naar de opnames te kijken. Maar op andere momenten veroorzaken we ook wel overlast, wanneer we een straat twee dagen afsluiten. Dan kan ik zeker begrip opbrengen voor de frustraties.”
Stad als personage
Ook bij andere regisseurs ziet de bekende filmmaker Antwerpen een belangrijke rol spelen en soms zelfs een soort personage worden. “Denk maar aan Any
Way The Wind Blows (2003) van Tom Barman of aan de Gaston en Leo-films uit de jaren 80, die bijna echte sinjorenfilms waren. En in de jaren 30, 40 en 50 had je de Antwerpse kluchtfilms, zoals
Schipperskwartier (1953) en Hoe zotter, hoe liever (1960) van Edith Kiel, met de Woodpeckers, de jonge Gaston Berghmans en Yvonneke Verbeeck in de cast. Bij mijn eigen films komt bij Zot van A, Los (2008), Dossier K en Het
Tweede Gelaat Antwerpen prominent in beeld. Het is grappig dat je me de vraag nu stelt, want de film van FC De Kampioenen, waar ik nu aan werk, is de eerste in tien jaar tijd waarvan geen enkele scene in Antwerpen is opgenomen. Dat beklaag ik me ook niet echt, met alle verkeersproblemen, maar dat is nu even een zure appel waar we allemaal door moeten bijten.” (bava)