Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wat loopt er fout aan Jan Delaetplein?
Jongeren voelen zich geviseerd door politie, ouderen vragen net fors signaal van die politie
MAROKKAANSE ONDERNEMER “De politie heeft voorbeeldig gehandeld tijdens de ramadan. Het zijn de jongeren die moeten beseffen dat zij niet de baas zijn op straat.”
13JARIGE
UIT BORGERHOUT “Zij zijn met vijf op een jongen zoals ik gesprongen, gewoon omdat hij ging lopen. Ik heb hem willen helpen en ik ben dus ook met een matrak geslagen.”
Als de politie met vijf man op een jongen van 13 vliegt die niks verkeerds heeft gedaan, dan schieten we die jongen te hulp. Dat is geen geweld tegen de politie, dat is wettige zelfverdediging!”
Borgerhout heeft bewogen, broeierige weken achter de rug. Er was de sluimerende drugsoorlog die als een veenbrand blijft smeulen in de wijken en de ramadan zette de verhoudingen op straat nog eens extra op scherp met vechtpartijtjes, steekpartijen en opstootjes met de politie als resultaat.
Het epicentrum van de problemen lijkt het Jan Delaetplein te zijn, een plein dat eigenlijk niemand wilde. “Het is geen echt plein, maar eerder een obstakel tussen vier straten”, zucht een Marokkaanse ondernemer. “Het hele concept van deze plek zit fout. De plantenbakken zijn vuilnisbakken. En het plein trekt baldadige jongeren uit andere wijken aan, omdat de politie door de plantenbakken en betonnen bankjes niet goed achter de jongeren aan kan gaan wanneer dat nodig is. Wie een film wil zien, gaat naar Kinepolis. Wie ambras wil zoeken met de flikken, gaat naar het Jan Delaetpleintje. Breek het af. Maak er een rond punt van. Ik zie het hier alleen nog maar goed komen als hier twee Belgische cafés zouden komen. Dan is er echte sociale controle, zoals aan het Krugerplein. De komst van de Belgische cafés is de redding van die buurt geworden. Ik stel mijn hoop echt in de Belgische nieuwkomers hier in de wijk. Heel tolerante, sociale mensen.”
De jongeren die rondhangen op het pleintje zijn nog zwaar aangeslagen door de gebeurtenissen van de voorbije dagen. Ja, ze zijn boos op de politie omdat er wapenstokken en pepperspray werden ingezet. Maar het gevoel dat overheerst, is angst. “Ja, ik ben doodsbang voor de politie. Bang dat ze me in een combi smijten en aan Spoor Oost wat lappen geven. En ja, ik ben bang voor hun matrakken. Gisteren ben ik 13 geworden en ik heb een keiharde klap op mijn been gekregen. In mijn ogen had ik niks misdaan. Zij zijn met vijf op een jongen zoals ik gesprongen, gewoon omdat hij ging lopen. Hij had niks fouts gedaan, hij stond gewoon te filmen. Is het normaal dat je met vijf op een 13-jarige springt en op hem begint te slaan en pepperspray naar hem spuit? Ik heb hem willen helpen en ik ben dus ook met een matrak geslagen.”
“Constante provocatie” b
“De politie provoceert ons constant. Ze rijden hier met open ramen rond en maken kippengeluiden. Tok, tok, tok. En dan maken ze er een groot spel van dat er drie eieren werden gegooid. Hier in de buurt vragen ze doorlopend en zonder aanleiding naar je identiteitskaart. Soms tot twee keer per dag. Ik kan er gewoon niet meer tegen.”
Een andere jongen zucht diep. “Er moet iets gebeuren”, zegt hij. “Als het zo verder gaat, loopt het fout. Nu hebben de jonge gasten nog schrik voor de politie, maar die schrik ebt langzaam weg. Op een dag gaan ze echt opstaan en terugslaan. Ik geef om deze wijk, ik woon hier graag. Ik zou hier nooit weg kunnen gaan.”
De Marokkaanse ondernemer is het niet eens met de jongere generatie. “Het is de taak van de politie om te controleren. Punt. Het wordt hoog tijd dat de politie laat zien wie hier de baas is op straat. De meeste ouders treden niet op tegen jongeren die over de schreef gaan. Ik zou zeggen: tijd voor een bombardement aan GAS-boetes. Dat is de enige aanpak die in mijn gemeenschap werkt: hen raken in hun portemonnee. Pas als het gedrag van hun kinderen geld begint te kosten, zullen ze hun kinderen aanspreken op hun gedrag.”
Drugsindustrie
De ondernemer zucht. De drugsindustrie heeft volgens hem veel kapotgemaakt in Borgerhout. “Wie vroeger een job van 2.000 euro per maand aangeboden kreeg, sprong een gat in de lucht. Nu trekken die gasten daar hun neus voor op, omdat ze op een andere manier veel meer kunnen verdienen. Deftige jongens die voor ingenieur studeren, vinden zelfs geen meisjes meer om mee te trouwen, want de meisjes trouwen niet meer. Die kiezen voor een vriendje van wie ze 1.000 of 2.000 euro per week krijgen om te shoppen. Daar gaat onze samenleving en deze buurt aan kapot. Er is geen respect meer, jongeren kijken op naar de verkeerde rolmodellen. Wat denk je dat het effect is van deze incidenten op jongetjes van 5 of 6 jaar die hier op het plein rondhangen? Ik ga eerlijk zijn: ik zoek naar een andere locatie voor mijn zaak. Als het kan, ben ik hier weg.”
Een van de jongeren uit de buurt daagt op met zijn parkiet, Chico. “De mascotte van Borgerhout”, grapt hij. Net als alle anderen wil hij niet met zijn naam in de krant. “Wij willen die problemen niet. Wij willen ook dat het hier weer rustig wordt.”