Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Het zijn mama’skindjes,meneer”

Lieve Van Cauteren, fiere moeder van Belgisch kampioen Oliver en Lawrence Naesen

- BRAM VANDECAPEL­LE

Zeven jaar geleden hoopte ze dat zoonlief eens een koers zou uitrijden. Sinds zondag is Lieve Van Cauteren (56) de kampioenen­mama. Oliver Naesen werd Belgisch kampioen. Zijn twee jaar jongere broer Lawrence maakt reuzenspro­ngen voorwaarts en staat op de verlanglij­stjes van vele grote ploegen.

“Ja. Ik heb twee kastaars in huis,

b he”, giechelt Lieve Van Cauteren. Haar timbre is nog wat hees. Het kampioenen­feestje in Café ’t Zolderken heeft haar stem gekelderd. “Zo geroepen dat ik heb gedaan. Verdorie, Oliver. Zo met uw krachten

woekeren. Maar op het einde was hij toch nog de beste.”

Lieve Van Cauteren haalde het einde van haar werkdag op de administra­tie van de Sociale Huisvestin­g in Berlare niet. “Ik lag pas om half drie in mijn bed en werd om acht uur al op de bureau verwacht. Na de middag heb ik toch een halve dag vakantie gevraagd.”

Bruine gordel in judo

Haar collega’s zagen er geen graten in. Als mama maak je het niet elke dag mee dat je zoon de kampioen van België wordt. En zeker niet in het wielrennen.

“Lang was er van de koers in huis weinig sprake. Lawrence is nog maar drie jaar echt met de koers bezig. Oliver is ook pas laat begonnen. Hij heeft lang judo beoefend. Hij is zelfs tot de bruine gordel geraakt. Maar voor de zwarte gordel moest hij naar een andere sporthal en dat wilde hij niet. En plots zei hij: Mama, ik wil

koersen. Koersen? Ik stond er echt niet om te springen. Ik kende er niks van. En geef toe: als ouder zijn er leukere dingen om in een weekend te doen dan langs de kant van de straat op een klapstoelt­je een boekske te zitten lezen. Want als het peloton passeerde, herkende ik Lawrence of Oliver nooit. En het is niet dat ze veel prijzen pakten. Tot zeven jaar geleden was het hopen dat Oliver eens een wedstrijd kon uitrijden. Ik was lang geen fan van de koers. En ook al dat materiaal in huis...”

Aan de wasdraad in de keurig onderhoude­n, met palmbomen versierde tuin hangen de koersbroek­en, kousen alsook de Belgische driekleur te drogen. Zowel de 26-jarige Oliver als de 24-jarige Lawrence wonen nog thuis.

“Ik heb er geen enkel probleem mee. Waarom ook niet? Lawrence heeft nog geen vast lief... Allez, toch niet dat ik weet. Ze weten dat ze mij alles mogen zeggen, maar het is misschien maar goed dat ik maar de helft weet van wat die sjarels uitspoken. Oliver en Dorien zullen weldra gaan samenwonen. Maar alles op zijn tijd. Ik heb ze graag dicht bij mij.”

Ze is een moederkloe­k, geeft Lieve Van Cauteren toe. Met hun vader hebben de gebroeders Naesen 24 jaar na de scheiding geen contact meer.

“Als de jongens ergens naartoe wilden, wilde ik graag weten waar ze waren en met wie. En als ik hen moest komen ophalen na een fuif, moesten ze op tijd klaarstaan. Misschien zijn Oliver en Lawrence wel een beetje mama’s-kindjes.”

Vanwaar de koersgenen van Oliver en Lawrence komen, weet niemand.

“We zijn op vakantie vaak naar de Mont Ventoux geweest. Ik vond dat Oliver als kind al heel snel naar boven reed. Ik reed dan voor hem uit met de auto en stopte om de drie kilometer. Als hij niet meer kon, mochten ze meteen instappen. Het is nooit nodig geweest. Toen hun grootvader op pensioen ging als slager, heeft die zich een racefiets gekocht. Maar voorts hebben we in de familie geen enkele link met de koers.”

Waar haar zonen hun spontane en vlotte babbel vandaan hebben, is wel duidelijk. Ze mag dan wat moe en hees zijn, Lieve Van Cauteren tettert erop los.

“Ze zijn altijd mondig geweest. Ook op school. Ik zei dan: Jongens, als je het met iets niet eens bent, mag je dat van mij tegen iedereen zeggen. Maar wel op een beleefde manier. En dat deden ze. Ik weet nog goed dat Oliver in zijn puberjaren bij de burgemeest­er van Berlare op tafel ging aankloppen om te eisen dat er een skatepark in het dorp zou komen. Het skatepark staat er nu nog, en werd onlangs vernieuwd.”

Goudeerlij­ke flapuit

Een keer was Oliver iets te mondig. In de Tour de l’Eurométrop­ole van vorig jaar werd hij door Dylan Groenewege­n net niet in de nadars gereden. Achteraf sprak hij over de Nederlande­r de volgende woorden: Ik vond hem al achterlijk, maar nu is hij helemaal een deb. “Ik hoorde het op televisie en dacht:

Oei oei, Oli. Wat zeg je nu? Al vond ik wat die Nederlande­r deed echt niet kunnen. Voor hetzelfde geld was mijn zoon daar zwaar gevallen. Maar nog geen tien minuten na het incident belde hij mij op met een klein hartje: Mama, ik denk dat ik daarnet dingen heb gezegd waarvan ik

spijt ga hebben. Maar voor de rest is hij een heel vriendelij­ke flapuit. En goudeerlij­k.”

Het zijn ook de karakteris­tieken die ze opsomt als we vragen haar zoon te beschrijve­n.

“En karakter. Dat heeft hij zeker ook. Ik was wat ongerust toen hij in zijn tweede jaar lichamelij­ke opvoeding aan de universite­it zei dat hij wilde stoppen met studeren. Chemie en fysica, hij geraakte er maar niet door. Goed voor mij, maar no way dat hij hele dagen zou thuiszitte­n om alleen wat te fietsen.”

Het verhaal is bekend. Oliver Naesen ging werken als koerier bij een industriël­e wasserij.

“Elke dag stond hij om vijf uur ’s ochtends op. Wanneer hij dan thuiskwam, ging hij meteen trainen. Ik zie het weinigen hem nadoen. En toen kwam Lotto en mocht hij stagiair worden. Oei oei, dacht ik een tweede keer. Vast werk opgeven voor een stage bij een wielerploe­g. Had hij wel genoeg talent? Sinds gisteren weet ik dat ik daar niet ongerust over had moeten zijn. De Belgische kampioen in huis. Ik heb nog nooit met zoveel plezier de was gedaan als deze keer. En ik ga tegenwoord­ig wel heel graag naar de koers. Langs de kant tussen de toeschouwe­rs, en zonder boekske.”

Lieve Van Cauteren, moeder van Oliver en Lawrence

Naesen “Geef toe: als ouder zijn er

leukere dingen dan langs de kant van de straat op een klapstoelt­je een boekske te zitten lezen. Ik herkende Lawrence of Oliver nooit.

En het is niet dat ze veel prijzen pakten.”

“Tot zeven jaar geleden was het hopen dat Oliver eens een wedstrijd kon uitrijden.

Ik was lang geen fan van de koers. En ook al

dat materiaal in huis.” “Lawrence heeft nog geen vast

lief... Allez, toch niet dat ik weet. Het is misschien maar goed dat ik maar de helft weet van wat die sjarels uitspoken.”

“Ik weet nog goed dat Oliver bij de burgemeest­er ging eisen

dat er een skatepark in het dorp moest komen. Dat skatepark staat er nu nog.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium