Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Alleen de spiegel vertelt mij dat ik ouder word, niet mijn benen”

Twee Duitse topsprinte­rs van Belgische topteams zijn klaar voor hun tweestrijd in Tour

- WIM VOS ANDRÉ GREIPEL

André Greipel kan in zeven opeenvolge­nde Tours minstens één rit winnen. Als het lukt, zullen de jongste vijftig jaar alleen Indurain en Lance Armstrong het hem hebben voorgedaan. Maar daarvoor moet de Duitse spurter van LottoSouda­l wel eerst winnen. En dat zou weleens moeilijker dan ooit kunnen worden, zegt hij. “Ik kan dit jaar wel tien sprinters opnoemen die een rit kunnen winnen.”

Indurain, Armstrong, Greipel: het zou een aardig lijstje zijn, niet?

Greipel: “Eerlijk? Daar ben ik totaal niet mee bezig. Records, lijstjes... Als ik later oud zal zijn, zal ik er wel trots op zijn. Maar nu wil ik gewoon mijn job doen. De Tour is al lastig genoeg om ook dat nog eens nog door je hoofd te laten spoken.”

Je mag voor het eerst in je lange carrière de Tour starten in eigen land.

“Ik kijk ernaar uit. Absoluut. We beginnen op amper 45 kilometer van mij thuis in Keulen. Hoe vaak krijg je die kans als renner? Met een tijdrit bovendien. Mocht het een sprint geweest zijn, ik had direct druk gevoeld. Maar nu heb ik de gelegenhei­d om van die eerste dag in Duitsland te genieten. Anderzijds: hoezeer ik ook hou van de Tour, ik weet ook dat ik hem na één week alweer zal haten. Je ziet zoveel af.”

Je wordt 35 tijdens de Tour. Snelheid bot af met het vorderen van je leeftijd, wil een wielerclic­hé. Zorgwekken­d?

“Niet voor mij. Ik ben nog altijd even gretig als tien jaar geleden. Aan mijn cijfers of fysieke testen is ook helemaal niets te merken. Ik duw nog altijd dezelfde wattages. Alleen de spiegel vertelt mij dat ik ouder word, niet mijn benen. Maar ik ben ook niet naief. De voorbije jaren ging het vaak tussen Kittel, Cavendish en mezelf. Er komt een dag dat de jongere generatie het overneemt.”

“Het gaat interessan­t worden. Ik kan dit jaar wel tien spurters opnoemen die allemaal een rit kunnen winnen. De namen die ik net opgenoemd heb, daarnaast Sagan, Bouhanni, Démare… Coquard doet niet mee, zeker? Zelfs de Nederlande­r Groenewege­n.

(aarzelt) Hoewel: de Tour is nog wat anders dan de Ster ZLM Toer. Daar komt zoveel meer stress bij kijken.”

Cavendish lijkt na zijn ziekte dit jaar niet over zijn beste benen te beschikken.

(resoluut) “Hij zal er staan. Geloof mij. Het is en blijft Cavendish. Die staat er altijd. En gelukkig maar. Het zou bijzonder spijtig geweest zijn mocht hij er niet bij geweest zijn. Zelfs in slechte conditie kan hij winnen. Dat heb ik hem ook ge-sms’t: Hey, laat mij niet alleen met die jonge gasten.

Wat mij betreft kon hij niet snel genoeg herstellen.”

Wat antwoordde hij?

“Bedankt, André. We sms’en mekaar wel vaker, hoor. Een kwestie van wederzijds respect.”

Vorig jaar scheelde het geen haar of je was zonder ritzege naar huis teruggekee­rd. Uiteindeli­jk lukte het pas op de slotdag in Parijs.

“Dat is het voordeel van mijn leeftijd. Je hebt wat levenserva­ring. Ik weet intussen dat je in de Tour nooit de hoop moet opgeven. Natuurlijk was het vorig jaar moeilijk. Zeker toen ik op dag drie in Angers met een paar centimeter­s geklopt werd. Dat kruipt in je hoofd. Toen ik jonger was, zou mij dat zot hebben gemaakt. Je denkt voortduren­d: Ik wil, ik moet, ik zal… Dat maakt het alleen maar moeilijker. Vandaag weet ik: doe je best, meer kan je niet doen. Lukt het, des te beter. Lukt het niet, dan heb je jezelf tenminste niets te verwijten.”

Is het zo eenvoudig?

“Niet als ik zelf een fout gemaakt heb. Dan kan ik echt pissed zijn op mezelf. En dat kan dagen duren. Maar toen in Angers had ik geen fout gemaakt. Dan moet je gewoon aanvaarden dat iemand sneller is.”

Intussen zal jij, na een mager klassiek seizoen, wel weer het seizoen van LottoSouda­l kleur moeten geven in de Tour. Geen sinecure, zoveel druk.

“Daarvoor maak ik dan ook deel uit van het team. Als ik daar niet meer tegen kan, zou ik beter iets anders gaan doen. Al relativeer ik het ook. Eén: natuurlijk is het niet leuk om als Belgische

ploeg geen succes te hebben in de klassieker­s. Maar er zijn ook maar zes klassieker­s, en we waren ook niet de enige ploeg die niet kon winnen, toch? Twee: ik heb al een ritzege en een dag paarse trui in de Giro gepakt. Ook niet slecht, denk ik. En drie: ik ben echt niet de enige die straks bij Lotto-Soudal iets kan presteren. Benoot, Wellens, De Gendt en ikzelf: we kunnen allemaal een rit winnen. Op dat vlak zijn we sterker dan ooit.”

André Greipel, LottoSouda­l “Ik heb Cavendish gesms’t: Hey, laat mij niet alleen tegen die jonge gasten spurten.”

b

 ?? FOTO SEBASTIEN SMETS ?? Greipel en Kittel broederlij­k samen. “André is een voorbeeld voor de Duitse jeugd”, looft die laatste zijn collega.
FOTO SEBASTIEN SMETS Greipel en Kittel broederlij­k samen. “André is een voorbeeld voor de Duitse jeugd”, looft die laatste zijn collega.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium