Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De wonderjaren van dokter D’Hooghe
Vlak voor de KBVB een eentalige Waal van 74 in het zadel hielp, nam het vorig weekend afscheid van een monument van 71. Na een carrière van 45 jaar trekt baron Michel D’Hooghe zich terug uit het Belgische en internationale topvoetbal. Voor de laatste keer
Het fabriekskind
“Ik ben een fabriekskind. Wij woonden met ons gezin in een fabriek die broodzakken en patisseriedozen maakte. Ze was gesticht door mijn grootvader langs moederszijde. Mijn vader ( Norbert D’Hooghe, red.) was architect, maar door te huwen met mijn moeder werd hij meneer Viaene en waren wij, de kinderen, de Viaentjes. Als enige zoon was ik voorbestemd om de zaak over te nemen. Mijn vader zag dat me dat niet interesseerde en steunde mijn droom om dokter te worden. In de kleuterklas zei ik tegen zuster Alphonsine: Ma soeur, ik ga docteur worden en dan kom ik u een pikuur geven. Op 11 juli 1972 haalde ik mijn diploma. Toen ik thuiskwam, ging de telefoon. Een zuster van een nabijgelegen klooster moest een injectie krijgen en de huisarts was met vakantie. Of Michel even kon langskomen? Geloof het of niet, maar ik heb mijn allereerste spuit als dokter gegeven aan dezelfde zuster aan wie ik het twintig jaar eerder had beloofd.”
Voetballen met Jacques Rogge
“Een journalist, Hugo Camps om hem niet te noemen, noemde me vaak verwijtend een Jezuïet. Hij heeft nooit geweten dat ik dat als compliment beschouwde. Omdat er in Brugge geen Jezuïetencollege was, ging ik op internaat in het Sint-Barbaracollege in Gent. Vanaf het vierde leerjaar mocht ik maar om de drie of vier weken naar huis. Zo kweekte ik mijn zelfstandigheid. Jacques Rogge zat in dezelfde school en samen voetbalden we op de speel- plaats. Toen we beiden geneeskunde studeerden, zaten we in dezelfde universiteitsploeg. Hij rechtsback, ik linksback. Op zekere dag oefenden we tegen AA Gent. Bene, bijgenaamd de Braziliaan met de elastieken benen, was mijn rechtstreekse tegenstander. Hij liep me voortdurend voorbij, ik heb hem nooit gezien.”
Kan Lambert spelen?
“Mijn gelukkigste periode was als clubarts bij Club Brugge. Na 53 jaar wachten wonnen we de titel. Je kan je voorstellen wat voor een ontlading dat was. Spelers als Thio en Lambert waren leeftijdsgenoten en vrienden. De enige medische vraag die ik in die periode kreeg, was: ‘Kan Lambert zondag spelen?’ Als hij kon spelen, was ik de beste van heel de wereld. Als hij niet kon spelen, kreeg ik heel Club over me heen.”
Conflict met Happel
“Een man als Happel maken ze niet meer. Ik kan een boek over hem schrijven. Hij kwam natuurlijk uit clubs waar er al eens een loopje werd genomen met de normale geneeskundige verzorging, als je begrijpt wat ik bedoel. En ik was daar niet voor te vinden. Mijn hele carrière lang heb ik tegen doping gestreden. In het begin zorgde dat voor conflicten tussen ons, maar uiteindelijk groeide een hechte vriendschap. Om met Happel in debat te gaan, moest je sterk zijn. Hij apprecieerde dat en op het einde was ik de enige bij het bestuur van Club Brugge die hij nog respecteerde.”
Sabotage van De Saedeleer
“Het triestigste moment uit mijn loopbaan was het overlijden van François Sterchele. Hij stierf als mijn jeugdheld James Dean, in een auto-ongeval. Het moeilijkste moment was toen ik mijn eerste trainer moest ontslaan: Walter Meeuws bij de voetbalbond. Meeuws was in mijn ogen de ideale opvolger van Guy Thys. Hij kon niet mislukken, maar hij is mislukt. Rik De Saedeleer heeft er een slechte rol in gespeeld. Hij was gewoon van Guy Thys een bevoorrechte rol te hebben en die wilde Meeuws hem niet geven. Toen is hij Meeuws beginnen saboteren. Op een bepaald moment heb ik hen uitgenodigd bij me thuis om te bemiddelen, maar dat had niet het gewenste resultaat. Het gelijkspel tegen Luxemburg deed hem de das om. We hadden gestemd en ik stond met één stem tegen negentien.”
Vanden Stock redt Euro 2000
“Waar ik het meest trots op ben? Dat ik Euro 2000 naar hier heb gehaald. We waren de enige kandidaat, maar de UEFA wilde België niet. Ze hadden het in Zwitserland nooit verkropt dat de toenmalige secretaris-generaal Hans Bangerter voor het Heizeldrama in ons land voor de rechtbank was gedaagd. Ik heb zwaar moeten lobbyen en pleiten. Op zekere dag ben ik totaal uitgeput in Zaventem aangekomen en moest ik een week in het ziekenhuis bekomen. Gerhard Aigner van de UEFA probeerde ons met een ultiem manoeuvre te dwarsbomen: hij eiste handtekeningen van de acht stadions. We hadden er ze- ven, alleen Vitesse ontbrak. Ik heb toen Constant Vanden Stock bij mij thuis uitgenodigd en het probleem voorgelegd. Of hij niet zijn handtekening kon plaatsen voor een stadion in Anderlecht. Hij zei: ‘ Moet ik voor drie matchen een derde ring bouwen? Dat kan ik niet waarmaken.’ Hij zag wel tijdens de maaltijd dat ik ontgoocheld was. Ik dacht toen dat Euro 2000 voorbij was. Maar toen zijn vrouw bij mijn vrouw in de keuken was, vroeg hij mij: ‘ Is dat echt zo belangrijk voor België, Euro 2000? Ben je daar echt zeker van?’ Hij pakte zijn stylo en heeft getekend. Ik word er nog altijd emotioneel van als ik het vertel. We hebben zijn handtekening niet nodig gehad, want Vitesse is er gekomen, maar die middag heeft Constant Vanden Stock Euro 2000 gered.”
Belofte aan “de burgemeester”
“Begin maart 2003 rinkelde de telefoon. De secretaresse van Michel Van Maele zei mij dat de burgemeester, dat was zijn bijnaam, mij dringend wilde spreken. Ik liet mijn patiënten staan en zag dat de burgemeester stervende was. Hij kneep in mijn hand en fluisterde: ‘ Michel, je gaat Club toch niet in de steek laten?’ Ik was totaal verbouwereerd. Ik was van plan me helemaal te richten op mijn carrière bij FIFA, maar voelde me schatplichtig aan Club en werd unaniem tot voorzitter verkozen. Op het einde van mijn termijn richtte ik al mijn energie op de bouw van een stadion. We hadden een ideaal terrein gevonden in Loppem, maar door politieke tegenwerking in de stad Brugge werd het project verhinderd. Tien jaar later
Michel D’Hooghe ‘‘Waar ik het meest trots op ben? Dat ik Euro 2000 naar hier heb gehaald. We waren de enige kandidaat, maar de UEFA wilde België niet. Ik heb toen zwaar moeten lobbyen en pleiten.”
moet de eerste steen nog altijd gelegd worden.”
Gratis consultatie voor de Queen
“Als lid van het Uitvoerend Comité van de FIFA heb ik met Nelson Mandela, Jacques Chirac en Bill Clinton aan tafel gezeten. Clinton heb ik verschillende keren ontmoet en we deelden een passie voor Charles Aznavour. Toen zijn dochter Chelsea trouwde, stuurde ik hem de tekst van het lied ‘ A ma fille’ in het Frans en het Engels. Een week later kreeg ik een bedankbrief terug. Maar mijn meest memorabele ontmoeting was die met koningin Elizabeth. We werden ontvangen op het paleis en een voor een werden de FIFA-leden aan haar voorgesteld. Toen ze hoorde dat ik de medisch verantwoordelijke was, riep ze me nadien bij haar en deed ze me haar volledige verhaal. Door het medisch geheim mag ik niets meer zeggen, maar ze kreeg wel haar gratis privéconsultatie.”