Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wat kwam een rockfestival z oeken in de koers?”
U2 is de hoofdact. De drummer van The Ramones breekt dat weekend zijn hand. En Depeche Mode wordt in Werchter uitgefloten omdat de commerciële synthesizeract niet gesmaakt wordt. Maar het zal grote baas Herman Schueremans in die vroege julidagen van 1985 allemaal worst wezen. Eén dag voor het – toen nog – dubbelfestival heeft Ludwig Wynants een Tourrit gewonnen. Op zijn trui, in kanjers van letters: Rock TW.
“Tielt-Winge.” Ludwig Wynants hoeft er op zijn terras in het Mechelse niet over na te denken. Zijn gedachten razen terug naar 1984. “Daar zag ik hem voor het eerst. Op de kermiskoers in Tielt-Winge. Ik reed voor Tönissteiner - Pecotex, niet de grootste ploeg. Plots stond er een manneke aan de ploegauto. Of hij de wedstrijd vanuit de auto mocht volgen? Hij overwoog om in de koers te stappen en wilde zien hoe het er daar toeging. God ja, waarom ook niet? Wil het toch niet lukken dat wij die koers winnen, zeker? Een paar maanden hadden de ploegbazen nieuws. Verrassend nieuws. TorhoutWerchter werd de nieuwe sponsor van de ploeg. En dat manneke aan de ploegauto, dat was Herman Schueremans. Raar. Ik kende niet veel van muziek. De groepen uit mijn jeugd, ja, maar als coureur was je in die tijd niet bezig met muziek. Die koptelefoons en oortjes waarmee ze vandaag in de bus zitten, dat bestond niet. Ik wist wel wat Torhout-Werchter was, een festival. Maar wat zou die met de koers bezig zijn? Iedereen was verbaasd. Ook in de wereld van Herman. Maar Herman was zot van de koers en heeft zijn wil doorgedreven.” Hij lacht. “En een half jaar later moest iedereen die het niet zag zitten, zwijgen.” Het gaat midden jaren ‘80 niet te best met de Belgische koers. Er verdwijnen ploegen en wie niet verdwijnt, moet wroeten om te overleven. Op de nieuwe Merckx is het intussen ook al zeven jaar wachten. Een crisissfeertje dat in schril contrast staat met de bloei van een andere speler uit de entertainment sector. Rock Werchter maakt dan nog deel uit van TorhoutWerchter – kortweg: TW – en heeft er in 1985 zijn tiende verjaardag al opzitten. En het gaat goed met het dubbelfestival. Héél goed. Een jaar eerder waren Torhout (op zaterdag) en Werchter (op zondag) samen goed voor 110.000 toeschouwers. In 1980 waren dat er nog minder dan 25.000. Het dubbelfestival beheerst de krantenkolommen in de eerste week van juli. Zelfs de IJzerbedevaart wijkt uit naar augustus om niet in het vaarwater van het festival te belanden. Aan het hoofd van dit megasucces staat Herman Schueremans. De man, ook vandaag nog Vlaanderens grootste concert- promotor, stond in 1975 mee aan de wieg van TW. Na 1984 ziet hij trots hoe zijn geesteskind stilaan volwassen is geworden. Het brengt hem op ideeën. “Als ik nu eens niet alleen iets doe voor jongeren die van muziek houden, maar ook voor de sportliefhebbers.” Herman Schuere- mans zegt het drie decennia later behoorlijk laconiek. Dat was de reden waarom hij die ene middag in TieltWinge was opgedoken. “Meer was het niet”, benadrukt hij. “Een move om te tonen dat we niet alleen met muziek bezig waren. Ik wilde dat absoluut een keer doen. Misschien was het een droom. Ik had zelf altijd graag gefietst. Had het van thuis gemogen, ik was liefst wielrenner geworden. Maar ze vonden het te gevaarlijk, en dan is het maar muziek geworden – bij wijze van spreken.”
Crisis in het peloton
Zo krijgt in 1985 het internationale peloton het gezelschap van een aparte ploeg. De alternatieve muziekscène en de conservatieve koerswereld smelten samen op één truitje. Ter hoogte van de borstkas staat, tegen een bordeaux-rode achtergrond, in grote witte letters TW. Daartussen, subtieler: rock. “Keken ze mij een beetje raar aan? Waarschijnlijk wel”, haalt Schueremans er vandaag de schouders bij op. “En wisten ze in het buitenland waar
Herman Schueremans, concertorganisator en wielerliefhebber “Twee of drie volgwagens en een camionette, meer hadden we niet. Daarmee stonden we tegen ploegen als Panasonic van Post.”
Herman Schueremans, concertorganisator en wielerliefhebber “Wie won kreeg geen bos bloemen alsof zijn bomma net gestorven was, maar een elektrische gitaar.”
die TW voor stond? Nee. Maar dat vond ik allemaal niet erg. Toen we in het begin van het seizoen met onze nieuwe trui uitpakten, werd er toch over gepraat. Dat alleen al leverde een hoop aandacht en goodwill op. Dan waren we maar de vreemde eend in de bijt. Ik vond dat allemaal heel plezant.” Forser: “We moesten stoppen met in vakjes te denken. Dat vond ik toen al. Natuurlijk kunnen sport en muziek perfect samengaan.” Ludwig Wynants vindt het in het voorjaar van 1985 allemaal prima. Wynants is geen absolute toprenner. “Zijn de toppers renners van 100 procent, dan was ik er een van 80 procent”, omschrijft hij zichzelf. “Ik kon een beetje van alles. Klimmen, klassiekers rijden, spurten, maar ik was in niks écht goed. Behalve op een superdag.” Zoals een jaar eerder in de Ronde van de Toekomst, waar hij de dan nog piepjonge Indurain had geklopt op een aankomst bergop. Het kon niet verhelpen dat Wynants midden jaren ‘80 al flink wat ploegen versleten had. “Er was crisis in het peloton”, zegt ook hij. Maar nu, met TW op zijn borst, voelt hij zich in zijn sas. “Omdat Herman ook Humo en BASF, zijn sponsors van Rock Werchter, meebracht. Het bleef bescheiden, maar ineens hadden we toch een beetje budget.” Budget, renners én prestaties. Want de ploeg doet het boven verwachting goed in het voorjaar. De 25-jarige Noël Segers wordt vierde in de Ronde van Vlaanderen, en in de Dauphiné ziet Schueremans hoe zijn renners liefst d drie ritten winnen. Wynants: “En plots ging de poort naar de R Ronde van Frankrijk open. Iets waar we in het begin van het seizoen niet eens aan gedacht hadden. I Ik hoor ze nog zeggen: Wat gaat dat klein ploegske in Frankrijk doen?” Schueremans p pikt in. “Twee of drie volgwagens en een camion nette, meer hadd den we niet. Da Daarmee stonden we teg tegen ploegen als Panasonic van Post. Ons budget (ongeveer 250.000 euro, red.) was minder dan een tiende van dat van hen. Het was David tegen verschillende Goliaths. Maar dat maakte niet uit.” Veel bellen doet de Tourploeg van toen vandaag niet meer rinkelen. Naast Ludwig Wynants is er Paul Wellens, oom van Tim en jaren eerder tweevoudig ritwinnaar in de Tour. Hij is de onbetwiste kopman voor het klassement. Verder zien we Benny Van Brabant, de man die twee ritzeges pakte in de Dauphiné en een spurter, maar wel eentje van de tweede lijn. Daarnaast: Luc Wallays, Patry, Lurquin, Morjean, Wouters… Niet meteen het grote geweld. Al staat dat enig optimisme niet in de weg. Wynants: “Voor de Tour bekeken we onze winstpremie. Die was nog hetzelfde als het jaar voordien. 20.000 frank. Moesten we daarvoor naar de Tour? Maar hoofdsponsor Tonissteiner was redelijk gierig. Dan zijn we met een paar renners naar Herman thuis gereden. Of hij er niets bij kon doen? Hij maakte er direct 100.000 frank voor een gewonnen rit van. Maar als we twee of drie ritten winnen, ga ik dat wel moeten herzien, lachte hij nog. Er heeft nooit iets van op papier gestaan, maar ik heb het geld gekregen, zelfs meer. Zo gelukkig was Herman toen we wonnen.” Ludwig Wynants herinnert zich nog alles van die 5de juli 1985. Hoe hij een dag eerder al had kunnen winnen, maar net voor de streep teruggepakt was. “Zelden zo gevloekt.” Hoe de ploeg al de hele week in beeld reed. “Allan Peiper kwam me zelfs vragen hoe wij dat deden.” Hoe er die dag met Peter Winnen, Lucho Herrera, Inaki Gaston en Belg Nico Emonds vier renners ontsnapt waren. “Toch niet de minste namen.” En hoe hij daar vanuit de rug van Hinault nog naartoe was gesprongen. “Terwijl Hinault al de hele dag ambetant was. En als die kwaad was… Dan trok hij het peloton desnoods honderd kilometer lang op zijn eentje op een lint tot we niet meer wisten waar kruipen. Ca va maintenant? zei hij dan als hij zich omdraaide.” Maar die dag kan niemand Wynants angst inboezemen. Hij gaat er op minder dan tien kilometer alleen vandoor. Pas voorbij de streep in Nancy zien ze hem terug. Op weg naar Torhout gaat één man intussen helemaal door zijn dak. “Een dag later begon het festival”, zegt Schueremans. “En dan hoorde ik op de radio dat één van mijn renners aan het winnen was. Ik ben onderweg in allerijl gestopt bij een café en heb aan een oud madammeke gevraagd of ik alstublieft de koers op tv mocht volgen. Zo’n memorabel moment in een mensenleven. Dat moogt ge toch niet missen?” Wynants: “Dat was de beste reclame die het festival ooit gehad heeft. De dag nadien stonden de gazetten er vol van. Met als grote kop: TorhoutWerchter kan beginnen.” De zege zal voor een eeuwige vriendschap zorgen tussen de renner en de concertpromotor. Nog altijd zien ze mekaar maandelijks. Maar ze is meteen ook het hoogtepunt van Schueremans’ loopbaan als grote wielersponsor. Enkele maanden later haakt hij – gedeeltelijk – af. “Het wielrennen was volop aan het internationaliseren en dat joeg de bedragen omhoog”, legt hij uit. “Het belangrijkste bleven de festivals. Die mochten nooit lijden onder mijn andere activiteiten.” TW keert nog wel terug als cosponsor, zal Wynants in zijn nadagen privé sponsoren en zou tot vorig jaar in het jeugdwielrennen actief blijven. Net zoals het nog één keer een hoofdrol zal spelen in het profwielrennen. Als Schueremans de Ronde van België eind jaren ‘80 omdoopt in de Torhout-Werchter Classic en een nieuw huwelijk tussen koers en muziek inzegent. “Je zag toen alleen nog ouwe mensen met een klakske op de koers”, licht Schueremans toe. “Dat wilde ik veranderen. Dus zorgde ik voor een optreden aan de arrivée, liet ik Walter Van Beirendonck de leiderstruien ontwerpen – met dierenmotieven – en zorgde ik voor een podium om de renners voor te stellen. En wie won, kreeg geen bos bloemen alsof zijn bomma net gestorven was, maar een elektrische gitaar. Veel van wat toen geïntroduceerd hebben, zie je vandaag nog.” Maar zo mooi als in de zomer van 1985 zou het niet meer worden. En zal het niet meer worden. “Nee”, besluit Schueremans op de vraag of hij ooit zou overwegen opnieuw in de koers te stappen. “Met tweehonderd evenementen per jaar zou het ook geen zin meer hebben. Als ik af en toe nog eens een Tourrit kan volgen op tv, vind ik dat al heel plezant.”