Op zoek naar kwallen, zeedruiven en leeglopers

Praktisch handboek Strandvondsten helpt gewone zomertoeristen het onbekende

Niets lijkt meer desolaat dan het strand op een koude wintermorgen. In werkelijkheid blijkt ook dan het strand vol leven te zitten. Wie de namen verzon, weten we niet, maar je vindt er tepelhoorns, Hongaarse mutsen, zeedruiven, knotszakpijpjes, zwaardschedes, wenteltrappen,, gorgelpijpen,gjp gorgelpijpen,g p , enzovoort. MettMet Strandvondsten schreef Bruggeling Hans De Blauwe de allereerste algemene veldgids over wat je zoal in het strandzand kunt vinden.

Zand? Na het lezen van de 336 pagina’s rijk geïllustreerde praktische veldgids durf je zelfs niet meer over ‘zand’ spreken. De Blauwe (55) begint immers met de toelichting dat ook zand niet zomaar zand is: je hebt silt, grind, schelpgruis, enzovoort. “Aan de westkust is het zand grover dan aan de oostkust, waar ook meer slib zit van de Scheldemonding. Dat uit zich in de fauna, want bij De Panne zal je bijvoorbeeld eerder tapijtschelpen vinden en aan de Oostkust kokkels. Overal hebben zandopspuitingen de samenstelling van het zand ook nog gewijzigd.”

Brandweerman

Hoe kwam De Blauwe ertoe om een strandjuttersgids te schrijven? Hij is beroepsbrandweerman bij het korps van Brugge. “Mijn ouders hadden een cabine aan zee. Daar begon ik schelpen te verzamelen. Als twaalfjarige had ik al zowat honderd soorten die aan de Belgische kust voorkwamen. Nadien ging ik vogels en libellen observeren. Pas toen ik als brandweerman eens met onze beroepsduikers meeging, kreeg ik de oude microbe terug te pakken. Onder water zag ik de levende waterwereld met krabben, poliepen en de moeilijk te identificeren zakpijpjes.” In 2009 schreef hij een turf over mosdiertjes: 450 pagina’s waarmee je niet echt onder een parasol op het strand kruipt. Wel werd hij nadien door velen aan de mouw getrokken om een echt praktische gids te schrijven. Een handboek waarmee je als leek van Cap Gris- Nez tot de Waddeneilanden terecht kunt. Het resultaat: een handige gids waarmee je op basis van foto’s van natuurfotograaf Misjel Decleer de meest voorkomende vondsten zou kunnen thuisbrengen. Een must voor papa’s- aan-zee. Je ziet vader – na snel even in zijn gids gespiekt te hebben – al roepen: “Hé Mats, weet je wel wat je net kapot hebt t getrapt?g getrapt?p Een miljoenen miljoenenj jajjaa ren oude linksgewondenl noordhoren n! Het ligt er hier vol van.” Drie zaken vallen meteen op. Vooreerst dat heel veel resten van schelpen op het strand vaak duizenden, soms miljoenen jaren oud zijn. Verder: dat de jongste jaren allicht door de scheepvaart een aantal exoten razendsnel inheemse soorten heeft verdrongen. En uiteindelijk: de dramatische gevolgen van onze consumptiedrang. Miljoenen plastic zakjes, ontzettend veel ballonnen en gigantische massa’s isomo bedreigen permanent de fauna in en aan zee. Een greep uit wat je zoal bij een strandwandeling kunt vinden: