COMBIPUZZEL

Deze puzzel is een combinatie van kruiswoordraadsel, doorloper en cryptogram. De cryptische zinnen zijn vet gedrukt. Op de regels zonder zwarte vakjes moeten de woorden achter elkaar worden ingevuld net als bij een doorloper. Deze omschrijvingen zijn cursief gedrukt.

HORIZONTAAL

1 vruchtendrank. bankafschrift. 2 ten tijde van. Die mensen doen niets. ingenieur. Amerikaanse nieuwszender. 3 Engelse stand. persoonlijkheid. indiaanse tent. beleefd. 4 gebouw. hellen. gezicht. zeer groot wezen. 5 deel van een tekst. Zo'n waagstuk kan gevaar opleveren. deel van de Balkan. 6 insectenwapen. mooi. Deze rede is op de keper beschouwd vreemd. 7 sterkedrank. inrichting. 8 ante meridiem. repetitive strain injury (afk.). pit. watervogel. dit is. 9 westerse verdragsorganisatie. et cetera. karaktereigenschap. 10 dierengeluid. constructie voor kinderen. sportartikel. 11 boom. in tegenstelling tot. internationaal. Iets anders op internet. noordwest. 12 mejuffrouw. bruto nationaal product. 13 Dierlijke takken. bazige vrouw. barst. 14 het beloofde land. rumoer. lucht (voorvoegsel). deel van een boom. 15 hoewel. plotselinge angst. Die klap kan lang duren. barium. 16 Bijbelse arkbouwer. naar beneden. echopeiling. 17 haringachtig visje. Woning voor wie aan de grond zit. rijwiel.

VERTICAAL

1 genoeg. De inzet is het begin. gelegenheid. 2 frisdrank. Graan uit Siam. gang van een paard. 3 hindering. Verenigde Naties. de mensen. slee. 4 ineengedraaide bundel garen. goedaardige spot. vetkrijt. 5 ook. doetje. telwoord. 6 bitter lichaamsvocht. Stof tot schrijven. inhoud. 7 tweetal. persoonlijk voornaamwoord. Gap om 'r een poets te bakken. 8 zangvogel. genster. afgeronde steen. 9 In die vouw is het gepast. versus. uitbouw aan een huis. 10 IJslandse kroon. populair. later. 11 laatste gedeelte. stommeling. met plezier. 12 vroegere heerser over Peru. Die mag je niet drukken! Verenigde Staten (Engels). daar. 13 helemaal in orde. verlichting. Dat laat men als er bloed vloeit. 14 drietal. Europese taal. kweekkas. 15 loofboom. pennenzak (Frans). pluspunt. 16 evenwel. toegang. kledingstuk. 17 brommen. aanwijzend voornaamwoord. quasi- kunstkenner. 18 dikdoener. kosten koper. klak. nikkel. 19 visnet. optreden als diskjockey. De roker heeft er genoeg van. 20 rivier in België. Eenmalig te horen. gerucht.