“Het wordt een zwaar seizoen”

Hongerige Thomas Wils volledig hersteld van klierkoorts

Lierse stak gisteren op het veld van neoeersteprovincialer Kontich zijn tweede oefenwedstrijd achter de kiezen (16). Fred Vanderbiest gunde nagenoeg zijn hele kern, net als in Lint, 45 minuten speeltijd.

Zeker voor Thomas Wils doen die eerste wedstrijden van het nieuwe seizoen meer dan deugd. De karaktersterke middenvelder werd eind vorig seizoen opgeschrikt door klierkoorts, maar die duivel is intussen uit zijn lichaam verdreven.

“Het was wel een beetje schrikken”, geeft Wils toe. “Je staat er zowat machteloos tegenover en kan bitter weinig doen. Gelukkig waren er helemaal op het einde van vorig seizoen al gunstige sig- nalen en zat ik in de slotmatch op Standard zelfs opnieuw op de bank.”

Wils sneed vorige week de trainingen probleemloos mee aan. Ook al kreeg hij meteen zwaar labeur te verduren. “Mja, we kunnen de aanpak van de coach best smaken”, weet het clubicoon. “We trainen één keer, maar wel heel intensief. Dat is vaak beter dan twee sessies, waarbij die tweede training toch altijd iets minder is. Kijk, iedere club tracht zich nu zo goed mogelijk op die eerste competitiematch voor te bereiden. Ik denk dat we best goed bezig zijn.”

Geen overbodige luxe, want 1B dreigt allesbehalve een competitie voor broekjes te zullen worden. “Je merkt dat flink wat ploegen zich versterken, maar we moeten nu toch vooral op onszelf focussen, vind ik. Het klopt dat het er niet makkelijker op zal worden, maar veel zal toch van onszelf afhangen. Dat moeten we steeds voor ogen houden.”

Lierse verloor in het tussenseizoen naast Ayub Masika ook Manuel Benson. Een transfer die binnen de verwachting lag, maar voor het overige bleef de kern nagenoeg intact. “Ik denk dat de club goed en snel heeft geanticipeerd op dat vertrek. Met Ivan Yagan en Mégan Laurent volgde heel snel offensieve versterking. Ons huiswerk is nagenoeg klaar. Misschien komt er nog een flankspeler bij. Dat zal de toekomst uitwijzen. In ieder geval moeten we met deze groep opnieuw een rol van betekenis kunnen spelen.”