Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Muiterijen gaan bijna altijd over sociale conflicten”
Oud-senator De Bremaeker schrijft boek over opstanden
Muiterijen hebben altijd tot de verbeelding gesproken. Volgens de Antwerpse oudsenator Jos De Bremaeker, die er het boek Muiterij aan
boord! over schreef, waren het in essentie veelal sociale conflicten.
Onlangs liep in Antwerpen het Spaanse schoolschip Juan Sebastian de Elcano binnen, genoemd naar de eerste gezagvoerder die in 1520 rond de wereld zeilde. Hij voltooide de reis die begonnen werd door Ferdinand Magellaan. Wat weinigen weten, is dat die eerste wereldreis bijna mislukte door een naderhand gruwelijk onderdrukte muiterij.
Met die opstand begint ere-senator De Bremaeker zijn pas verschenen boek waarin hij zestien van de meest spraakmakende muiterijen uit de geschiedenis van de militaire marines onderzoekt. Sommige zijn heel bekend: de Bounty, de Potemkin en de Hoch- seeflotte in 1918. Andere dan weer veel minder, zoals de opstand bij de Nederlandse kolonia- le vloot in de jaren dertig. Of de muiterij van zwarte matrozen aan boord van het vliegdekschip Kitty Hawk in volle Vietnamoorlog.
Fregatkapitein
Hoe komt een gewezen Antwerpse socialistische senator er nu toe een boek over muiterijen te schrijven? De Bremaeker (84), geboren in Elsene en tijdens zijn studies in Antwerpen terechtgekomen, stond 24 jaar in het Antwerpse onderwijs. Vanuit zijn bastion de Luchtbal werd hij eerst gemeenteraadslid. Nadien zetelde hij acht jaar als senator en nog eens vier jaar als Kamerlid. Maar zijn legerdienst deed hij als reserveofficier bij de Marine. Nadien voldeed hij zijn wederoproepingen, om te eindigen als fregatkapitein.
“Ik heb vooral op mijnenvegers gevaren, maar als leerling-officier heb ik ook op het toenmalige troepentransportschip Kamina gezeten. Wij zijn daarbij naar Banana gevaren, in het toen nog Belgische Congo.”
Kortom: aan de ene kant sociale bewogenheid, aan de andere kant een carrière in de marine. “Ik ben 84 en wil intellectueel bezig blijven. Dit onderwerp boeide me. Niet in het minst als gewezen reservist van de marine. Maar ook omdat men muiterijen liever stilhoudt”, vertelt hij.
“In vrijwel alle muiterijen gaat het in hoofdzaak om sociale conflicten. Mensen werden slecht betaald. Vaak waren ze vier of vijf jaar van huis weg. Het eten was slecht, met verschaald drinkwater, en vlees en brood waar de wormen uit kropen. En daarbovenop: een draconische discipline. Orde was natuurlijk nodig, maar een beleid met zweepslagen is toch wel wat anders. Naast dat sociaal aspect is er in de gevallen die ik beschrijf ook vaak een sterke politieke dimensie. Zo hadden de muiterijen in Rusland niets te maken met communisme. Opstand tegen de tirannie was simpelweg onafwendbaar en nodig”, weet de oud-senator.
Ongezonde evolutie
“Dit is dus zeker geen jongensboek”, onderstreept De Bremaeker, die tegenwoordig in Sint-Job woont. “Ik heb zestien muiterijen beschreven. Vrijwel allemaal met sociale spanningen op de achtergrond. En er zijn er tientallen meer. Dit zijn gewoon de bekendste gevallen. En neen: er zijn me geen Belgische muiterijen bekend. Wij zijn geen zeevaardersvolk.”
Waarom alleen muiterijen op oorlogsschepen? Zijn er dan geen bij de koopvaardij? De oud-politicus grijnst: “Bij de koopvaardij gaat het in de eerste plaats om winst. Geleidelijk werkte daar ook de invloed van de vakbonden door. Bovendien is men daar, in tegenstelling tot oorlogsschepen, zelden met veel volk aan boord. Overigens, zo gezond zijn de evoluties daar ook niet: vaak zijn kapiteins en officieren uit het vroegere Oostblok en varen ze met Filipijnse of andere oosterse bemanningen.”