Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Tom Boonen rijdt drie Belcarraces: “Ik kom nog wat spierkracht te kort”
Tom Boonen stelde gisteren op Circuit Zolder de Ford Mustang V8 voor waarmee hij zondag zijn debuut maakt in de Belcar. Vijf weken later treedt hij met dezelfde bolide aan in de 24 Uur van Zolder.
Afgelopen weekend maakte Tom
b Boonen (36) zijn autosportdebuut in de 25 Uur van Spa. Een mooie kermiskoers, om het in wielertermen uit te drukken. Met die ervaring op zak staat niets het serieuze werk in de weg: de 24 Uur van Zolder op 19 en 20 augustus. Als voorbereiding debuteert Boonen komend weekend in de Belcar, het nationale kampioenschap dat rond die klassieker is uitgebouwd. Boonen opteerde voor de Ford Mustang V8 van Yokohama Belgium, samen met Olivier Hermans, Chris Vanwoensel en Mike Janssens.
In het wielrennen was Boonen vaak de beste. Hoe voelt dat nu? “Dat maakt me echt niet uit. Ik ben hier niet om bejubeld te worden. Het makkelijkste was om het niet te doen, want dan had ik ook geen gezeik aan
mijne kop. Ik had in mijn zetel kunnen blijven liggen, maar dat doe ik niet graag. Ik wil mezelf uitdagen. Dat is het belangrijkste in het leven.”
Fitnessen
Dat Boonen aan autosport ging doen, stond in de sterren geschreven.
“Ik heb in mijn leven twee grote passies: wielrennen en autosport. Het ene staat nu op een lager pitje, het andere komt meer naar de voorgrond. Mijn opa verkocht vroeger ijsjes op Circuit Zolder en als kind kwam ik graag mee. Nu komen Valentine en Jacqueline liever naar de race dan naar de koers. Dat belooft dus. Racen is een hobby, maar het zal waarschijnlijk wel meer worden dan dat. Autosport zat vijf jaar geleden in de vergeethoek, maar door Vandoorne en Verstappen zit het nu helemaal in de lift. Zoals het tennis in de tijd van Clijsters en Henin. Daar wil ik graag bij zijn.”
Tom Boonen heeft zijn naam mee uit het wielrennen. Wat zijn de voor- en de nadelen in de racerij? “Het voordeel is dat ik veel aanbiedingen krijg om in te stappen. Ik heb daarbij één voorwaarde en dat is dat ik er zelf geen geld in steek. Als ik op mezelf wat rondjes ga rijden, betaal ik dat uit eigen zak. Maar als ik instap bij een team, breng ik niets mee. Als het nodig is, zal ik wel sponsors gaan zoeken. Voorlopig hoeft dat niet en dat is goed, want ik heb nooit veel goesting gehad om mezelf te verkopen.”
“Daartegenover staat dat iedereen vooroordelen heeft en dat je overal een beetje scheef bekeken wordt. Draai of keer het hoe je wil, maar het is niet normaal dat er 150 man in de box staat als een debutant buitenrijdt in de 25 Uur Fun Cup. Dat zorgt voor extra druk. Je weet dat sommigen staan te wachten tot je stilvalt. Maar daarna was het heel leuk. Ik had identiek hetzelfde gevoel als in een wielerkoers en dat had ik gemist.”
“Voor de rest is het niet te vergelijken. Het is een totaal andere manier van sport beleven. Met de fiets kan je wat rondkijken en naar de vogeltjes luisteren. Als je hier drie seconden afgeleid bent, hang je in de bandenmuur. Ik verschoot er ook van dat mijn benen even afgetekend waren als na een koers. Ik had me anderhalve maand voorbereid en dat was niet overbodig, want ik kom spierkracht tekort. Aan de benadering heb ik wel iets. Ik ben hele mijn leven met sport bezig geweest en weet hoe ik me moet voorbereiden. Ik heb thuis een simulator staan, ga drie keer per week fitnessen om mijn bovenlichaam en mijn armen te ontwikkelen. Ik benader het op een professionele manier.”