Gazet van Antwerpen Stad en Rand
China opent in Afrika eerste buitenlandse militaire basis
Verenigde Staten en India kijken met argusogen naar uitbreiding Chinese krijgsmacht
Met de opening van een marinebasis in het Afrikaanse landje Djibouti zet Peking een nieuwe stap in zijn wereldwijde expansie.
“Het is niet de bedoeling de wereld te domineren”, schrijft de Chinese krant Global Times. De basis in Djibouti moet wel China’s eigen veiligheid verzekeren. Ook moet ze volgens het ministerie van Defensie dienstdoen als bevoorradingspunt en pleisterplaats voor de Chinese schepen die deelnemen aan de strijd tegen de piraterij in de Golf van Aden, en voor de 2.400 Chinese VN-vredessoldaten in Afrika.
Piepklein landje
Een blik op de kaart toont aan dat Djibouti een logische keuze is. De Chinese basis is lang niet de enige in het piepkleine landje in de Hoorn van Afrika, met niet eens 900.000 inwoners. Ook het Verenigd Ko- ninkrijk, Japan, Italië en Frankrijk stationeerden al troepen in gewezen Frans Somaliland. En dan is er nog Camp Lemonnier, de enige permanente basis van de verenigde Staten in Afrika.
Het Amerikaanse kamp werd gebouwd na de terreuraanslagen van 11 september 2001 in New York en Washington, en huisvest 4.000 militairen, van wie sommigen betrokken zijn bij uiterst geheime missies in het Midden-Oosten en Afrika.
Vlak in de buurt hebben de Chinezen zich nu genesteld. “Het is alsof een rivaliserende voetbalploeg op het veld naast het jouwe zou komen trainen om je speltactiek te bestuderen”, zegt een militair expert in The New York Times.
Maar spionage is niet eens Amerika’s grootste zorg. Washington is vooral bekommerd om Pekings ware bedoelingen. “Het is een immense strategische ontwikkeling”, zegt professor Peter Dutton van het Naval War College in Rhode Island, die satellietbeelden van de basis heeft gezien.
Parel aan Pekings snoer
Het klopt dat China afhankelijk is van open en veilige handelsroutes voor zijn bevoorrading met grondstoffen. Het heeft bovendien aanzienlijke investeringen in grote delen van de wereld, waaronder Afrika, te beschermen. Maar het is ook bezig aan een razendsnelle militaire uitbouw. Tussen 2010 en 2020 zal China’s militaire budget verdubbelen tot 204 miljard euro. Dat blijft een peulenschil in vergelijking met de 545 miljard euro die de VS vandaag uitgeven. Maar toch stellen de Amerikanen zich vragen.
De basis in Djibouti maakt niet alleen de VS nerveus. India ziet Djibouti als een nieuwe parel aan Pekings snoer. Die term verwijst naar de Chinese bruggenhoofden in de Indische Oceaan, waardoor India zich ingesloten voelt. Bovendien, vreest India, is China erop gebrand om nog meer militaire installaties in de regio uit te bouwen. Daarbij komen Oman, de Seychellen en Mauritius in het vizier. Maar New Delhi laat zich niet zomaar kisten en probeert al jaren de parels van het Chinese snoer te stelen met agressieve diplomatie. Ook bouwt het in Mauritius, de Seychellen, de Maldiven en Sri Lanka een radarnetwerk uit om de Chinese oorlogsbodems in de gaten te houden.
Een zaak is duidelijk: Djibouti bewijst dat het tijdperk dat China een in zichzelf gekeerde kolos was, definitief voorbij is.