Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Laat het knallen, heren!
Wie volgt Anderlecht op?
O ngezien is het. Sinds het arrestBosman in 1995 hebben we het niet meer meegemaakt. Inkomende transfers van meerdere miljoenen euro’s en clubs die bij de eerste training hun nieuwe spelers al bijna binnen hebben. De revival van ons clubvoetbal gaat door. Op financieel vlak zeker, volgt nu ook het sportieve? Elf redenen om niks van het nieuwe voetbalseizoen te missen.
1. De overmacht van Anderlecht
Wie stopt Anderlecht? AA Gent, Genk, Zulte Waregem, Oostende, KV Mechelen,... zelfs Waasland-Beveren: allemaal betaalden ze nooit meer voor het aantrekken van nieuwe spelers dan deze zomer. Toch realiseerde Anderlecht traditiegetrouw tot hiertoe de duurste en de beste transfers: Sven Kums kwam voor 7 à 8 miljoen euro van Udinese over. Daarnaast haalde paars-wit met Henry Onyekuru de grootste sensatie van de voorbije competitie binnen. Topschutter Lukas Teodorczyk blijft bijna zeker en als dat ook met Leander Dendoncker en Kara Mbodji lukt, heeft Anderlecht kwalitatief veruit de sterkste kern van het land. Meer dan de vertrokken Youri Tielemans kan Kums lijn
steken in de offensieve acties. Want qua vloeiend aanvallend spel was het vorig seizoen te veel te pover bij de landskampioen. Trainer René Weiler concentreert zich op het defensieve en laat het aanvallende over aan de creativiteit van Sofiane Hanni, Onyekuru, Alexandru Chipciu, Adrien Trebel, Massimo
Bruno en Nicolae Stanciu (als hij er ooit doorkomt). Kums kan daar een belangrijke rol spelen.
2. Strijd op leven en dood voor Playoff 1
Waasland-Beveren, Moeskroen en Eupen: het zijn de enige drie ploegen die toegeven dat ze het seizoen ingaan om niet te degraderen. Al die andere clubs hebben wel eens laten vallen dat ze aan Play-off 1 denken. Wat Kortrijk, STVV, Antwerp en Lokeren betreft hebben we daar onze vragen bij. PR-praatjes om extra abonnementen te verkopen? Als ze het menen en er écht in geloven, gaan er koppen rollen. Maar die andere negen zijn onvervalste PO1-kandidaten. We voorspellen een strijd op leven en dood, met wisselende kansen en veel zenuwachtigheid. En wie weet, toch weer een verrassing.
3. Wat kunnen al die buitenlandse coaches?
We zijn er al lang uit: Belgische trainers hoeven niet onder te doen voor buitenlanders. Toch blijven met Hein Vanhaezebrouck, Yves Vanderhaeghe, Felice Mazzu, Yannick Ferrera, Francky Dury en debutant Philippe Clement nog maar zes van de zestien eersteklassers in Belgische handen. Nieuwe impulsen oké, bepaalde patronen doorbreken ook oké. Maar het is een diskwalificatie van onze trainers om ze met zovelen aan de dop te laten staan. Tijdelijk dan toch. In oktober/ november blijken de ambities niet inge-