Gazet van Antwerpen Stad en Rand

FOTO KIONI PAPADOPOUL­OS

- LUDO VANDEWALLE

ontwikkela­ar Paul Gheysens is de geldschiet­er van Antwerp FC, red.) is de club in goede handen. Ze stralen vertrouwen uit.”

Ja, maar de familie Gheysens is heel ambiti

b eus. Ze zullen snel resultaat willen. Hoe realistisc­h is dat?

“Ik heb nog voor ambitieuze clubs gewerkt hoor. Juventus, Marseille, Porto, AC Milan,… en ik kan er nog wat opnoemen. Voor mij was het een voorwaarde dat ze ambitieus waren. Ik had een plan opgesteld met wat ik dacht dat eerste seizoen nodig te hebben. Heb je niet meer nodig?”, vroeg Paul Gheysens me. Neen, dit is genoeg. Daar kan ik het eerste seizoen wel mee doen. We mogen geen stappen overslaan. Met alleen topspelers heb je geen garantie dat je meteen kampioen wordt. Investeren oké, maar niet verspillen. Hij geeft me carte blanche. Zo werk ik graag. Ieder zijn specialite­it. Ik denk dat hij het met Ghelamco ook zo doet. En je kan niet zeggen dat zijn bedrijf het niet goed doet.”

Wat is nu precies de uitdaging voor u? U hebt

b dit toch niet nodig om te overleven?

“Dit is geen kwestie van geld, zeker niet. Ik wil deze club stabiel maken en laten groeien. Om uiteindeli­jk in de top van het klassement mee te doen. De familie Gheysens wil dat, ik wil dat. Het is wellicht mijn laatste uitdaging. Dus waarom niet? Het voelt goed aan.”

Is het realistisc­h om binnen vier, vijf jaar voor

b de titel te gaan?

“Ja, dat is het zeker. Ik zeg niet dat we de titel zullen binnenhale­n, maar meedoen is zeker de bedoeling binnen de vijf jaar. Als het zeven jaar is, is het ook goed hoor. We willen de titel binnenhale­n. Ik heb een plan in mijn hoofd maar dat hou ik voor mezelf. Nu predik ik geduld. Als we dit seizoen al Play-off 1 halen, is dat een prestatie die gelijkstaa­t aan het kampioensc­hap winnen.” Uw trainer Laszlo Bölöni zegt dat

b Antwerp pas in november klaar zal

zijn. Bent u het daarmee eens? “Ja. Ik zou de ploeg liever klaar zien in september, maar ik denk dat hij gelijk heeft. Wat niet betekent dat we tegen dan geen punten moeten pakken, hé. Maar kijk naar ons competitie­begin: Anderlecht thuis, Gent uit, Genk thuis, KV Mechelen en Oostende uit. Makkelijk wordt

het niet.”

Was Bölöni eigen

b lijk uw eerste keuze als trainer? “Ik had twee à drie trainersna­men in mijn hoofd. Na een nachtje slapen heb ik Laszlo gebeld en hem de situatie uitgelegd. Ik had een goed contact met Laszlo ondanks het feit dat onze wegen in zijn tweede jaar bij Standard scheidden. “Met jou doe ik het”, zei hij. De dag nadien hadden we een akkoord. Laszlo was de

eerste en de enige die ik belde. Met het werk dat we hier voor de boeg hadden – en nog steeds hebben – heb je een gediscipli­neerde, sterke trainer nodig. Iemand met ervaring. En iemand waar ik vertrouwen in heb. Daarom viel de keuze op hem. Met hem kunnen we hier een goede basis leggen. Hij houdt ervan te bouwen.”

b Spelers klagen dat hij te hard is.

“Ah ja? In elke stiel zijn er leuke en minder leuke dingen. Als ze klagen dat de trainingen te hard zijn, moeten ze niet in eerste klasse spelen. Ik heb ook geen vakantie genomen hoor. Voordien heb ik genoeg vakantie gehad.” (lacht)

b Uw stempel op de club is al onmiskenba­ar aanwezig. U hebt met Frederic Leidgens, die u nog kent van bij Standard, een Franstalig­e teammanage­r aangeworve­n. Wordt de club niet te veel verfranst?

“Willen we iets goed doen of gaan we over taalkennis spreken? Ik spreek vier à vijf talen. Toen ik bij Porto begon, sprak ik ook geen Portugees. Ik heb het geleerd. Leidgens kent zijn job, het Nederlands zal hij wel leren. Hij heeft persoonlij­kheid. Het is niet evident om onder de spelers te zijn en toch gediscipli­neerd te zijn. Niet alle spelers spreken toch ook Nederlands?”

Is het realistisc­h dat spelers als Defour en

b Mbokani nog naar Antwerp komen?

“Neen, in de huidige conjunctuu­r niet. Ik heb nog contact met hen, maar we moeten het allemaal stap voor stap doen. Grote namen zijn nog altijd mogelijk. Zoals Conceicao, Rapaic, Prosinecki… indertijd bij Standard. Maar die spelers moeten willen komen. Dat geldt ook in die samenwerki­ngen met Porto en PSG. Ik heb daar nog spelers op het oog, maar willen ze komen? Nu naar Antwerp komen, is niet evident. We komen uit tweede klasse, het stadion is nog niet af. Met een nieuw stadion en als topclub zal het iets makkelijke­r zijn. Zo zie je maar: je moet niet alleen een ploeg bouwen. Er is ook een stevige groep bestuurder­s nodig, een mentalitei­t in de club. Zo kan je succes boeken. In Antwerpen kan dat. Deze stad verdient een topclub. Het is een grote stad met veel economisch­e mogelijkhe­den. Bovendien is het historisch een mythische club. Deze club herlancere­n was de enige uitdaging in België die me aansprak. Het is een heel trouw publiek dat verslinger­d is op zijn club. Als het hier echt begint te draaien, hebben we een stadion van 35.000 mensen nodig.”

Met fans waarvan er enkelen wel eens zwaar

b uit de bocht durven gaan. Hebt u daar al stappen gezet?

“Dat is inderdaad een ferm negatief punt. Ik doe een oproep om elke agressieve actie achterwege te laten. Dat is nefast voor het imago van een club, ook voor het respect dat een club kan krijgen. Ik heb al met de voorzitter­s van de supporters­federaties gesproken en dat was een goed gesprek.”

Tot slot: uw naam werd genoemd in die

b Football Leaks, u zou offshorebe­drijfjes hebben om belastinge­n te ontwijken.

“Alles wordt op een hoop gegooid en niemand weet hoe het precies werkt. Ik zou ook werken met het makelaarsb­ureau Doyen Sports. Ik heb daar niets mee te maken. Er werden ook andere bedrijven genoemd waarmee ik niets heb te maken. Ze zeggen maar, ze doen maar. Daar moet ik toch niet telkens op antwoorden?”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium