Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ten dans op Sfinks
Mocht je Boechout in een paar steekwoorden moeten samenvatten, dan kom je naast ‘Bart Peeters’ en ‘Jan Leyers’ uiteraard ook uit bij ‘Sfinks’ en ‘wereldmuziek’. Vier dagen per jaar brengt het festival de wereld samen op een vierkante kilometer. En al helemaal als, zoals gisteravond, het weer meezit.
Iedere organisator die zichzelf een beetje respecteert noemt zijn evenement tegenwoordig een belevingsfestival. Het bekt lekker, en zo geef je meteen te kennen dat het om méér draait dan alleen muziek. Sfinks Mixed hoorde al in die categorie thuis voor het een modewoord werd. En ook al zijn er intussen festivals zat waar alles groter en spectaculairder is, toch blijven ze in Boechout tot vandaag die traditie aanhouden.
Zeker: sinds het besluit werd genomen om geen toegang meer te vragen, spreekt de affiche misschien iets minder tot de verbeelding van het grote publiek. De tijd van legendarische concerten van Youssou N’Dour, Marissa Monte en Nusrat Fateh Ali Khan behoort wellicht voorgoed tot het verleden, maar daar staan andere evoluties tegenover die net zo goed de moeite waard zijn.
Weinig festivals waar de sfeer zo laidback is en er zelfs een Zen Garden is geinstalleerd. Yoga tussen de boomgaarden: we zien het op Graspop niet meteen gebeuren. Sfinks is – nu nog meer dan vroeger – een echt familiefestival. Zo is het Kidz-dorp uitgegroeid tot een festival op zich, met springkastelen, knutselateliers en een waaier aan ecologisch verantwoorde speeltoestellen.
Ook opmerkelijk: op Sfinks krijgen ngo’s als Oxfam, WWF en Amnesty International de kans om hun projecten onder de aandacht te brengen. Iets wat op popfestivals, waar de blik vooral op omzet en winst is gericht, alsmaar minder evident blijkt. Ook hier moeten dergelijke organisaties weliswaar betalen, maar dat blijkt de investering meer dan waard.
“Het publiek van Sfinks is traditioneel heel open van geest, en is heel ontvankelijk voor wat we doen”, zegt Jeroen De Pauw, fondsenwerver bij Amnesty. “We zijn hier heel zichtbaar aanwezig en kunnen ons verhaal doen, op een positieve, niet-belerende manier. Als we zo mensen kunnen overtuigen van waar we voor staan, is dat eigenlijk belangrijker dan het aantal festivalgangers dat we kunnen overtuigen om een donatie te doen. Al valt ook dát mee bij het Sfinks-publiek.”
Maar wie is dat Sfinks-publiek dan? Een wandeling over het terrein geeft aan dat die vraag, zeker omdat het om een gratis festival gaat, niet zo eenduidig te beantwoorden is. We zien hippies én hipsters. En tegen de avond aan komen vooral de Boechoutenaren zelf een kijkje nemen. Alleszins: velen vinden de muziek bijkomstig en beschouwen Sfinks vooral als één grote picknick. Veel jonge gezinnen met kleine kinderen liggen gewoon wat te luieren onder een struik of een zelfgebouwde tentenconstructie.
Of ze écht aan luieren toekomen is weer een andere vraag, want op de weide hoor je één grote kakafonie van bonkende beats en onvermoeibare ritmes. In de Dub Corner – nieuw dit jaar – zweren dj’s bij reggae met bassen die je interne huishouding in een mum van tijd overhoop halen. Vanuit een ander tentje tracht een zonovergoten classic van Manu Chao de weemoedige elektronica van Kraftwerk te overstemmen. Om eerlijk te zijn: oordopjes zijn geen overbodige luxe. Meteen een goeie tip mocht u vandaag of komend weekend zelf naar Boechout afzakken.