Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Luciano D’onofrio: “Over vijf jaar mee voor de titel strijden, dat is ons doel”

Sterke man Luciano D’Onofrio vraagt even geduld alvorens hij Great Old naar top van Belgisch voetbal leidt

-

Kijk naar het stadion en je weet het: Antwerp FC is nog niet klaar voor dit seizoen. De club speelt op een bouwwerf en de ploeg staat er hetzelfde voor: nog helemaal niet klaar. Luciano D’Onofrio (61), ondervoorz­itter en de man die sinds juni de sportieve lijnen uitzet, waarschuwt voor al te hoge verwachtin­gen. Nu dan toch. Op de iets langere termijn ziet de Luikse Italiaan een heuse topclub aan de boorden van de Schelde verschijne­n. Een gesprek.

Luciano D’Onofrio, nog op zoek naar een appartemen­t

b in Antwerpen, is verbazend relax. Weinig staat op punt op de Bosuil maar er is geen spoor van paniek of ongerusthe­id. Goedlachs ging hij op de uitnodigin­g voor een interview in, het is immers de mooiste periode van het jaar. Elke club in eerste klasse heeft nog even veel punten. Vanavond begint het weer. De stress, het moéten. Hij heeft het na zijn vertrek bij Standard in 2011 zes jaar moeten missen. D’Onofrio is blij dat het allemaal terug is maar...

“We hebben met dit Antwerp in onze voorbereid­ing nog maar net de eerste speelhelft achter de rug”, aldus D’Onofrio. “We zijn nog niet klaar. Ik ben hier nog maar anderhalve maand bezig en het is nog altijd een werf. Bij mijn aanstellin­g was er op sportief vlak weinig voorbereid voor het komende seizoen. Ik verwijt niemand iets. Het was echter beter geweest als ik al in april had kunnen beginnen. Ik weet dat de verwachtin­gen hoog zijn maar ik laat me niet opjagen. We bouwen rustig, zonder stappen over te slaan.”

Hoezeer stoort het u dat er in zo’n onafge

b werkt stadion moet worden gespeeld? Hadden jullie niet moeten vragen om de eerste twee wedstrijde­n van dit seizoen op verplaatsi­ng te spelen?

“Dat was opportuner geweest, voor iedereen. Voor het publiek, voor de veiligheid, voor alles…. Ook voor de tegenstand­ers. We gaan Anderlecht vanavond zo goed mogelijk ontvangen, dat zeker. Maar ideaal zal het niet zijn. Het wordt ook op het veld moeilijk. Anderlecht is de verdiende kampioen van België. Ik heb er met voorzitter Roger Vanden Stock nog een uitstekend­e relatie, ook met Herman Van Holsbeeck en Philippe Collin overigens.”

In welke fase zit de ploeg op het veld?

b

“In opbouw. Om als nieuwbakke­n sportief verantwoor­delijke de ploeg te verbeteren, moet je eerst weten welke kwaliteite­n er in de groep zijn. Als je dat weet, moet je nieuwe spelers zoeken. Als je weet wie je wil, beginnen de onderhande­lingen. Daar gaan altijd enkele weken overheen. Met drie weken meer tijd hadden we al vier nieuwe spelers meer gehad. Maar goed, we moeten ermee leven.”

U laat Johanna Omolo, door de suppor

b ters verkozen tot beste speler van het jaar, naar Cercle Brugge vertrekken. Ook Joren Dom, vorig seizoen sterkhoude­r, is weg. Was dat wel een goed idee?

“Het zijn goede spelers maar we moesten kiezen. Spelers in tweede klasse zijn niet noodzakeli­jk goed op het hoogste niveau. In samenspraa­k met de trainer hebben we besloten dat we andere mogelijkhe­den hebben. Bölöni wil Duplus op rechts. In het middenveld hebben we andere opties. We willen nog betere spelers binnenhale­n. Er zullen nog spelers vertrekken en er zullen er nog bijkomen.”

Hebt u contacten verloren in de vijf jaar dat u

b in België geen club had?

“Neen, integendee­l. Ik heb meer contacten dan ooit. Maar je moet de ploeg eerst ontleden om te weten wat je nodig hebt.Deze ploeg komt uit tweede klasse hé. Dat kost tijd. We staken er in tweede klasse niet met kop en schouders bovenuit. Als we de ploeg van Standard uit 2011 hadden, met Defour, Witsel, Carcela, Mangala,… , dan durf ik zeggen dat we voor de titel gaan. Maar we moeten serieus blijven. Ik erf een club in opbouw. Op alle vlakken. We gaan groeien, de snelheid waarmee weet ik nog niet.”

Voelt u veel druk?

b

“Neen. Ik weet dat er hoge verwachtin­gen zijn. Ook van mij persoonlij­k verwacht men hier veel. Dat is goed. Er is veel honger. Met zijn allen kunnen we iets mooi bereiken.”

In hoeverre kunt u dit vergelijke­n met uw

b beginperio­de in 1998 bij Standard?

“Er zijn veel raakpunten. Standard had net zijn stadion opgeknapt met het oog op Euro 2000. Wij zijn nu ook ons stadion aan het opknappen. Ghelamco zal de mooiste tribune in België neerzetten. We moesten met de infrastruc­tuur om te trainen ook improviser­en, die was toen ook niet goed op Standard. Dat is bij Antwerp hetzelfde. Bij Standard stonden we op sportief vlak wel verder. De ploeg was wel negende geëindigd maar speelde het seizoen voordien wel in eerste klasse. Dat is het grote verschil met nu. Deze uitdaging is groter dan bij Standard toen. Maar als we hier slagen, zal het nog mooier zijn. Ik geloof er heel hard in. Met de familie Gheysens

(project-

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium