Gazet van Antwerpen Stad en Rand
de stiefkind van de haven
Merksem ademt verval
schoof in de stad. Zodra de haven echter noordwaarts begon uit te breiden, was het Schijn meestal het eerste slachtoffer. Naarmate er meer dokken bij gegraven werden, werd de rivier steeds verder omgeleid en waar mogelijk overwelfd of door buizen gejaagd. Sinds 1910 al is er geen Schijnwater meer zichtbaar binnen de perimeter van de huidige Ring.
Na de aanleg van de Antwerpse Ring en de laatste havenuitbreiding op de rechteroever stroomde het Schijn van aan de Schijnpoort meer dan 8 kilometer in kokers noordwaarts door Merksem en Ekeren. Hij kwam pas opnieuw bovengronds aan de bocht van de Leugenberg. Daar liep hij eerst in een gracht tot net boven waar nu het natuurreservaat de Kuifeend ligt. De pompinstallatie van de Rode Weel, een van de grootste van Europa, pompte het Schijnwater onder het Kanaaldok tot in de Schelde.
Rampgebied Merksem
Die laatste oplossing bleek ook maar tijdelijk houdbaar. Tegen het eind van het millennium was het meest westelijke deel van Merksem, tussen de Ring en de Lambrechtshoekenlaan, immers veranderd in een soort Bangladesh. Om de paar jaar stond de ganse wijk blank. Vooral in 1998 leek het alsof een verstrooide saswachter de sluisdeuren per ongeluk drie weken had laten openstaan. De grote schuldige was snel gevonden: het Schijn.
De kokers waarin de rivier naar het noorden stroomde waren slecht onderhouden en voor een groot deel – sommigen beweerden voor 80% – dichtgeslibd. Bij hevige regenval werd het waterdebiet dat door de kokers moest te groot en zocht het Schijn zich een uitweg in Merksem. De overstroming van september 1998 werd jaren later zelfs als ramp erkend. Merksemnaren moesten vluchten naar hogere verdiepingen van hun huis en door de brandweer ontzet worden met rubberen bootjes, zo hoog kwam het water.
Structurele maatregelen waren nodig. De 8 kilometer lange kokers van het Schijn werden geruimd. Maar toen ook in de volgende jaren bij noodweer problemen bleven opduiken, dokterden ingenieurs een nieuw plan uit. Weg met de kokers. Er kwam een nieuw pompstation aan de Schijnpoort dat het water onder de Ring en de Schijnpoortweg via een 430 meter lange leiding rechtstreeks in het Lobroekdok stortte. Dat is vandaag nog steeds de huidige, roemloze situatie.
Laat het Schijn maar stinken
Het Lobroekdok is het verwaarloosde stiefkind van de haven van Antwerpen. Het is een zielige, verloederde plek in de schaduw van het viaduct van Merksem. Alles ademt hier verval, het ideale decor voor een film van de broers Dardenne. In het midden van het dok ligt de Tug Miki, een gammele schuit waar bomen uit groeien. Zelfs de aalscholver die uitrust op het voorsteven moet even in zijn ogen wrijven bij het zien van zoveel ellende. Verder in het dok, bij het verbindingskanaaltje naar het Albertkanaal, ligt een verroest schip half onder water aan de met onkruid overwoekerde kaai. Onder het viaduct ernaast is nog een andere boot gedumpt. Errond liggen overal de overblijfselen van recent heroïnegebruik. In de hoeken van het dok stapelt het vuilnis zich op. Blijkbaar is dit een geliefkoosd oord van sluikstorters.
Het Schijn sleept al 150 jaar een slechte reputatie met zich mee. Het is niet beter te illustreren dan met enkele regels uit een volksliedje uit de jaren stillekes: De vijanden komen van noord Ze moeten door de Schijnpoort Hier zonder nen droppel bloed Van de stank vallen ze dood Laat het Schijn maar stinken ’t Kan niet beter zijn Ge moet er niet van drinken Drink maar liever wijn
Maar pas hier, helemaal aan het eind van onze trip, ruiken we het Schijn voor het eerst. En niet zo’n klein beetje. Een zure rioolstank. Niet dat het lokale gevogelte er zich veel van aantrekt. Aan de kant van de Slachthuislaan gooit een koppel een half wit brood gesneden in het water. Voor het eerst komt er wat deining in het stilstaande slib, van alle eenden en meeuwen die vechten om de kruimels.
Baggeren
En toch is er hoop. Die druppels in de wei van Carl Mintjens in Westmalle die ondanks alle hindernissen helemaal door Halle en Oelegem en Wijnegem en Wommelgem en Deurne tot in dit Lobroekdok zijn gesukkeld, vloeien met een beetje chance via het Albertkanaal, het Straatsburgdok en de Royerssluis naar de Schelde. Vlakbij de plek waar ze dat in de tijd van Napoleon ook al deden. Sinds een paar maanden zijn de meeste wrakken die hier al jaren lagen te verroesten weggesleept en aan de kant van waar vroeger de brug naar Merksem stond en nu alleen nog een fietsersbrug, ligt een baggerboot. Tegen eind 2018 zou het hele dok proper moeten zijn. En binnen x-aantal jaar, wanneer ook het viaduct van Merksem er niet meer zal staan en de Ring ter hoogte van dit Lobroekdok door een sleuf zal lopen, zou het Schijn misschien wel een nieuw leven kunnen krijgen.
Maar de toekomst, dat is voor morgen. In de laatste aflevering van deze reeks.