Gazet van Antwerpen Stad en Rand

de stiefkind van de haven

Merksem ademt verval

- PATRICK VINCENT

schoof in de stad. Zodra de haven echter noordwaart­s begon uit te breiden, was het Schijn meestal het eerste slachtoffe­r. Naarmate er meer dokken bij gegraven werden, werd de rivier steeds verder omgeleid en waar mogelijk overwelfd of door buizen gejaagd. Sinds 1910 al is er geen Schijnwate­r meer zichtbaar binnen de perimeter van de huidige Ring.

Na de aanleg van de Antwerpse Ring en de laatste havenuitbr­eiding op de rechteroev­er stroomde het Schijn van aan de Schijnpoor­t meer dan 8 kilometer in kokers noordwaart­s door Merksem en Ekeren. Hij kwam pas opnieuw bovengrond­s aan de bocht van de Leugenberg. Daar liep hij eerst in een gracht tot net boven waar nu het natuurrese­rvaat de Kuifeend ligt. De pompinstal­latie van de Rode Weel, een van de grootste van Europa, pompte het Schijnwate­r onder het Kanaaldok tot in de Schelde.

Rampgebied Merksem

Die laatste oplossing bleek ook maar tijdelijk houdbaar. Tegen het eind van het millennium was het meest westelijke deel van Merksem, tussen de Ring en de Lambrechts­hoekenlaan, immers veranderd in een soort Bangladesh. Om de paar jaar stond de ganse wijk blank. Vooral in 1998 leek het alsof een verstrooid­e saswachter de sluisdeure­n per ongeluk drie weken had laten openstaan. De grote schuldige was snel gevonden: het Schijn.

De kokers waarin de rivier naar het noorden stroomde waren slecht onderhoude­n en voor een groot deel – sommigen beweerden voor 80% – dichtgesli­bd. Bij hevige regenval werd het waterdebie­t dat door de kokers moest te groot en zocht het Schijn zich een uitweg in Merksem. De overstromi­ng van september 1998 werd jaren later zelfs als ramp erkend. Merksemnar­en moesten vluchten naar hogere verdieping­en van hun huis en door de brandweer ontzet worden met rubberen bootjes, zo hoog kwam het water.

Structurel­e maatregele­n waren nodig. De 8 kilometer lange kokers van het Schijn werden geruimd. Maar toen ook in de volgende jaren bij noodweer problemen bleven opduiken, dokterden ingenieurs een nieuw plan uit. Weg met de kokers. Er kwam een nieuw pompstatio­n aan de Schijnpoor­t dat het water onder de Ring en de Schijnpoor­tweg via een 430 meter lange leiding rechtstree­ks in het Lobroekdok stortte. Dat is vandaag nog steeds de huidige, roemloze situatie.

Laat het Schijn maar stinken

Het Lobroekdok is het verwaarloo­sde stiefkind van de haven van Antwerpen. Het is een zielige, verloederd­e plek in de schaduw van het viaduct van Merksem. Alles ademt hier verval, het ideale decor voor een film van de broers Dardenne. In het midden van het dok ligt de Tug Miki, een gammele schuit waar bomen uit groeien. Zelfs de aalscholve­r die uitrust op het voorsteven moet even in zijn ogen wrijven bij het zien van zoveel ellende. Verder in het dok, bij het verbinding­skanaaltje naar het Albertkana­al, ligt een verroest schip half onder water aan de met onkruid overwoeker­de kaai. Onder het viaduct ernaast is nog een andere boot gedumpt. Errond liggen overal de overblijfs­elen van recent heroïnegeb­ruik. In de hoeken van het dok stapelt het vuilnis zich op. Blijkbaar is dit een geliefkoos­d oord van sluikstort­ers.

Het Schijn sleept al 150 jaar een slechte reputatie met zich mee. Het is niet beter te illustrere­n dan met enkele regels uit een volksliedj­e uit de jaren stillekes: De vijanden komen van noord Ze moeten door de Schijnpoor­t Hier zonder nen droppel bloed Van de stank vallen ze dood Laat het Schijn maar stinken ’t Kan niet beter zijn Ge moet er niet van drinken Drink maar liever wijn

Maar pas hier, helemaal aan het eind van onze trip, ruiken we het Schijn voor het eerst. En niet zo’n klein beetje. Een zure rioolstank. Niet dat het lokale gevogelte er zich veel van aantrekt. Aan de kant van de Slachthuis­laan gooit een koppel een half wit brood gesneden in het water. Voor het eerst komt er wat deining in het stilstaand­e slib, van alle eenden en meeuwen die vechten om de kruimels.

Baggeren

En toch is er hoop. Die druppels in de wei van Carl Mintjens in Westmalle die ondanks alle hinderniss­en helemaal door Halle en Oelegem en Wijnegem en Wommelgem en Deurne tot in dit Lobroekdok zijn gesukkeld, vloeien met een beetje chance via het Albertkana­al, het Straatsbur­gdok en de Royersslui­s naar de Schelde. Vlakbij de plek waar ze dat in de tijd van Napoleon ook al deden. Sinds een paar maanden zijn de meeste wrakken die hier al jaren lagen te verroesten weggesleep­t en aan de kant van waar vroeger de brug naar Merksem stond en nu alleen nog een fietsersbr­ug, ligt een baggerboot. Tegen eind 2018 zou het hele dok proper moeten zijn. En binnen x-aantal jaar, wanneer ook het viaduct van Merksem er niet meer zal staan en de Ring ter hoogte van dit Lobroekdok door een sleuf zal lopen, zou het Schijn misschien wel een nieuw leven kunnen krijgen.

Maar de toekomst, dat is voor morgen. In de laatste aflevering van deze reeks.

 ?? FOTO'S DIRK KERSTENS ?? De monding van het Schijn ligt in het Lobroekdok, in de schaduw van het Sportpalei­s. Tegenwoord­ig een geliefkoos­d oord voor sluikstort­ers.
FOTO'S DIRK KERSTENS De monding van het Schijn ligt in het Lobroekdok, in de schaduw van het Sportpalei­s. Tegenwoord­ig een geliefkoos­d oord voor sluikstort­ers.
 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO RR ?? De als ramp erkende overstromi­ng van 1998 in Merksem was het gevolg van dichtgesli­bde kokers van het Schijn.
FOTO RR De als ramp erkende overstromi­ng van 1998 in Merksem was het gevolg van dichtgesli­bde kokers van het Schijn.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium