Gazet van Antwerpen Stad en Rand
voor Tram- en Autobusmuseum
willigers van het Tram- en Autobusmuseum (VlaTAM) samen in de loods voor hun wekelijkse werkvergadering en die draait deze weken rond de vernieuwing van het museum. “In 1997 werd de loods uit gebruik gesteld en omgebouwd tot museum. Toen al moesten er werken gebeuren aan het dak, maar die zijn steeds uitgesteld. In 2010 hebben we de beslissing genomen om het museum te sluiten voor de veiligheid van de bezoekers. Regelmatig vielen stukken van het dak, we konden de renovatie niet langer uitstellen. De Lijn is eigenaar van het gebouw en heeft nu 2 miljoen euro vrijgemaakt voor de werken”, zegt voorzitter Hubert Van den Bergh, die opgetogen is dat het museum weldra opnieuw te bezoeken zal zijn. “Wij mikken voorzichtig op juni volgend jaar voor de opening. Tot die tijd is het nog alle hens aan dek om met de vrijwilligers de nodige voorbereidingen te treffen. Zo spitten we nu de rijke archieven uit die hier liggen. Dat gaat van foto’s tot documenten. Verder hebben we ook de tramstellen die niet langer rijden en nog in de loods staan, be- dekt met plastic om ze te beschermen voor het stof van de renova- tie.”
Speciale festiviteiten
De trams die nog in de loods van 4.600 vierkante meter groot staan, zijn stuk voor stuk bijzondere exemplaren waar de vrijwilligers erg trots op zijn. “Zo staat de eerste elektrische stadstram uit 1900 hier nog. Verder hebben we ook een trolleybus die tot 1964 door de Seefhoek reed en een Gyrobus met vliegwielaandrijving. Eigenlijk staat heel de tram- en busgeschiedenis in de loods opgeslagen.” Om die unieke stukken mooi tot hun recht te laten komen, hebben de vrijwilligers grootste plannen voor het vernieuwde museum. “Het is een moeilijke afweging wel- ke stukken we waar kunnen tentoonstellen”, weet VlaTAM-vrijwilliger Bob Morren. “Voor het museum willen we naast de vele tramen busstellen ook werken met historische foto’s naast nieuwe, moderne beelden. Het museum moet vooral een modernisering ondergaan met onder meer audiovisuele informatieborden en interactieve collecties. Graag zouden we ook werken met wisselende collecties, maar het is natuurlijk niet evident om nieuwe trams binnen en buiten te krijgen. Ook zullen we met de vrijwilligers gaan gidsen in het museum. We zetten verder nog in op een schoolwerking met rondleidingen voor klasgroepen. Vanuit het museum zullen ook nog voertuigen vertrekken, zoals de Poldertram in de zomer of bijzondere trams en bussen voor festiviteiten als huwelijken.” De grote uitdaging volgens de vrijwilligers is het museum interessant maken voor zowel kenners als niet-kenners van de voertuigen. “We hebben allemaal wel wat ervaring met het gidsen van bezoekers en kunnen bevestigen dat het museum ook als niet-kenner de moeite is. Het leukste als gids vond ik een bezoek van een kind met ouders en grootouders. Spontaan worden dan steeds verhalen gedeeld over vroeger en nu. Ook de oude foto’s doen het dan goed. Het openbaar vervoer is een sociaal onderwerp. Iedereen heeft wel eens tram of bus genomen en heeft er wel iets over te vertellen”, aldus Morren.
Ongelooflijke passie
Dat de vrijwilligers uren tijd spenderen in het vernieuwen van het museum omdat ze echt gepassioneerd zijn, is vlug duidelijk. “Deze loods heeft iets bijzonders. Als jong manneke woonde ik in de buurt en kwam ik tijdens de spitsuren kijken naar de voertuigen die af en aan reden uit de loods. Daarna was ik zelf een tijd lang tramchauffeur en vertrok ik vanuit deze loods. Nog later werd ik gids in het museum en nu help ik het opnieuw samenstellen. Uiteraard zal ik ook in het vernieuwde museum de bezoekers gidsen. We hebben allemaal van jongs af een ongelooflijke passie voor trams en bussen en kunnen niet wachten tot het museum opnieuw toegankelijk is”, besluit Morren.
BOB MORREN Vrijwilliger VlaTAM “We willen werken met wisselende collecties in het museum, en we gaan met de vrijwilligers ook rondleidingen geven.”