Gazet van Antwerpen Stad en Rand
397 Belgen achter buitenlandse tralies
Vaak in mensonwaardige omstandigheden
JAN DE COCK Kenner internationaal gevangeniswezen “In gevangenissen diep in de Congolese brousse zie je mensen die al weken niet meer hebben gegeten. Ze wachten in vergeetputten op het grote niets.”
Momenteel zitten 397 Belgen wereldwijd opgesloten, verspreid over 51 landen. Vaak leven ze in precaire omstandigheden. Zonder eten zitten ze tussen honderden andere gevangenen geprangd in een veel te kleine cel, soms zelfs in een gevangenis waar geen cipiers te zien zijn en bendes de plak zwaaien. “Ik zie vaak heel onmenselijke taferelen”, zegt expert internationale gevangenissen Jan De Cock. Afgelopen week bezocht hij zijn 199ste gevangenis, op zoek naar “vergeten” Belgen.
“Vastzitten in een gevangenis met 98 man in 1 cel, met amper anderhalve vierkante meter bewegingsruimte, tussen de ratten en schorpioenen: het ontmenselijkt je voor een stuk. Al snel ontstaat er een situatie dat je beschimmeld brood even afspoelt en toch maar opeet.” Aan het woord is de Vlaming S. (44). Toen hij zijn Cubaanse cel na 16 maanden mocht verlaten, was hij vijftig kilo kwijt. Een hoge functie in een bedrijf maakt dat hij hamert op zijn anonimiteit. Alleen zijn naaste omgeving weet dat S. zelfs jaren na zijn detentie nog in behandeling is bij een psycholoog, worstelend met posttraumatische stressstoornis. Als mensen vragen naar zijn passage op Cuba? “Een lange sabbatical.” S. werkte op het eiland als commercieel directeur en woonde er met vrouw en kind. Een halfblinde zeventiger die in hoofdstad Havana dwars over de autosnelweg liep, veranderde zijn leven voorgoed. “Ik zat op cel tussen ladderzatte doodrijders en drugsdealers”, vertelt hij. “Ik wens zo’n detentie, schuldig of niet schuldig, mijn ergste vijand niet toe. Nooit voelde ik mij meer alleen, nooit verder van huis.”
Als een beest
Met 397 zijn ze, de landgenoten die momenteel in een situatie als die van S. zitten. Een licht dalende tendens die zich al enkele jaren doorzet. Al benadrukken ze bij Buitenlandse Zaken dat het absolute cijfer allicht wel hoger ligt. “Er zijn altijd landgenoten die, bijvoorbeeld uit schaamte, liever geen consulaire bijstand of aandacht wensen”, zegt woordvoerder Didier Vanderhasselt. Jan De Cock uit Westmalle, coördinator van vzw Within-WithoutWalls, geldt als grote kenner van het internationale gevangeniswezen. Deze week bezocht hij in Milaan zijn 199ste gevangenis. Op zoek naar landgenoten die wereldwijd in de penarie zitten. “Op het vlak van hygiëne en sanitaire voorzieningen heb ik in Afrika veruit de meest schrijnende dingen gezien”, vertelt hij. “In gevangenissen diep in de Congolese brousse kwam ik mensen tegen die al weken niet meer gegeten hadden. Ze wachten in vergeetputten op het grote niets.” Landgenoot Francis Delise, 74 jaar, kwijnt er weg na een veroordeling wegens seksueel misbruik met minderjarige meisjes. “Zo’n dossier is delicaat”, zegt De Cock. “Familie, vrienden, pensioen, plots is er niets meer. Wat wij proberen te doen, is ons netwerk aanspreken. Zorgen dat er een advocaat is. En basisvoorzieningen, want die ontbreken vaak.” Cipier Ronny De Smet (43) beaamt dat. Hij zat in Tunesië maandenlang in de cel na “verboden” homoseksuele contacten. “Meer dan drie maanden heb ik op de grond van mijn cel gelegen. Geen bed, geen matras. Ze behandelden mij als een beest.”
Vijf dagen zwijgen, dan karaoke
Ook in Azië zag De Cock heel wat onmenselijke detentie. In Japan, waar vijf Belgische vrouwen hun straf voor drugssmokkel uitzitten, liet hij zich vrijwillig opsluiten. “Het was militaire dril. In de ogen kijken van cipiers mocht niet. Vijf dagen lang mocht er geen woord worden gezegd. Tot het vrijdagavond was: dan was het karaoke en was het alle remmen los. Heel gek.”