Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Punt is stunt
Antwerp houdt landskampioen Anderlecht op gelijkspel bij terugkeer op hoogste niveau
Een stunt en een punt: nogal wiedes dat Antwerp gisteravond een feestje bouwde. De Great Old keerde in stijl terug op het hoogste niveau. Tot grote fierheid van trainer Laszlo Bölöni.
Eerst over naar de collega van Bölöni, René Weiler. De Anderlechtcoach gooide immers met bloemen naar Antwerp, toen hij het eigenlijk over zijn eigen ploeg had. “Waarom wij het voor rust zo moeilijk hadden? Sorry, maar dat had ik verwacht. We speelden tegen een ploeg die eindelijk weer in de hoogste reeks mocht spelen, en dan nog tegen de kampioen. Hoe zij de eerste twintig minuten gelopen hebben, was werkelijk niet normaal. Alsof het de laatste twintig minuten van hun leven waren.”
De Zwitser was ook oprecht toen hij even later Antwerp een echte aanwinst voor eerste klasse noemde. “Deze club, in deze stad, met deze fans en die historie hoort altijd thuis op dit niveau.”
Titelfavoriet
Het respect was met andere woorden heel groot. Volledig terecht, op basis van Antwerps eerste match in de Jupiler Pro League sinds 2004. Met een solide prestatie zorgde het er meteen voor dat de topfavoriet voor de titel punten verloor. Als je ziet wie er bij paars-wit allemaal op het veld stond – Sels, Kara, Kums, Dendoncker, Hanni, Teodorczyk – en je er hun marktwaardes nog even bijneemt, verdient dat meer dan een pluim. Van Bolat, die meermaals het punt redde, over Batubinsika, die achterin verraste, tot een kwieke Jaadi op de flank en een balvaste Oulare voorin: haast iedereen was op niveau. Een wonder, gezien de zware voorbereiding die Antwerp heeft gekend. Het werk van sportief directeur D’Onofrio is verre van af, er komt nog heel wat bij. Maar met de spelers die hij ter beschikking kreeg, heeft Bölöni het alvast uitstekend gedaan. Het pintje achteraf was meer dan verdiend. “Vooral voor rust zat alles goed: we stonden goed, we waren sterk in de duels en konden af en toe verrassen in de zestien”, zei de Roemeen. “Na rust werden we achteruit gedrukt en stonden we laag – te laag om tevreden te zijn. Maar de organisatie hield toch stand. Chapeau aan mijn spelers, ze hebben hun hart getoond. En ook aan de fans, we werden gesteund door een echte twaalfde man.”
“Obbi wie?”
Het moet gezegd: het aandeel van de laatste nieuwkomers was groot. Een geluk dat de drie – Bolat, Arslanagic en Oulare – net op tijd speelgerechtigd raakten. Anders liepen we ook een mooi momentje op de persconferentie mis. Toen hem gevraagd werd naar de prestatie van Oulare, ging Bölöni immers zwaar aan het twijfelen. “Obbi wie? Oulare?”, vroeg hij aan de perschef, die duidelijk maakte dat het om de nieuwe spits ging. “Ah ja, sorry. Hij is hier nog maar 48 uur. (grijnst) We hebben zelfs geen tijd gehad om hem te kunnen wegen.” Ook collega Weiler moest er hartelijk om lachen.