Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bewoners torens van Borgerhout zijn bang voor een brand
De reuzen van Borgerhout houden alles in de smiezen
De hemel boven Borgerhout is vandaag onze bestemming. Daar woont Marina Bogaerts al ruim veertig jaar op de achttiende verdieping van Residentie Rivierenhof I. Aan het andere einde van Borgerhout hebben Thibault Weewauters en Nathalie Vandebril op de vijftiende verdieping van Residentie Buckingham een betoverend uitzicht over het stadsgedeelte binnen de Ring.
Het Rivierenhof mag dan wel in Deurne liggen, de overburen op de Turnhoutsebaan hebben Borgerhout als woonplaats. De twee giganten van flatgebouwen, Residenties Rivierenhof I en II kijken uit over deze zee van groen. De andere zijde staat hiermee in schril contrast, met de vrijwel constante verkeersdrukte op de Ring. De achttiende en hoogste etage is al 44 jaar lang de thuisbasis van Marina Bogaerts (79). “In de loop der jaren heb ik het verkeer ontzettend zien toenemen”, betreurt ze. “Toen mijn man en ik naar dit appartement verhuisden, was het hier stil. Nu houd ik aan de achterkant de ramen stevig gesloten. En het roet op mijn terrasstoelen bewijst veel, met de autosnelweg richting Turnhout en Hasselt hieronder. Al blijft het heerlijk om uit te kijken op het grote park.”
Marina werkte vroeger in de immobiliën en zat zo aan de bron voor het vinden van haar droompand: een dakappartement. “Het uitzicht verveelt nooit”, vindt ze. “Alleen jammer dat de kathedraal vanuit mijn perspectief wat verscholen staat.” Marina is een bijzonder kranige dame die graag actief blijft, ook nadat haar man twee jaar geleden overleed. “Samen stapten wij als zestigplussers in 2000 nog naar Santiago de Compostela. Ook nu nog ben ik lid van een wandelclub. En ik werk als vrijwilliger in de Roma en op Jazz Middelheim, ik volg pianoles en zing in een koor.”
Terwijl Marina in hoofdzaak het gebied extramuros, buiten de Singel kan bewonderen, biedt een andere woontoren in Borgerhout, vlak bij Berchem, meer zicht op de stad intramuros: Residentie Buckingham in de Joe Englishstraat, de tweede hoogste woontoren van het district. Meestal staan hoge flatgebouwen in koppels of groepjes bij elkaar, maar de vrij smalle toren met de karakteristieke seventiesstijl is een eenzaat. Nathalie Vandebril (41) overwon vier jaar geleden haar hoogtevrees om er met haar man Thibault Weewauters (37) en hun karaktervolle kater Witse op de vijftiende verdieping te gaan wonen, met enkel een dakappartement boven hen. “Het uitzicht, de ruimte van het appartement en het vele daglicht trokken me snel over de streep”, vertelt Nathalie. “Al vind je mij niet aan de balustrade en houd ik Witse op het terras liefst aan de leiband.”
In de hoogte geniet het koppel nog dagelijks van de sublieme zonsondergangen. “De allermooiste zien we maar tweemaal per jaar, wanneer de zon ondergaat achter de koepel van het Centraal Station. Dat is echt magisch”, vindt Thibault. “En bij mist leven wij een hele dag in het wit. Voor mij is dat het prachtigste licht om video-opnames te maken.”
Thibault heeft een eigen videoproductiehuis. “Een groter breedbeeld zou ik niet kunnen vinden”, lacht hij. “Misschien nemen we hier voor een nieuw tv-kanaal, waar ik netmanager ben, weleens een programma op. Dan moeten we wel het lawaai van de Ring, dat in onze richting weerkaatst tegen het geluidsscherm, wegfilteren. Ons stoort dat echter niet. Ik vergelijk het geluid met het constante geruis van de zee.”
Waar Thibault en Nathalie zich
MARINA BOGAERTS Woont al 44 jaar op de hoogste verdieping van Residentie
Rivierenhof I “Toen we naar deze flat verhuisden, was het hier stil. Nu houd ik aan de achterkant de ramen gesloten. Al blijft het heerlijk om uit te
kijken op het park. Alleen jammer dat de kathedraal verscholen
staat.”
NATHALIE EN THIBAULT Wonen op de op één na hoogste verdieping van Residentie
Buckingham
“De allermooiste zonsondergangen zien we maar tweemaal per jaar, wanneer de zon ondergaat achter de
koepel van het Centraal Station. Dat is echt magisch. En bij mist leven wij een hele
dag in het wit.”
wel zorgen om maken, is de brandveiligheid. “Gelukkig staan we altijd in nauw contact met onze buren via een eigen Facebookpagina en website, maar de recente brand in Londen heeft onze bekommernis alleen nog maar aangewakkerd”, zegt Thibault. “Wij hebben bedenkingen bij de brandveiligheid van dit gebouw uit 1978. De haspels zijn bijvoorbeeld oud en versleten. We weten niet of we bij brand naar het dak of naar beneden moeten. En als het te hard waait, kan de hoogste brandweerkraan onze etage niet bereiken.”
Dat wind al eens voor problemen kan zorgen, ondervond het koppel al tijdens de verhuis. “De ladderlift kon niet omhoog omdat het begon te waaien. Dan maar al onze spul- len op straat en verhuizen met de lift. Kopen we nu grote meubels, dan luisteren we goed naar de weerman. En zorgen we ervoor dat niemand voor de deur staat geparkeerd.” Dat brengt het onderwerp op parkeren. “Ik vind de lage-emissiezone een schande”, fulmineert Thibault. “Onze straat staat nu vol met auto’s die hier parkeren omdat ze de stad niet meer in mogen.” Een ander punt van ergernis zijn de windmolens die als paddenstoelen uit de grond rijzen. “Bekijk dat prachtige Havenhuis en zie wat een mastodont van een windmolen daarachter het beeld vervuilt. Ik heb niets tegen windenergie, maar pleit voor windmolenparken verder buiten de stad. Gelukkig hebben wij nog steeds een vrij uitzicht. Soms zie ik een gebouw verrijzen tegenover een ander en denk: die is zijn uitzicht kwijt. Er heerst momenteel een gigantische bouwwoede in en rond de stad. Overal zien we bouwkranen. De crisis lijkt duidelijk achter de rug.”
Uit het raam van Nathalie en Thibault valt natuurlijk nog veel meer te zien dan windmolens en bouwkranen. “Onder meer het districtshuis van Borgerhout, de Cogels Osylei, het vernieuwde dak van de Roma en veel kerken: de Peperbus, de kerktorens van het Laar en Zurenborg”, wijst Thibault. “Ik weet ook perfect wanneer er files op de Ring zijn. Zoals deze, die nu aan het ontstaan is”, toont hij. Hoog tijd dus om weer neer te dalen naar de dagelijkse realiteit.