Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Chemische castratie niet langer taboe in Vlaanderen
In Vlaanderen krijgt een dertigtal zedendelinquenten een hormonale behandeling. In Wallonië en Brussel samen slechts vier.
In het Universitair Forensisch Centrum (UFC) in Antwerpen volgen op dit moment zo’n dertig zedendelinquenten een behandeling die hen chemisch castreert. In 2009, het jaar waarin het Riziv akkoord ging met de terugbetaling van deze hormonale therapie, kozen in België in totaal zeven mannen voor chemische castratie. Recentere bruikbare cijfers heeft het Riziv niet.
“We zien in Vlaanderen dat strafrechters bij het bepalen van de voorwaarden voor invrijheidstelling almaar vaker chemische castratie vermelden”, zegt professor en UFC-directeur Kris Goethals. “Als suggestie weliswaar, want het kan niet verplicht worden opgelegd. Maar ik ben van mening dat we door het niet toepassen van chemische castratie mensen langer vasthouden dan nodig in gevangenissen of psychiatrie. Hierdoor worden de mensen die ervoor in aanmerking komen tekortgedaan of onderbehandeld. En dat vind ik zorgelijk.”
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) benadrukt dat “een medische behandeling verplichten niet kan wegens een mogelijke aantasting van de fysieke integriteit. Psychiaters, therapeuten en andere experts in de gezondheidszorg geven daarnaast te kennen dat een opgelegde behandeling zonder medewerking zeer weinig resultaat oplevert.”
Parlementslid Carina Van Cauter (Open Vld), lid van de commissies Justitie en Seksueel Misbruik, betreurt het dat er niet meer onderzoek naar wordt gedaan. “Indien er meer budget naar wetenschappelijk onderzoek zou gaan, zouden we meer zicht hebben op de resultaten van zo’n behandeling. Zeker met het oog op een mogelijke re-integratie en het inschatten van de veiligheidsrisico’s is dat waardevol.”
Wetenschappelijk onderzoek is echter moeilijk omdat daarvoor een grote groep patiënten nodig is die voor langere tijd van nabij gevolgd kan worden.