Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ooh, ik ben koning Louis!”
Bloed, zweet en tranen voor plekje in parade
DAVID TROISNE
Danskapitein “Probeer te denken als koning Louis! Trommel op je borst. En springen maar. Hoger. Pluk die bananen daarboven!”
De eerste die nog lacherig durft te doen over de dansers en danseressen in de beroemde Disneyparades, krijgt het direct met mij aan de stok. Na amper een kwartier repeteren ocharme vijftien luttele minuutjes hangt mijn tong op mijn tenen en ben ik kletsnat van het zweet. Nee, dit zijn geen prutsers. Dit zijn professionals die elke dag álles geven.
Waarom heb ik in hemelsnaam gezegd dat apenkoning Louis uit
The Jungle Book mijn favoriet Disneypersonage is, denk ik wanneer ‘danskapitein’ David Troisne mij de choreografie toont van de dans die we zo dadelijk gaan inoefenen. Op de tonen van het welbekende ‘Ooh, ik ben koning Louis, oh. Ik tel als aap voor twee. Maar nou aan de top wil ik hogerop, en dat valt heus niet mee. Want ik wil graag een mens zijn, maar dat is andere koek. Ja een mens, dat is waarnaar ik mij het
apelazerus zoek.’ Al valt het omgekeerde - een mens die een aap wil/moet zijn - ook niet echt mee.
Of ik eens wil drinken, vraagt de danskapitein me al na amper vijf minuutjes. Buiten brandt de zon en is het dik 30 graden, maar in de dansstudio in het Simbagebouw is het heerlijk koel dankzij de airco. Toch ben ik al drijfnat.
“Je zou het niet zeggen, maar zo’n choreografie is hard labeur”, zegt David Troisne, met een te vette knipoog. Ja, lach maar, denk ik bij mezelf. Al heeft hij overschot van gelijk. “Dit is afzien.” Stoer, maar beleefd bedank ik voor het glas water. “En dan moet je nog niet eens repeteren in apenkostuum en met maquillage. De parade zelf duurt minstens een halfuur. Geloof me, onder een brandende zon zoals vandaag kruipt dat in de kleren.”
Eén, twee, in de maat
Dat er dagelijks wordt gerepeteerd voor Disney Stars on Parade, is volgens de danskapitein geen overbodige luxe. “Disney Stars on
Parade ging pas eind maart in première en er kan nog altijd wat worden bijgeschaafd. De lat ligt zeer hoog. Bovendien wisselen dansers en danseressen af en toe ook eens van rol. Dat zorgt niet alleen voor de nodige afwisseling, maar voorkomt ook problemen wanneer iemand vakantie heeft of plots ziek uitvalt. Want er is elke dag een parade, zomer en winter, zon of regen. En die parade moet de toeschouwers aan het dromen brengen.”
Intussen hang ik letterlijk de aap uit: “Probeer te denken als koning Louis! Beweeg als hem! Trommel op je borst. En nu linkerbeen en beide armen gestrekt omhoog. En springen maar. Hoger. Pluk die bananen daarboven! Ja, dat is al wat beter.”
Maar ik zie aan zijn blik dat ik geen enkele kans zou maken bij een casting. Om even op adem te komen, vraag ik hem naar de kwaliteiten van een goede paradedanser of -danseres. “Gevoel voor ritme, lenigheid en doorzettingsvermogen. En gek zijn op Disney, want dan kan je je perfect inleven en verschijnt die stralende glimlach vanzelf. En dat is het begin van alle magie.”
Ik doe mijn uiterste best, maar voel dat het toch wat geforceerd overkomt. Tot de danseressen één na één binnensijpelen, prachtig gemaquilleerd en in een kleurrijke outfit waarvan mijn mond openvalt. Als bij toverslag hangt er een magisch sfeertje in de dansstudio.
“Hello birdies, hi my little apes”, begroet David Troisne zijn danseressen in vloeiend Engels, de voertaal tijdens de repetities, zo blijkt.
“Hoi, ik ben Kylie. Aap mij maar na”, fluistert het olijke apinnetje dat mijn danspartner wordt. “Hé, u spreekt Nederlands?” “Klopt, ik kom uit Holland.” Meer tijd om te socializen is er niet, want uit de luidspreker schalt alweer mijn favoriete deuntje uit The Jungle
Book. Ik voel me groeien in mijn rol en begin van pure pret mee te zingen: ‘Oh oebiedoe, ik ben eraan toe-oe. Ik maak me kwaad als jij. Ik praat als jij. Eén, twee, in de maat. Oooh ik ben eraan toe-oe. Want ik lijk op jou...’ Misschien zou ik toch meer kans maken als zanger dan als danser?