Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Gazon maaien helpt planten aansterken
Gras ‘waarschuwt’ andere gewassen in de buurt voor gevaar
H
et maaien van het gazon in de buurt van een akker zorgt ervoor dat de gewassen beter gewapend zijn tegen ziektes. Want de planten pikken de stresssignalen van het gemaaide gras op en zetten zich schrap tegen mogelijk gevaar.
Bio-ingenieurs van de Universiteit Gent hebben een methode ontwikkeld om gewassen als tarwe en rijst tegen schimmels en ziektes te beschermen: met behulp van stoffen die planten zelf aanmaken in een stress-situatie. “We verspreiden de geur van vers gemaaid gras”, zo schetst ingenieur Maarten Ameye van de UGent het principe achter deze biologische vaccinatie. Hoe werkt dat dan? Maarten Ameye: Wanneer ze stress ondervinden, produceren planten zogenaamde groenbladvolatielen. Deze vluchtige stoffen vormen de typische geur wanneer je het gazon maait. Maar planten geven die stoffen ook af als verdediging wanneer ze aangevallen worden door een insect, ziekte, bacterie of schimmel. Planten die in de buurt staan, kunnen die stoffen als het ware ‘ruiken’. Ze weten zo ook dat er in de buurt een bedreiging aanwezig is, waardoor ze ervoor gaan zorgen dat hun eigen verdediging ook actief is. Die zetten ze dan nog hoger wanneer ze effectief worden aangevallen. Met die kennis dienden we eerst volatiele stoffen toe, om de planten nadien te infecteren met verscheidene schimmels. In het onderzoek stelden we vast dat er zo een verhoogde verdediging van 30% tot 40% ontstond. Het verschil met het toedienen van pesticiden is dat die de schimmels of ziektes rechtstreeks aanpakken, terwijl wij ervoor zorgen dat de plant beter gewapend is tegen die schimmels of ziektes. Hun afweersysteem wordt sterker. Dat opent mogelijkheden om die stoffen preventief als natuurlijk bestrijdingsmiddel of als een soort biologisch vaccin in te zetten.
Waar halen jullie die stoffen vandaan? Die typische geur van gras vind je ook terug in shampoos en geurkaarsen en is dus gewoon commercieel te verkrijgen. Maar wij hebben het meer bekeken vanuit de karakteristieke eigenschappen van die stof. De natuur maakt niet zomaar een geurstof aan omdat het lekker ruikt, het heeft een ander doel. Als ze stress hebben, heeft dat met een respons op gevaar te maken. De sterkte van die groenbladvolatielen is net dat het een algemeen signaal voor stress is dat de plant vrijgeeft. Waarom dit dan niet eerder is bedacht? Eigenlijk weten we al lang dat er een effect is, maar niet hoe het mechanisme juist werkt. We hebben de ‘neus’ van planten nog niet gevonden, waarmee ze de stof waarnemen.
Is die constante toestand van stress wel goed voor planten? We willen nu verder onderzoeken of het regelmatig toedienen van de stoffen een effect op de groei heeft. Want planten hebben slechts een beperkt aantal bouwstoffen: steken we die in de groei of in de verdediging? We willen nu bekijken of we zo heel gezonde, resistente planten krijgen die niet zo groot worden, of dat we net een mooi evenwicht krijgen. Bepaalde schimmels en ziektes komen ook niet het hele jaar voor, maar enkel in heel gevoelige periodes. We kunnen het toedienen van de stoffen dan heel specifiek daarop afstemmen.
Worden die stoffen verneveld zoals pesticiden? We willen onderzoeken of het volstaat om te werken met groene grasstroken rond de velden, die op geregelde tijdstippen gemaaid worden. Dat is waarschijnlijk ook makkelijker voor landbouwers. Dat kan mogelijk in combinatie met de aanleg van gewasbermen gebeuren om de biodiversiteit te bevorderen. HANS OTTEN