Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Boomke zien, jenevertje drinken!

-

De Legende

Er was een tijd dat reizen, van de ene naar de andere haven, nog een hele ondernemin­g was. De enige motor die bestond, noemde toen nog de wind. De zeilschepe­n op het water werden naar hun bestemming geblazen. Met een ruim vol lading en passagiers, en een bemanning die steeds lange dagen voor de boeg had. De enige verpozing aan boord was daarom een borreltje na de arbeid. Enkele vaten met wijn en jenever waren vloeibare maaltijdch­eques voor de matrozen. Het was een deel van de lading die officieel niet bestond. In Antwerpen mocht van de douane geen alcohol voor eigen verbruik worden ingevoerd. Die lading werd bij controle steevast in beslag genomen. Elke scheepsbem­anning die onderweg naar Antwerpen was, wilde dus weten wanneer de haven in zicht kwam. Ergens in de 15de eeuw had een kapitein ontdekt hoe men dat kon zien. Op de rechteroev­er van de Schelde, ter hoogte van de bocht aan Oosterweel – de laatste grote bocht voor de stad aan de horizon opdoemde – stond een boompje. Het was de enige boom, een jonge eik, die op de kilometers lange dijk wortel had geschoten. Hoe hij daar gekomen was, wist niemand. Maar het nieuws ging de vaarwereld rond. De grens van Antwerpen was Boomke geworden en alle schepen die onderweg waren naar de haven, gingen voortaan aan Boomke voor anker en dronken er hun voorraad alcohol op. En tot de dag van vandaag blijft die traditie min of meer bestaan. Al wie voorbij het Boomke vaart, heft nog steeds het glas op een behouden zeereis.

De waarheid van Boomke

Onze machtige stroom die de Schelde heet, is altijd een gevaarlijk en verraderli­jk vaarwater geweest. Stromingen en getijden doen zandbanken niet alleen groeien en krimpen, maar verschuive­n ze mettertijd ook van plaats. Vandaar dat er dagelijks gebaggerd wordt en waterboeie­n en rivierlood­sen de grote schepen langs hinderniss­en leiden. Vroeger bestonden die hulpmiddel­en niet. Elke kapitein was aangewezen op getekende kaarten die hij aan boord had en die een momentopna­me waren van de rivierbode­m toen het plan getekend werd. “Men moet zich hoeden voor de bocht van Austruweel (Oosterweel)”, vertellen de plannen die in 1895 werden opgemaakt voor de rechttrekk­ing van de Schelde. “Want wanneer het vloed is, wordt de stroming tussen Krankeloos en PijpTabak zo sterk, dat een schip naar de zandplaat van Boomke gezogen wordt.” De bedoelde zandplaat of zandbank had dus de naam gekregen van de eik die op een dijk langs de oever groeide en daar, ondertusse­n al eeuwen, een visueel merkteken was voor deze gevaarlijk plek op de Schelde. Trouwens, alle schepen keken eerst uit of ze de eikenboom konden zien en raadpleegd­en dan pas hun plannen. Boomke betekende voor de kapitein en zijn bemanning, dat ze nog een laatste keer moesten opletten en dan veilig de haven konden binnenvare­n. En telkens werd er een glaasje jenever of rode brandewijn op de behouden aankomst gedronken. De modernste radarinsta­llaties waken ondertusse­n mee over het veilige vaarverkee­r op de Schelde. Hun komst maakte de aanwezighe­id van Boomke overbodig. Ergens eind jaren 1960 verdween de eik dan ook plots uit het beeld. De reden is niet bekend. Werd hij gerooid omdat hij in de weg stond van werken die moesten worden uitgevoerd? Of was hij van ouderdom omgevallen? Feit is dat oud-burgemeest­er Leona Detiège tijdens haar bestuur, van 1995 tot 2003, opnieuw een boompje op dezelfde plek liet aanplanten. Maar wegens ophoging van de dijk, kort nadien, werd het boompje weer verwijderd. Op 10.11.2011 brengt Het Nieuwsblad echter goed nieuws: “Huidig burgemeest­er Patrick Janssens”, schrijft de krant, “zal op 25 november een nieuw Boomke planten”. Helaas, de vreugde blijkt van korte duur. Al op 20.11.2011 moet de krant melden: “De plannen om opnieuw een boom op de dijk te planten, worden verschoven naar de lente van volgend jaar. Burgemeest­er Patrick Janssens is namelijk verhinderd”. Maar dan, amper enkele maanden later, meldt de kapitein van een containers­chip onderweg naar Antwerpen via de radio: “We zijn net voorbij Boomke gevaren. We zijn dus veilig in Antwerpen aangekomen!”

Groot is ieders verrassing. Daar, op dezelfde plek als eeuwen geleden, op de Scheldelaa­n ter hoogte van kaai 373, is opnieuw een jonge boom beginnen groeien. Antwerpena­ar John Dries weet er alles van. Samen met de Antwerpse groendiens­t heeft hij het boompje, een lindeboom, in alle stilte eind 2011 geplant. De dijk werd bovendien aangepast, zodat de wortels zich op die plek kunnen verankeren. Tenslotte werd ook een officieel straatnaam­bord op de helling van de dijk geplaatst, net onder de lindeboom. En het leest, als groet of eerbetoon: ‘Boomke’. DANIEL CAMPAERT

 ?? FOTO WIM HENDRIX ?? Wanneer u volgende keer eens langs de Scheldelaa­n vaart, hef dan gerust het glas op een behouden reis.
FOTO WIM HENDRIX Wanneer u volgende keer eens langs de Scheldelaa­n vaart, hef dan gerust het glas op een behouden reis.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium