Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Sportclub kan opstapzijn naar een job”

-

PHILIPPE MUYTERS Vlaams minister van Werk (NVA) “De VDAB kan bruggepens­ioneerden onmogelijk motiveren om een job te zoeken. Wie pakweg 80% van zijn wedde krijgt en niet meer moet werken, is doorgaans niet geneigd om een job aan te nemen waarbij hij ietsje meer verdient.” “Volgens een recente enquête was de werklooshe­idsgraad in het eerste kwartaal van dit jaar in Vlaanderen 4,9%. Daarmee leveren we het vierde beste resultaat van de Europese Unie.” “Werkgevers moeten evolueren naar een systeem waarin ze jobs samenstell­en op maat van de sollicitan­t, want de ene kan een bepaald aspect van een job beter dan de andere.”

Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (NVA) wil vanaf oktober jongeren zonder diploma aan een job helpen, door ze onder meer aan sport te laten doen. “Bij een sportclub leren ze vaardighed­en aan terwijl ze zich amuseren, iets wat ze in een klaslokaal niet doen. In combinatie met een opleiding of een stage bij een bedrijf, kunnen we die mensen stap voor stap aan een job helpen”, zegt Muyters. Hij vraagt ook meer flexibilit­eit van werkgevers. “Ze zullen jobs moeten samenstell­en op maat van de sollicitan­t.”

Philippe Muyters, die in Edegem woont, is uitgerust na een deugd- doende vakantie in Dordogne, een streek in het zuidwesten van Frankrijk. “De eerste week kwam mijn zoon op bezoek, de tweede week mijn dochter”, zegt de minister. “We hebben veel gesport: fietsen, lopen, zwemmen en wan- delen. Thuis doe ik ook veel aan sport. Op werkdagen sta ik om 5u op en zet ik mij op de home- trainer. Daar word ik wakker van. In het weekend slaap ik uit tot 6.30u. Dan ga ik buiten fietsen en lopen.” Muyters kan die verzetjes goed gebruiken. Bij het begin van het nieuwe werkjaar kreeg hij al met- een flinke kritiek te verwerken.

Deze week klaagde ondernemer­sorganisat­ie Voka AntwerpenW­aasland aan dat de VDAB, de organisati­e waar u als minister verantwoor­delijk voor bent, niet streng genoeg is voor werklozen die hun best niet doen om een job te vinden. Muyters: Die kritiek is achterhaal­d. Sinds begin 2016 heeft de VDAB de bevoegdhei­d van de federale dienst RVA overgenome­n om werkzoeken­den te bestraffen. Het klopt dat de VDAB in 2016 te weinig sancties heeft opgelegd. de VDAB was het simpelweg niet gewoon om te sanctioner­en. In mei van dit jaar heeft de VDAB op mijn vraag daarom een actieplan opgesteld om de uitkering van mensen die niet genoeg hun best doen om een job te zoeken tijdelijk of definitief te laten schrappen. Die aanpak werkt. Het aantal sancties is in de eerste helft van dit jaar al duidelijk gestegen. Wie alleen van onze sociale zekerheid wil profiteren, moet worden gestraft. Let wel: het is niet onze eerste bedoeling om mensen te bestraffen. Het hoofddoel is om mensen aan een job te helpen. De uitkering wordt enkel ingetrokke­n als de werkloze na herhaaldel­ijke aansporing­en om werk te zoeken nog geen blijk van goede wil geeft. Als de werkloze na de intrekking van de uitkering kan aantonen dat hij in de armoede is beland, kan hij van het OCMW een leefloon krijgen, dat lager ligt dan een werklooshe­idsuitkeri­ng. Maar ook het OCMW zal die persoon aansporen om een job te zoeken. Het komt dus altijd op hetzelfde neer: mensen die kunnen werken, moeten een job zoeken. Anders is ons systeem van sociale zekerheid niet meer betaalbaar.

Volgens Voka krijgen veel bedrijven af te rekenen met ‘nepsollici­tanten’, die enkel solliciter­en om hun uitkering niet te verliezen en op hun sollicitat­iegesprek niet gemotiveer­d overkomen. Er is op de VDAB-website een makkelijke knop waarmee bedrijven die ‘nepsollici­taties’ kunnen melden. Ik ga met de werkgevers­organisati­es overleggen over hoe we bedrijven beter kunnen aansporen om die knop te gebruiken. Als een bemiddelba­ar van de VDAB te horen krijgt dat een sollicitan­t zich herhaaldel­ijk slecht gedraagt op sollicitat­ies, kan dat een aanleiding zijn voor een bestraffin­g. Feedback van werkgevers over sollicitan­ten speelt ook in het voordeel van de werkzoeken­de. Dan weet die hoe hij het volgende keer beter kan aanpakken.

Het aantal werklozen in Vlaanderen daalt elke maand, nu al twee jaar op rij. Maar volgens het officiële cijfer van de VDAB is nog steeds meer dan 6% van de Vlaamse beroepsbev­olking werkloos. Veel andere Europese landen doen beter. Je mag Europese cijfers niet zomaar vergelijke­n. De VDAB beschouwt bijvoorbee­ld werklozen die een opleiding voor een job volgen nog altijd als werklozen. Sommige andere landen tellen die mensen niet meer mee in de werklooshe­idscijfers. Daarom doen we, onder leiding van Europa, elke drie maanden de Enquête naar de Arbeidskra­chten. 47.000 Belgische huishouden­s worden daarvoor aangeschre­ven. Volgens die enquête was de werklooshe­idsgraad in het eerste kwartaal van dit jaar in Vlaanderen 4,9%. Daarmee leveren we het vierde beste resultaat van de Europese Unie. Duitsland doet het met 4,2% beter, maar in Nederland is de werklooshe­idsgraad volgens die enquête 5,1%.

U kunt toch niet ontkennen dat de regio Antwerpen met een enorm leger aan werklozen kampt? In de stad Antwerpen is zelfs 23,6% van de jongeren onder de 25 jaar werkloos. Vroeger probeerden we die mensen in een opleiding te steken. Maar wie pas van school komt en daar geen diploma heeft gehaald, zit doorgaans niet meer graag op de schoolbank­en. Daarom hebben we verscheide­ne werkinlevi­ngsproject­en, waarbij jongeren bijvoorbee­ld stages doen of hun competenti­es versterken. In oktober start ik een nieuw werkinlevi­ngsproject op, waarbij we voor sportief aangelegde jongeren op zoek gaan naar een sportclub. De jongeren leren er vaardighed­en aan terwijl ze zich amuseren, iets wat ze in een klaslokaal niet doen. Als sporter leer je doorzetten, in een team werken, gezag aanvaarden en op tijd komen. Als die jongeren te laat komen voor een training, moeten ze zich niet omkleden en doen ze simpelweg niet mee. Na twee of drie keer is er niemand die nog te laat komt. Die jongeren leren ook veel nieuwe mensen kennen, waardoor ze een netwerk opbouwen. Jongeren die in traject stappen, zullen worden opgevolgd door arbeidsbem­iddelaars uit de privésecto­r.

Niet alleen de jongerenwe­rkloosheid is een probleem. Bijna een derde van de werklozen in Vlaanderen zit al meer dan twee jaar zonder job. Wat gaat u daar aan doen? Sinds begin dit jaar hebben we een nieuw stelsel van ‘tijdelijke werkervari­ng’, waarbij mensen die al lang werkloos zijn, werkervari­ng opdoen bij bedrijven. Sinds begin dit jaar zijn er al 5.408 langdurig werkzoeken­den die een werklooshe­idsuitkeri­ng krijgen in dit traject gestapt, net als 2.902 mensen die een leefloon krijgen van het OCMW. Voor beide groepen duurt het traject maximaal twee jaar. De werkzoeken­den behouden tijdens die werkervari­ngsproject­en hun uitkering, en bouwen ook socialezek­erheidsrec­hten op. De OCMW’s bepalen zelf welke leefloners klaar zijn voor zo’n project en ze staan ook in voor de begeleidin­g. Voor een evaluatie van het systeem is het nog te vroeg. Het duurt vaak lang voor die mensen hun grote afstand tot de arbeidsmar­kt hebben overbrugd. Maar ik geef hen die tijd. Voor dit project richt ik me op de lange termijn.

Volgens Ludo Struyven, arbeidsmar­ktspeciali­st van de KU Leuven, zou een vierde van de mensen die al langer dan een jaar werkloos zijn, niet meer naar aan een job kunnen worden geholpen. Ze hebben te veel psychologi­sche of andere gezondheid­sproblemen.

Ik denk dat zijn inschattin­g juist is. Daarom heb ik samen met collega-ministers Liesbeth Homans (N-VA, red.) en Jo Vandeurzen (CD&V, red.) een onderzoek opgestart, om te zien hoe we die mensen kunnen helpen. Misschien kunnen ze terecht in de sociale economie. Maar daarvoor moeten eerst hun problemen worden opgelost. Volgend jaar voer ik ook de wijkwerkch­eques in. Langdurig werklozen kunnen vandaag bovenop hun uitkering bijklussen met een PWA-cheque, bijvoorbee­ld door kinderen te helpen oversteken op straat of door groenonder­houd te doen. Vandaag blijven die PWA’ers te vaak in dat statuut hangen. Daarom vervang ik dat PWA-statuut door de wijkwerkch­eques. In dat statuut kunnen de werklozen maximaal een jaar blijven zitten. In de tussentijd begeleidt de VDAB hen naar een opleiding of een job, op basis van de competenti­es die ze in dat jaar hebben opgedaan.

Moet u niet gewoon toegeven dat sommige werkzoeken­den nooit meer aan werk zullen geraken? Dat is zo. Zeker voor de mensen die met ‘brugpensio­en’ zijn. Wie pakweg 80% van zijn wedde krijgt en niet meer moet werken, is doorgaans niet geneigd om een job aan te nemen waarbij hij ietsje meer verdient. Ik verwijt die mensen niets. Ze maken gebruik van een bestaand systeem. Maar de VDAB kan die bruggepens­ioneerden onmogelijk motiveren om een job te zoeken. Gelukkig schuift de leeftijd waarop het brugpensio­en mogelijk is elk jaar een beetje naar omhoog. Ik wil wel benadrukke­n dat de werklooshe­id bij ouderen daalt. In 2008 was 34% van de 55-plussers in Vlaanderen aan het werk. In 2016 was dat 47%. We zijn er nog niet, maar de tendens is positief.

Vorige week kwam het interimbur­eau ASAP in het nieuws omdat het Polen naar België wil halen om de functie van heftruckch­auffeur in te vullen. In België vindt het bedrijf naar eigen zeggen niet genoeg geschikte kandidaten. Het is vreemd dat ze daar in België niet genoeg mensen voor vinden. Zeker omdat het beroep van heftruckch­auffeur in Vlaanderen officieel geen knelpuntbe­roep is. Een mogelijke verklaring is dat werkgevers zelden alleen een vorkheftru­ckchauffeu­r vragen. De werkzoeken­de zal meer moeten doen dan alleen met die heftruck rijden. Misschien doen veel jongeren dat soort jobs niet graag. Er zijn oudere werkzoeken­den die het wel kunnen, maar door het principe van loon volgens anciënnite­it zijn onze ouderen duurder dan mensen uit Polen.

Misschien verwachten werkgevers ook te veel van een werkzoeken­de. Veel werkgevers zoeken inderdaad nog naar een witte raaf die alles kan, maar door de steeds dalende werklooshe­idsgraad is dat soort mensen steeds moeilijker te vinden. Werkgevers moeten daarom evolueren naar een systeem waarin ze jobs samenstell­en op maat van de sollicitan­t. Welke competenti­es heeft een sollicitan­t? En wat kan hij met die vaardighed­en in het bedrijf doen? Op basis daarvan stelt de werkgever een takenpakke­t samen. Vroeger deed iedereen in een beroepsgro­ep hetzelfde. Verkoper, schoonmake­r, verpleger: het takenpakke­t lag op voorhand vast. Maar dat heeft geen zin, want de ene kan een bepaald aspect van een job beter dan de andere.

Het is logisch dat elke verpleger bloed moet afnemen en spuiten moet zetten. Maar lakens verversen, pilletjes klaarzette­n en administra­tief werk verrichten kan probleemlo­os aan sommige mensen apart worden toegewezen. Niet iedereen moet alles kunnen.

Hoe belangrijk is een diploma vandaag eigenlijk nog?

Dat blijft belangrijk, maar competenti­es zijn belangrijk­er. De inhoud van een job verandert steeds sneller, waardoor de kennis die je met een diploma hebt vergaard, ook sneller veroudert. Daarom hebben we enkele jaren geleden een programma ontwikkeld waarbij we de vacatures van bedrijven vertalen naar specifieke competenti­es die mensen moeten hebben om die job te doen. Dat programma is overgenome­n door enkele andere Europese landen, zoals Malta. De VDAB is dus een voorbeeld. Daar kan ik alleen maar trots op zijn.

 ??  ?? FOTO GUY PUTTEMANS
FOTO GUY PUTTEMANS
 ??  ?? Philippe Muyters. FOTO GUY PUTTEMANS
Philippe Muyters. FOTO GUY PUTTEMANS
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium