Gazet van Antwerpen Stad en Rand
COMBIPUZZEL
HORIZONTAAL
1 winters hoofddeksel. als boven. Inspirerend kunststuk. 2 hoboblazer. walkant. groene vrucht. 3 waakzaam. Verenigde Staten van Amerika. Werpspel. daarjuist. 4 oproer. erbinnen. Oostenrijker. vurig paard. visgerei. 5 gemis. onder andere. storing in de lichaamsfunctie. 6 grand prix. gestold vleesnat. Hartstocht is een lijdensgeschiedenis! ruw en onverbloemd. lage rivierstand. 7 kledingstuk. deel van een knoflookbol. borstelig oppervlak. 8 laatste gedeelte. Ervaren, maar corrupt. wachthuisje. majoor. 9 Griekse letter. kalmte. droesem. aantal afdrukken. 10 vleesworst. Mexicaanse maïspannenkoek. allebei. zoon van Albert II. 11 Griekse letter. uitroep. Binnenkort iets nauwsluitends. 12 beeldmerk. gestolen. Driedubbel. te weten. 13 gevaar. persoonlijk voornaamwoord. algemene toejuiching. 14 familielid. taaie lekkernij. kloosterhoofd. kerel. laatstleden. 15 schitterend gelegen. spoedig. luchtvervuiling. stoet. 16 aantekening. zangstuk. via het genoemde. 17 Droog voedsel. in orde. ruit.
VERTICAAL
1 draderig. Plantje dat zijn sporen heeft verdiend? zoetwatervis. 2 kuiltje bij golfspel. postscriptum. roklengte. schaakstuk. 3 uitvinder van de telefoon. Die zet iemand op als het een halszaak is. geraamte van een vis. 4 zedelijk peil. binnentreden. intens. 5 vertrek. onderricht in een spel. Duitse keizer. 6 tasto solo. sneeuwhut. Op een venijnige manier erg boos. ingenieur. 7 Truc in de reclame. eiland in de Middellandse Zee. aspirant-officier. 8 danspas. moemoe. vuil. 9 kunstleer. werknemer aan een consulaat. dikwijls. 10 wijnsoort. voordelige aanschaf. 11 adjunct. vruchtbare plek. internetverbinding. Europese taal. in oprichting. 12 scherprechter. diefstal. bons. 13 aanwijzend voornaamwoord. mannelijk schaap. wedinrichting. 14 bewoner van Nieuw-Zeeland. sierheester. schoonmaakgerei. 15 ultraviolet. Geaccepteerd bonnetje. eerbied. rondhout. 16 middelmatig. verkleining. bunzing. deel van een kachel. 17 milieuvriendelijk. niet meegaand. anders genaamd. godsdienst. 18 Clouseau-hit. vaartuig. voedsel tot zich nemen. 19 Begrip voor de inval. Frans lidwoord. bakbenodigdheid. plastic bouwstenen. 20 Die zwemt in het zweet. departement. wellustig.