Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Geweldfilmpjes moeten veel sneller offline”
Staatssecretaris voor Privacy eist actievere opsporing
Staatssecretaris voor Privacy Philippe De Backer (Open Vld ) eist dat sociale mediabedrijven haat en geweldfilmpjes sneller offline halen. Aanleiding is het recente filmpje waarin een 14jarige rake klappen krijgt van enkele leeftijdsgenoten, waarna de pesters de beelden op Instagram zetten. “Erg traumatiserend voor de slachtoffers”, zeggen experts in cyberpesten.
Tot eergisteren op Instagram te bekijken: misselijkmakende vechtfilmpjes van zowat overal in Vlaanderen. Samengebracht in de besloten groep ‘lupogangg’, die zo’n 5.000 leden telt. De knokpartijen tussen jongeren stemmen tot nadenken, onder meer waarom Instagram – dat officieel geen haat of geweld duldt – niet sneller ingreep. Verschillende mensen hadden de groep al als ongepast aangevinkt, maar het was pas op vraag van de Brugse politie dat Instagram hem offline haalde.
Staatssecretaris voor Privacy Philippe De Backer (Open Vld) vindt dat sociale mediabedrijven korter op de bal moeten spelen en actiever laakbare beelden moeten opsporen en verwijderen. Hij heeft daarvoor al eens met Facebook rond de tafel gezeten. “De sociale mediabedrijven moeten hun verantwoordelijk nemen”, aldus De Backer.
Traumatiserend
Dat beklemtonen ook experts in cyberpesten. “Voor de slachtoffers is het van groot belang dat de beelden zo snel mogelijk offline worden gehaald”, zegt Gie Deboutte. “Onderschat niet hoe traumatiserend dit voor een tiener is. Eerst het slachtoffer zijn van zinloos geweld, en nadien opnieuw slachtoffer worden als de beelden op het internet verschijnen en plots overal worden gedeeld. Daarom moeten de overheden – desnoods op Europees vlak – sociale mediabedrijven verplichten beter én sneller te screenen wat er allemaal via hen wordt verspreid.”
Bedrijven als Facebook argumenteren vaak dat er zoveel foto’s en filmpjes worden gepost, dat het gewoon niet te controleren valt. Maar dat noemt Deboutte een drogreden. “Hun miljoenen gebruikers screenen en die informatie commercieel doorverkopen, dat lukt hen blijkbaar wel.”
Volgens sociale media-onderzoeker Rob Heyman, verbonden aan de VUB, zijn sociale mediabedrijven zich wel degelijk bewust van de gevolgen van haat- en geweldfilmpjes en willen ze hun verantwoordelijkheid nemen. “Bedrijven als Facebook experimenteren met slimme technologieën om de screening gemakkelijker te maken. Maar: hoe strenger de controle en hoe strenger de regels, hoe vaker incidenten waarbij een onschuldige foto wordt verwijderd, omdat die met een of ander regeltje botst. En dan krijg je weer de discussie rond vrije meningsuiting.”