Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wil Weiler wel?
Ook bij Anderlecht rijst de vraag of de coach bereid is om dominant voetbal te brengen
De fans, de (sleutel)spelers, en nu zelfs het bestuur. Ze eisen allen beter en dominanter voetbal van René Weiler om de crisis te bezweren. Maar steeds meer rijst de vraag: is Weiler tot meer in staat dan countervoetbal? Wil/kan hij zijn team offensiever laten spelen met ingeoefende spelpatronen? Want ook bij zijn vorige clubs predikte Weiler reactievoetbal. Een ploeg laten aanvallen, is veel moeilijker dan een ploeg laten verdedigen.
Deze zomer op stage bij Anderlecht. De spelers spelen vier tegen vier en als de bal veroverd wordt, moet er worden uitgebroken richting doel. Op een bepaald moment barst René Weiler uit zijn vel. “Niet te veel passes. Vlug naar de goal!”
Meteen na de titel vorig seizoen zei Herman Van Holsbeeck nochtans: “Volgend jaar gaat ons voetbal beter worden met meer balbezit.” Vandaar ook dat Anderlecht met Sven Kums een constructeur haalde, een metronoom die het spel verdeelt. Dat is voorlopig een mismatch, want Weiler blijkt echt geen trainer te zijn die het leer opeist om zo een tegenstander tureluurs te tikken. Anderlecht heeft er nochtans de spelers voor. De beste kern in België zelfs.
Maar op training zijn vaste aanvalspatronen niet de prioriteit. Youri Tielemans zei het vorig jaar al: “De nadruk ligt op de organisatie. Op offensief vlak hebben we veel vrijheid. De bal moet van Weiler zo snel mogelijk in de box. Hoe die daar geraakt, is eigenlijk niet zo belangrijk.”
Het gevolg? De Anderlechtspelers kijken nu soms vragend naar Weiler. Zoals Hanni, Kums en Onyekuru zondag in Gent. Hoe spelen we dit uit, coach? Wat zijn onze oplossingen? “Onze trainer doet niets anders dan vorig seizoen”, stelde Kara eerder deze maand al. De Senegalees werd daarin bijgetreden door Dendoncker. “Of onze coach oplossingen aanreikt na die nederlagen tegen Charleroi en Sint-Truiden? Op training was er nog niet veel anders dan anders.”
Geen Sollied of Preud’homme
Opmerkingen die kunnen tellen. Champagnevoetbal zal nooit iets voor Weiler zijn, maar de Zwitser hamert ook niet op een vloeiend aanvalsspel waarbij elke speler exact weet wat hij moet doen. Hij is verre van een Trond Sollied, die uren en uren oefende op looplijnen. Of een Michel Preud’homme, die de tegenstander door en door analyseerde. Bij Weiler is het vrijblijvend, als er maar genoeg volk in de box opduikt en er daar maar ballen gedropt worden.
Het verleidde Sofiane Hanni ook al tot deze vaststelling in Sport/Voetbalmagazine. “Het voetbal is veranderd, zegt onze coach. Hij staaft het elk weekend met een concreet voorbeeld en legt ons dan uit hoe een ploeg die dertig procent balbezit had toch kon winnen. Waarom zou hij die formule wijzigen na de titel?”
Toch raakt onder anderen Hanni steeds meer gefrustreerd door het toevalsvoetbal. Zeker nu het niet loopt en er amper gescoord wordt. Het enige wat Weiler dit seizoen probeerde te veranderen, was zijn blok hoger op het veld posteren om zo meer druk op de tegenstander uit te oefenen. Toen dat
geen resultaat opleverde, liet hij zijn elftal tegen AA Gent weer terugplooien en rekende hij andermaal op counters. Wat een tegenvaller. “Wie voetbal eist met 85 procent balbezit zoekt polemieken”, verkondigde Weiler al. “Dat is gekkenwerk. Ik vond het wel een compliment dat ons voetbal vorig seizoen moeilijk te doorgronden was.”
Net als bij Nürnberg
Tja, als het zelfs voor je eigen spelers een verrassing is. In Duitsland reageren ze alleszins niet verbaasd op de methode Weiler. Bij Nürnberg paste hij hetzelfde systeem toen. “Ik hoor het hem zo zeggen”, zegt Jan Polak, ex-Anderlecht en onder Weiler actief bij Nürnberg. “Winnen is het enige wat telt en om te scoren moet je zo veel mogelijk ballen snel in de box brengen. Toen hij bij Nürnberg arriveerde, stelde Weiler eerst orde op zaken. We slikten te veel goals en hij zette een goeie organisatie neer. Of hij daarna voor echte aanvalspatronen zorgde? We trainden af en toe wel met de aanvallers en middenvelders apart om oplossingen te zoeken, maar soms moesten we gewoon in de eerste 15 minuten heel veel druk zetten om de tegenstander te verrassen en daarna weer terug te plooien.”
“Veel theorie kregen we niet. Weiler wees wel kort - met wat beelden - op de gevaarlijke punten van de tegenstander, maar nooit langer dan een kwartiertje. Tegen erg defensieve ploegen heb je soms wat meer creativiteit nodig, maar daar is Weiler bij Nürnberg nooit toe gekomen. Ah neen, toen was hij al weg naar Anderlecht.”