Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Tijdens de competitie mag ik het land niet uit”
Simon Van de Voorde begint na EK aan avontuur in Iran
Het Europees kampioenschap in Polen mag voor onze Red Dragons een avontuur zijn, middenblokker Simon Van de Voorde (27) staat er voor eentje van een heel ander kaliber, als rekruut van Paykan Teheran. Vrouw en zoontje blijven in België, terwijl hij zelf voor 30 maart Iran niet uit mag.
“Ik heb mijn baard nog maar pas ingekort. Misschien was dat toch geen goed idee.” Simon Van de Voorde, 2m08, grinnikt. Na het EK wordt hij zo snel mogelijk in Iran verwacht. Het land van de ayatollahs. En van forse baarden, uiteraard. De Vlaams-Brabander gaat in Teheran spelen voor het plaatselijke Paykan, nummer twee in de vorige competitie. Voor wie zijn wenkbrauwen fronst: Iran staat achtste op de wereldranking, zeven plaatsen voor België, en finishte in Rio als vijfde. “Volleybal is er sport nummer één”, beaamt Van de Voorde.
Bij zijn eerste Italiaanse club verdiende onze opgeschoten landgenoot het koosnaampje toren van
Latina. Of muratore, de metser die een muurtje optrekt voor de tegenstander. Straks moet dat misschien de minaret van Teheran worden, als hij ook daar keer op keer de smashes gaat afblokken. “Eigenlijk heb ik geen idee wat me precies te wachten staat”, geeft hij toe. “Ik had nog geen rechtstreeks contact met mijn nieuwe club en via internet valt er ook bitter weinig te rapen. Facebook en Instagram zijn daar verboden. Na onze oefenmatchen tegen Bulgarije sprak ik met een paar mensen die ginds speelden. Ze zeiden dat het grotendeels afhangt van waar je terechtkomt. Zetten ze je op een appartement in het centrum, dan valt het allemaal nog reuze mee en kan je min of meer normaal leven. Een interessante, bruisende stad blijkbaar. Maar als ze je ergens
neerpoten in the middle of nowhere... (zucht) Ik weet zo weinig over Iran. Is dat niet absurd? Vroeger een van de meest westerse landen van de regio, maar nu zo gesloten. Ik hoop dat het een mooie ervaring wordt, maar sowieso zal ik me flink moeten aanpassen aan de plaatselijke mentaliteit en gewoonten. Vooral respect tonen. Maar eigenlijk is dat niet meer dan normaal.”
Sofie en Daan
Wat het vooral zwaar maakt, is dat hij zijn vrouw Sofie en Daan, hun zoontje van één jaar en een maand, in België achterlaat. “Ik trek hoe dan ook niet naar de meest vrouwvriendelijke omgeving. Als man mag je geen short dragen in het openbaar, als vrouw is een hoofddoek verplicht. En dan zullen er nog wel regeltjes zijn die ik pas ginds zal leren kennen. Sofie spaart haar verlof, zodat ze toch een paar keer met Daan naar Teheran kan komen. Zelf mag ik het land zonder speciale toestemming immers niet uit tot 30 maart, wanneer de competitie is afgelopen. Dat staat zo in mijn contract. Dat ik Sofie weinig zal zien, valt nog te overleven. We zijn allebei volwassen mensen en horen mekaar wel via Skype. (zucht) Daan, dat is echter wat anders... Het gaat zo verschrikkelijk snel op die leeftijd. Toen we nog in Italië zaten, moesten we eens twee dagen van huis voor een wedstrijd. Toen ik terug kwam, kon hij kruipen. Ik zal hem de komende maanden nauwelijks zien opgroeien en dat is echt wel hard.”
Slavenhandel
Hoe komt een Belg in Iran terecht? “Ik ging er van uit dat ik bij Trentino zou blijven. Het was tevreden over mijn seizoen en wilde me houden. Dat zegden ze toch. Ik was er ook graag. Sofie ook. Een mooie club die altijd mee doet voor de prijzen, een aangenaam leven in Noord-Italië. Maar plots kantelde het. Iedereen buiten! Zelfs spelers die nog een contract hadden. (mort) Topsport blijft ergens slavenhandel. Als ze je niet meer willen, dan stopt het. Trentino heeft het niet correct gespeeld door me zo lang in de waan te laten. Eerst keek mijn manager voor mij op de Italiaanse markt, maar daar bleek geen plaats meer voor een buitenlandse middenspeler. Tot hij een telefoontje kreeg uit Teheran. Ik moest snel beslissen. Ze waren met nog iemand bezig, maar ik genoot de voorkeur. Geef
me één dag, zei ik. Mijn vrouw heeft een vriendin die in Iran werkte en daar zeer positief over was. Zelf probeerde ik wat op te zoeken over de club, maar ik kwam niet ver. Alleen dat Saeid Marouf er spelverdeler wordt, een absolute topper. Het feit dat ze hem konden engageren, zegt veel over Paykan. Een apart figuur, dat wel. Op handen gedragen door de fans, maar behoorlijk explosief.
(grinnikt) Een beetje te vergelijken met Vital Heynen. Als hij niet akkoord gaat, kan hij stevig tekeergaan. Marouf is een man met connecties, die zich veel kan permitteren en dat ook dóét. Maar wel een kei van een speler.”
Van de Voorde verheelt niet dat hij als Belg liefst voor een Belgische club had gespeeld, maar dat het buitenland financieel zoveel aantrekkelijker blijft. “Het verdient goed in Iran. Behalve als ik een ernstige blessure oploop. Dan gaat er een stuk af, wat ik overigens wel begrijp. Ik word gelukkig wel betaald in euro. Anders dan mijn teamgenoten bij Paykan, die maar twintig procent van hun loon mogen omzetten in vreemde valuta. Naast een appartement met alles erop en eraan krijg ik ook een auto met chauffeur om me naar de training te voeren. (grijnst) Naar het schijnt is het verkeer nogal hectisch in Teheran en willen ze niet dat hun buitenlander iets overkomt. Via via vernam ik toch dat ze blij zijn met mijn komst. Wie presteert, wordt door de fans blijkbaar op handen gedragen. (ernstig) Ik heb een contract voor één seizoen. Ik hoop echt dat ik daarna niet moet zeggen: dit nooit meer.”