Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De ideale stadsboom? Die bestaat niet”
Bomenkap bij werken heeft volgens specialisten meer invloed op mentale rust dan op luchtkwaliteit
E en buurtcomité en het burgerplatform StRatengeneraal verzetten zich met man en macht tegen de kap van 55 kastanjebomen op de Charlottalei in Antwerpen. Door hun protest is de kap uitgesteld. De hevige reactie van de burgers komt volgens experten omdat de bomen voor vertrouwdheid staan. Het duurt tientallen jaren voordat de nieuwe bomen even hoog zijn als de vorige. Op de luchtkwaliteit heeft zo’n bomenrij minder invloed. “Om een vierkante meter stad CO2vrij te maken, heb je al 35 vierkante meter bomen nodig”, zegt specialist Roeland Samson. Er staan zo’n 103.000 bomen op het openbaar domein van de stad Antwerpen. Daarvan staan er zo’n 60.000 op straten en pleinen, en 43.000 in parken of groenzones. Het werkelijke aantal zal nog hoger liggen, omdat bomen die deel uitmaken van een bos niet worden meegeteld. Wat moeten we over die 103.000 stadsbewoners weten? We spraken drie specialisten aan voor een snelcursus bomenwijsheid.
WAT IS DE IDEALE STADSBOOM?
Die is er niet. De stad is voor een boom sowieso geen ideale omgeving om op te groeien. “Er is te weinig ruimte”, zegt Jos Schenk, bomendeskundige van de stad Antwerpen. “Daardoor wordt een boom in de stad minder oud. Er zijn bomen die meer dan honderd jaar worden. Maar als de wortels ondergronds niet genoeg plaats hebben, gaan de takken van de boom al na enkele tientallen jaren naar beneden groeien. Die takken sterven ook sneller af. De aftakeling van de boom is dan ingezet. Als er te veel dode takken zijn, kappen we de boom.”
WELKE BOMEN KOMEN HET MEEST VOOR IN DE STAD? In de stad Antwerpen zijn dat lindebomen en platanen. “Die bomen kunnen het best tegen een snoeibeurt”, zegt Roeland Samson, voorzitter van de departementsraad Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Antwerpen. “Als je hun takken wegzaagt, zullen die twee boomsoorten niet meteen anders groeien. Bij beuken is dat bijvoorbeeld vaak wel het geval. Een beuk kan ook minder goed tegen betegeling langs de stam. De wortels moeten vrij zijn. Een stad als Antwerpen heeft dus vaak niet de ruimte om zo’n beuk in optimale omstandigheden te laten groeien.”
HOE OUD ZIJN DE BOMEN DIE DE STAD AANKOOPT?
“Meestal zijn ze zo’n tien jaar oud”, zegt Jos Schenk. “Jongere bomen zijn te klein, en worden te makkelijk het slachtoffer van vandalisme.” “De meeste bomen worden via een openbare aanbesteding bij kwekers aangekocht. De stad heeft in Berendrecht ook een stuk grond waarop het zelf bomen kweekt. Door een deel van de bomen zelf te kweken, zijn we er zeker van dat er genoeg inheemse exemplaren zijn. Bomen die hier worden gekweekt, zijn beter bestand tegen ons klimaat.”
WAAROM PLANT DE STAD GEEN ESSEN MEER AAN? “Vorig jaar hebben we in De Schriek in Ekeren tien bomen moeten wegdoen omdat de essentaksterfte daar te ver was gevorderd”, zegt Jos Schenk. “De kans bestaat dat ook andere essen door die ziekte zullen worden getroffen, en er over tien jaar in de stad dus weinig essen meer over zijn. Maar dat is afwachten: soms helpt het als we enkel de takken snoeien die besmet zijn. We kunnen echter niet uitsluiten dat de ziekte zich doorzet. En een geneesmiddel is niet meteen voorhanden. Uit voorzorg planten we voorlopig nergens in de stad nog nieuwe essen aan.” Vormen de essen met essentaksterfte een gevaar voor de burger? “Neen”, zegt Schenk. “Essen die sterven aan de ziekte, blijven nog minstens een jaar stevig staan. Daarna kunnen er grote stukken van de boom naar beneden vallen. Maar zo ver laten we het niet komen. De mensen van de groendienst houden de bomen voortdurend in de gaten, waardoor de ziekte op tijd wordt vastgesteld.”
“Om te vermijden dat de stad te hard door een bomenziekte wordt getroffen, zetten we in op diversiteit. Hoe meer verschillende boomsoorten we aanplanten, hoe minder exemplaren we moeten wegdoen als er bij een boomsoort een ziekte opduikt.”
WAAROM ZIJN WE ZO GEHECHT AAN BOMEN? “Bomen maken onze lucht gezonder”, zegt Hans Verboven, bomenspecialist van Natuurpunt. “Ze halen bijvoorbeeld fijn stof uit de lucht. Het fijn stof blijft op de bladoppervlakte en de takken van de bomen hangen. Hoe meer bladeren een boom heeft, hoe meer
de boom de lucht zuivert. Boomsoorten met grote en ruwe bladeren, zoals boomhazelaars en platanen, vangen meer fijn stof op dan andere bomen. Bomen nemen ook CO2 en andere schadelijke gassen uit de lucht.” Maar dat mag niet de voornaamste drijfveer zijn om de bomen op pakweg de Charlottalei in Antwerpen te behouden. “Als mens merken we niet zo veel van die luchtzuivering. De zuivering is enkel fundamenteel als het om grote bossen gaat”, zegt Roeland Samson. “Om een vierkante meter stad CO2-vrij te maken, heb je liefst 35 vierkante meter bomen nodig. Het is dus slecht voor onze luchtkwaliteit om hele bossen weg te nemen, maar het wegnemen van één bomenrij in een straat heeft nauwelijks effect op de lucht die we inademen.” De grootste kwaliteit van bomen ligt volgens Samson op een ander vlak. “Ze zorgen voor een psychologisch geluksgevoel. Wie uitkijkt op groen, voelt zich doorgaans veel beter. Bomen zijn een ideaal uitzicht voor bij het studeren, of voor patiënten in een ziekenhuiskamer.” “Bomen zijn uiteraard ook goed voor de natuur. Vogels kunnen er bijvoorbeeld hun nesten in bouwen, en ook veel insecten voelen zich er thuis.” Ze zijn ook het natuurequivalent van een ventilator. “Bomen brengen verkoeling door hun schaduw en omdat ze water verdampen, bijvoorbeeld als het regent”, zegt Jos Schenk. En dan is er nog een emotionele reden. “Bomen zijn een vertrouwd beeld”, zegt Roeland Samson. “Als ze worden omgehakt, duurt het tientallen jaren voor de nieuwe bomen even groot zijn als hun voorgangers. Het is dus heel begrijpelijk dat mensen zich aan een bomenrij vastklampen als die dreigt te verdwijnen. Na een bomenkap verandert het straatbeeld voor vele jaren.”
WAAR STAAT DE OUDSTE BOOM VAN BELGIE? Dat is niet helemaal duidelijk. Dat komt omdat de stam van oude bomen doorgaans hol is, waardoor het aantal ringen - een indicatie van de leeftijd van de boom niet kan worden geteld. Maar een ding staat wel zo goed als vast: de overwinning is voor de Walen. Er zijn twee grote kanshebbers op de titel van ‘oudste boom van België.’ De eerste is een eik in het dorpje Liernu, een deelgemeente van Éghezée in de provincie Namen. Volgens kenners is de boom vijfhonderd à zevenhonderd jaar oud. De tegenkandidaat is een taxus op het domein Valduc in het dorpje Hamme-Mille, een deelgemeente van Betekom in WaalsBrabant. Deze boom zou in 1232 zijn geplant, maar daar zijn geen bewijzen van. De oudste boom van de provincie Antwerpen is wellicht de zomerlinde op het dorpsplein van Westerlo. Hij zou aangeplant zijn rond 1630. De boom rust op een gietijzeren constructie met 32 staanders. WELKE BOOM IS HET DIKST? Ook daar moeten de stedelingen het onderspit delven. De grootste dikzak van de provincie Antwerpen is een kastanjeboom op het domein rond het kasteel van Blaasveld in de gemeente Willebroek. De omtrek van die boom is 8,22 meter. Maar zelfs die Blaasveldse dikzak is een mager beestje in vergelijking met de oude eik van Liernu in Namen, die een omtrek van 10,21 meter heeft.
WELKE BOOM IS HET HOOGST? Daar zijn geen officiële metingen van. Maar in de provincie Antwerpen is dat wellicht de mammoetboom in Itegem, een deelgemeente van Heist-op-den-Berg. De boom is 38 meter hoog. Dat is nog enkele kopjes kleiner dan de 51 meter van de hoogste boom van België: een douglasspar in het arboretum van SaintMichel in Saint-Hubert in de provincie Luxemburg.