ROMELU LUKAKU

“Mijn honger is groter dan ooit”

Het doelpuntenrecord van Bernard Voorhoof en Paul Van Himst is het laatste van Romelu Lukaku zijn zorgen. Dat breekt hij sowieso, vroeg of laat. “Ik wil vooral iets winnen met België”, blikt de topschutter vooruit naar de mogelijk beslissende kwalificatieinterland in Griekenland. “Sinds Ronaldo en Portugal het EK wonnen, weet ik dat alles mogelijk is.”

De FIFA trok hem ooit drie doelpunten af voor een vriendschappelijke wedstrijd tegen Luxemburg omdat toenmalig bondscoach Marc Wilmots toen iets te enthousiast had gewisseld. Maar volgens de ‘Belgische’ telling staat Romelu Lukaku na zijn hattrick tegen Gibraltar op 26 doelpunten voor België. Vier minder dan de recordhouders Bernard Voorhoof en Paul Van Himst.

Kijk je ernaar uit het te breken? “Toen ik aan twintig kwam, wist ik al dat het een kwestie van tijd was. Ik weet niet wanneer het gebeurt, maar ik leg mezelf geen druk op. Als de ploeg goed speelt, is het voor mij zaaks om me goed te positioneren en de kansen af te werken.”

Je papa zei dat je er uiteindelijk meer dan 50 zult maken voor België. (Lacht) “Dat zullen we wel zien. Meer dan dertig sowieso. Het belangrijkste is dat ik iets kan winnen met de nationale ploeg. Dat is mijn drive. Ik weet dat ik nog wel goals zal maken, maar ik wil vooral iets winnen. Sinds ik Ronaldo het EK heb zien winnen met Portugal, weet ik dat alles mogelijk is met voetbal.”

Wat heeft één jaar onder Roberto Martinez jullie bijgebracht? “De manier van spelen. We hebben verschillende aanvalspatronen waarbij iedereen weet waar hij moet lopen. Dat is al een groot verschil met vroeger. Misschien was het tijd voor verandering. De spelers zitten nu ook bij betere clubs en ook dat maakt een groot verschil.”

Dat geldt ook voor jou. Sta je met een ander gevoel op het veld bij de Rode Duivels nu je bij een van de grootste clubs ter wereld speelt? “Ik weet dat iedereen naar mij kijkt en het verwachtingspatroon nog veel hoger ligt dan voordien. Maar ik was erop voorbereid. Ik heb altijd gezegd dat ik die kans wilde omdat ik voelde dat ik klaar was om voor zo’n grote club te spelen. Tot hiertoe loopt alles goed. Ik heb me goed voorbereid op voetbalvlak, fysiek vlak en mentaal vlak. Mijn honger is groter dan ooit, want ik wil vooral prijzen winnen.”

Wat steek je nog op van Thierry Henry? “Ik heb voorlopig niks bereikt wat hij heeft bereikt. Op training zie ik hem soms als een concurrent. Als de opwarming gedaan is, hou ik op met lachen. Dan ben ik echt een monster en wil ik alles winnen wat er te winnen valt. Als hij scheidsrechter speelt voor een oefening kan ik echt op hem doorgaan. Ik zie hem dan als een rivaal. Hij weet dat dat positief is, dat dat door mijn winnaarsmentaliteit komt. Ik ben niet de meest vriendelijke gast op een trainingsveld.”

Omgekeerd zien we ook dat hij wel eens steekjes naar jou uitdeelt als analist bij de Britse tvzender Sky. Elkaar steekjes uitdelen, vat dat jullie relatie samen?

“Ja, zo is het. Als ik iets goeds gedaan heb waar hij niets over kan zeggen, zal ik hem niet aanspreken maar wel aankijken. En als hij iets te zeggen heeft, zal hij het wel doen. Ik ben niet de speler die daarover gaat tobben. Sinds ik zestien ben, heb ik altijd wel commentaar gehoord. Dat gaat het ene oor in en het andere weer uit. Ik kijk gewoon vooruit.”

Vier jaar geleden scoorde je de beslissende kwalificatiegoals in Zagreb. Zijn er parallellen met de wedstrijd van zondag in Athene? “Niet echt, want elke match is anders. We gaan het proberen af te maken in Griekenland. We moeten proberen een goed resultaat te halen, zodat we kunnen focussen op onze drukke programma’s met onze clubs.”

Over je club gesproken: hoe is het met José Mourinho?

“Hij is een trainer die steeds bijleert. Hij verbetert jaar na jaar zonder dat hij daarom elk jaar een prijs pakt. Vorig jaar heeft hij drie prijzen gepakt met een ploeg die hij geërfd heeft van Louis van Gaal (de Community Shield, de League Cup en de Europa League, red.). Met de paar aanwinsten van dit jaar zijn we goed begonnen en spelen we echt goed voetbal. We hebben tien goals gemaakt en er nul tegen gekregen. Maar hij weet dat we de voetjes op de grond moeten houden en het wedstrijd per wedstrijd moeten bekijken. We blijven verbeteren en dat is zijn verdienste.”

Is jullie relatie veranderd? “Hij is nog altijd veeleisend, net als bij Chelsea. Maar hij weet ook dat ik vier jaar ouder ben. Ik was twintig toen ik bij hem kwam. Ik wilde spelen, want ik wist dat het een WK-jaar was. Hij wist dat ik niet klaar was en dus vonden we het allebei beter dat ik zou vertrekken. Maar gedurende al die maanden hebben we wel contact gehouden. Toen ik hem aan de telefoon kreeg in New York hebben we een uur gesproken over vanalles en nog wat. Onze relatie is altijd goed geweest, maar nu is ze echt top.”

Vorige week raakte bekend dat Zlatan Ibrahimovic terugkeert. Hebben jullie al gesproken over hoe jullie kunnen samenspelen? Of zijn jullie concurrenten?

“Ik weet niet wat de ideeën van de trainer zijn, maar ik ben blij met zijn komst. De laatste keer dat ik hem sprak, was in de zomer. Ik zei: ‘Ik hoop dat je terugkomt want je hebt een missie die je moet afmaken en wij zijn blij dat we je daarbij kunnen helpen’. Ik ben blij dat hij terug is, omdat hij een grote persoonlijkheid is in de kleedkamer. Dat heb je nodig bij Manchester United. Zlatan zal ons helpen. Hoe sneller hij fit is, hoe meer schrik we de concurrenten zullen aanjagen.”

Wat zei hij tegen jou? “Hij kent mijn karakter omdat we dezelfde makelaar delen (Mino Raiola, red.). Hij zei dat ik veeleisender moest zijn voor mezelf en mijn ploegmaats. Dat ik het beste uit mijn ploegmaats moet halen om op een hoog niveau te spelen. Veel mensen denken slecht over Zlatan, maar hij is iemand met een goed hart die altijd de ploeg voorop zal stellen en de ploeg op sleeptouw neemt.”

Hij publiceerde op sociale media een foto van zichzelf als engel en jou als duivel. Een goeie vergelijking? (Snel) “Nee, nee, ik ben een kind van Jezus en zeker geen duivel.”

Plannen jullie een feestje als jullie winnen zondag? (Aarzelend). “Ik weet het niet. Ik heb een idee, maar wil het niet luidop zeggen.”