Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Niemand wordt beter van een nieuwe schoolstrijd
NVA en katholiek onderwijs ruziën over hoofden leerkrachten heen
T erwijl duizenden leerkrachten zich klaar maakten om aan een nieuw schooljaar te beginnen, werd deze week boven hun hoofden een schoolstrijd gestreden. Lieven Boeve, directeurgeneraal van het Katholiek Onderwijs, vindt dat de NVA het DNA van het Katholiek Onderwijs vernietigt. Koen Daniëls, onderwijsspecialist van NVA, vindt juist dat de katholieke koepel de vrijheid van de leer krachten beknot. Waar gaat dit over, denkt de leerkracht voor zijn klas. En wat heb ik hier in godsnaam aan? b
Een flinke discussie over het onderwijs is nooit verkeerd. Er is wel wat om over te discussiëren. Het is overdreven te zeggen dat het onderwijs in crisis verkeert, maar er staan toch flikkerlichten te pinken. Te veel jongeren verlaten de school zonder diploma, de bedrijfswereld klaagt erover dat de opleidingen niet voldoende aansluiten op de arbeidsmarkt, de resultaten en slaagkansen van jongeren van buitenlandse origine blijven ondermaats en in de OESO-rapporten scoren we niet meer zo goed als we ooit deden. En dan hebben we het nog niet over de problemen waarmee de leerkrachten rechtstreeks geconfronteerd worden. Er dreigt een groot lerarentekort, steeds meer leerkrachten vallen ten prooi aan een burn-out, de administratieve rompslomp slinkt maar niet, jonge leerkrachten raken maar niet aan een vaste baan… Als je weet dat het onderwijs staat of valt met de kwaliteit en de motivatie van leerkrachten, dan is dit een zorgwekkend lijstje. En dan kun je je afvragen of onderwijsspecialisten en directeurs-generaal van een koepel niet beter daarover zouden discussiëren, dan over ‘eindtermen’ en ‘leerplannen’ en wie die nu precies op welke manier mag invullen. Machtsstrijd Hoewel beide heren in hun discussie vaak verwijzen naar de werkdruk van de leerkrachten, zijn ze eigenlijk aan het ruzie maken over wie het nu het meest voor het zeggen heeft. Als de overheid de eindtermen beter definieert, dan kunnen de koepels minder een eigen stempel drukken. Als de eindtermen zo vaag blijven als ze nu zijn, krijgen de koepels meer macht. De N-VA is als partij aan geen enkele zuil of koepel verbonden en ziet dat laatste niet graag gebeuren, terwijl Lieven Boeve vecht als een duivel in een wijwatervat om de invloed van de katholieke koepel te versterken. Het ruikt naar een ordinaire strijd om de macht. En dat is het ook. De opkomst van de N-VA heeft voor onrust gezorgd in ons zuilenland. Door de suprematie van de christelijke zuil in de politiek was de macht van de Guimardstraat decennialang onaantastbaar. Maar in hetzelfde jaar dat Lieven Boeve directeurgeneraal werd, won de N-VA alle verkiezingen en begon de partij de eerste viool te spelen in zowel de federale als de Vlaamse regering. In die laatste moeide de partij zich van in het begin graag in het onderwijsdebat. Dat deed ze al in de regering-Peeters, toen ze de hervorming van het secundair onderwijs serieus wist af te zwakken. De N-VA bleek een koele minnaar van de koepels en legde altijd veel nadruk op de autonomie van de scholen. Bovendien heeft de partij van in het begin een gespannen relatie met de CD&V, de natuurlijke partner van het katholiek onderwijs. Lieven Boeve heeft dan ook van bij zijn aantreden een flinke profileringsdrang getoond. Eerst met zijn dialoogscholen, dan met de toenadering tot de moslimgemeenschap en nu met dit pleidooi voor vage eindtermen. Telkens kreeg hij van de N-VA de wind van voren. En niets wijst erop dat de strijd gestreden is. Noden van de leerkrachten
Voor partijstrategen, sociologen en politicologen is dit misschien een interessante discussie, maar ze komt op geen enkele manier tegemoet aan de noden van de leerkrachten en de leerlingen. Die vragen in de eerste plaats minder administratie. En dat kan alleen maar als eindtermen en leerplannen perfect op elkaar zijn afgestemd. Eigenlijk zouden alle koepels en de overheid moeten samenwerken om de administratieve last te verlagen, in plaats van discussies te voeren waarmee die alleen maar groter dreigt te worden. Het is trouwens bewezen dat dit mogelijk is. De onderwijskoepels hebben onlangs samen een voorstel uitgewerkt dat de functie van schooldirecteur aantrekkelijker moet maken. Tot ieders tevredenheid overigens. De problemen van het onderwijs los je niet op met eindtermen, koepels en leerplannen, het zijn problemen die netoverschrijdend zijn en ook beter op die manier worden aangepakt. Een leerkracht in het katholiek onderwijs loopt evenveel gevaar op een burn-out als iemand in het gemeenschapsnet. Het laatste wat overheid, partijen en netten nu moeten doen is over de hoofden van de leerkrachten heen discussies voeren die de vaste structuren van het onderwijs alleen maar versterken. We moeten juist buiten die structuren durven denken. Zo is de autonomie van de scholen minstens zo belangrijk als die van de netten. Een katholieke school in Borgerhout verschilt meer van een katholieke school in Zwevezele dan van een Go-school in Borgerhout. De stedelijke omgeving en de schoolbevolking hebben minstens zo veel impact op het werk van leerkrachten als de leerplannen die door een levensbeschouwelijke koepel zijn uitgewerkt. Het is dus wijs om niet te focussen op de macht over het onderwijs, maar wel op het onderwijs zelf. En dat staat of valt met sterke leerkrachten.
Koepels en overheid moeten samenwerken om de administratieve last te verlagen, in plaats van discussies te voeren waarmee die alleen maar groter dreigt te worden.