Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Eén keer gebruikte hij zijn echte naam...
Kopstuk van Calabrische maffia praat zichzelf na 23 jaar onderduiken aan de galg
Rocco Morabito (50), de cocaïnekoning van Milaan die 23 jaar geleden de benen nam, is op zijn onderduikadres in Uruguay opgepakt. Al die tijd leefde hij er onder een valse naam, maar toen hij zes maanden geleden zijn dochter inschreef in een school, gebruikte hij domweg zijn echte naam. Toen de politie het afgelopen weekend zeker was dat het om Morabito ging, viel ze binnen in zijn hotel.
Naam: Francisco Antonio Capeletto Souza. Nationaliteit: Braziliaan. Woonplaats: Punta del Este, Uruguay. Zo stond het op zijn paspoort toen de politie hem in de boeien sloeg in een hotel in de Uruguayaanse hoofdstad Montevideo. Onder die naam woonde hij al sinds 2002 met zijn gezin in een riante villa in het paradijselijke vakantieoord aan de Atlantische kust.
“Hij is al 23 jaar op het rechte pad en heeft geen banden meer met de maffia”, beweert zijn advocaat, maar de politie betwijfelt dat. Bij een huiszoeking werden geen bewijzen gevonden van criminele activiteiten, maar wat moet een schijnbaar brave en voorbeeldige huisvader met een 9mmpistool, dertien gsm’s op evenveel valse namen, 150 pasfoto’s met verschillende vermommingen, 12 bankkaarten, een partij juwelen en een pak Portugese paspoorten?
Morabito werd in eerste instantie aangehouden wegens vervalsing van documenten en het bezit van valse paspoorten, maar de openstaande rekening die hem in Italië wacht is van een andere orde. Daar staat hij bekend als de cocaïnekoning van Milaan en was hij tot 1994 de nummer één van de ‘Ndrangheta, de Calabrische maffia die de Siciliaanse Cosa Nostra van de troon stootte als machtigste en rijkste maffiaclan van Europa.
Omzet: 20 miljard
Volgens de Italiaanse anti-maffiaonderzoekscommissie importeerde de ‘Ndrangheta rond de eeuwwisseling zowat 15% van de Zuid-Amerikaanse cocaïneproductie en draaide ze een jaarlijkse omzet van zo’n 20 miljard euro. Rocco Morabito nam in de jaren tachtig en negentig regelmatig smokkeltransporten van 500 kilo tot een ton voor zijn rekening, tot hij in 1995 de benen nam.
De laatste keer dat hij in Italië gezien werd, was in 1994. De politie kon hem toen
fotograferen terwijl hij omringd door bodyguards een hotel in Milaan verliet. Met in zijn hand een valiesje met vermoedelijk zo’n 3 miljoen euro cash. Sindsdien ontbrak elk spoor van Morabito, al was het Italiaanse gerecht er nagenoeg zeker van dat hij in Zuid-Amerika ondergedoken zat.
Een jaar later werd Morabito bij verstek veroordeeld tot 30 jaar cel voor het lidmaatschap van een criminele organisatie en voor de invoer van een ton cocaïne vanuit Brazilië. Dat land was waarschijnlijk ook zijn eerste toevluchtsoord. Tot hij in 2002 met zijn Angolese echtgenote naar Uruguayaanse badplaats Punta del Este verkaste.
Nog zes kopstukken ingerekend
Volgens de openbare aanklager in Calabria, Federico Cafiero de Raho, is het best mogelijk dat Morabito van daaruit de ver- scheping van cocaïne naar Italië coördi- neerde. “Hij speelde in de jaren tachtig en negentig een sleutelrol in de trafieken. Om de aanvoer en de kwaliteit van de leverin- gen te verzekeren heeft de ‘Ndrangheta verschillende topfiguren in Latijns-Ameri- ka gestationeerd, die nauwe contacten on- derhouden met de producenten”, zegt Ca- fiero de Raho.
Italië heeft intussen de uitlevering van Morabito gevraagd, maar het zal minstens nog drie maanden duren voor de man op een vliegtuig naar Milaan wordt gezet. Daar wordt het stilaan druk in de ‘Ndrangheta-vleugel van de gevangenis, want rechercheurs slaagden er het afgelopen anderhalf jaar in om nog zes andere voortvluchtige kopstukken in te rekenen.