Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wolhandkrab en zwaardschede varen niet meer mee tot bij ons
België voortrekker in strijd tegen exoten in water: ‘Ballastwaterverdrag’ internationaal in werking
Via het ballastwater van schepen verspreiden zich steeds meer exotische organismen, zoals bijvoorbeeld de wolhandkrab en de Amerikaanse zwaardschede. Het Ballastwaterverdrag wil dat stoppen en zorgt voor een revolutie in de scheepvaart.
Om stabiel te liggen hebben de meeste zeeschepen tanks waarin ze water kunnen pompen. Op die manier kwam echter water uit bijvoorbeeld de Chinese Zee hier terecht. Het gevolg is onder meer dat de Chinese wolhandkrab een echte plaag is geworden, dat onze oesters verdrongen zijn door de Japanse oester, dat de enorme massa’s ‘zwaardschede’-schelpen op het strand vandaag voor 99% Amerikaanse zwaardschedes zijn én dat zich in de uitstroom van de kerncentrale van Borssele nu een echte koraalbank heeft gevormd.
Dat klinkt misschien leuk, maar het ontwricht de natuur. Daarom werd al sinds november 1997 aan een internationaal maritiem verdrag gewerkt. Dat werd uiteindelijk op 13 februari 2004 goedgekeurd, maar de toepassing liet op zich wachten. Pas vorig jaar ratificeerden de eerste landen, waaronder ons land, de tekst. Vandaag zijn er genoeg landen toegetreden zodat het verdrag nu wereldwijd van kracht wordt.
Peperdure installatie
Concreet mogen schepen hun ballastwater alleen nog op de ‘hoge zee’ (minstens 200 km uit de kust) wisselen en moeten ze beschikken over een peperdure installatie die alle organismen uitschakelt.
Door die factuur sleepte alles jarenlang aan. Concreet geldt dan ook dat vanaf vandaag nieuwbouwschepen hieraan moeten beantwoorden. Voor alle bestaande schepen is er een overgang: zij moeten bij de eerste, vijfjaarlijkse vernieuwing van hun oliepollutiecertificaat (IOPP) aangepast zijn. Uiterlijk tegen 7 september 2022 moeten dus alle schepen die buiten hun eigen territoriale wateren komen, wereldwijd aangepast zijn. Voor marineschepen geldt die controle niet, maar de Belgische en Nederlandse marines doen vrijwillig mee.
“Die aanpassingen zijn écht wel significant”, zeggen experts. Volgens de ene mag je de kostprijs op “ettelijke honderdduizenden euro” ramen. Een andere heeft het over “snel enkele miljoenen”.
Voortouw
Iedereen is het erover eens dat, zeker bij de huidige lage charterprijzen, deze operatie voor veel schepen te duur zal
zijn en ze dus zullen verschroot worden.
“België neemt hier mee het voortouw”, aldus staatssecretaris Philippe De Backer. “België is trendsetter”, stelt ook Wilfried Lemmens van de Belgische reders. “De markt betaalt nog niet voor deze innovatie, maar de klanten eisen dit meer en meer.”