Gazet van Antwerpen Stad en Rand

JUPILER PRO LEAGUE “Ik ben fan van Perbet, maar Ganvoula past beter bijons"

Sportief directeur Rik Vande Velde over de mercato en de moeilijke seizoensst­art

- DAVID VAN DEN BROECK

De afgesloten zomermerca­to, de 3 op 15, zijn nieuwe manier van werken: redenen genoeg om Rik Vande Velde aan te klampen. Terwijl de spelers van KV Mechelen deze week alleen met de voeten mogen spreken, maakt de sportief directeur van KV Mechelen de balans op en blikt hij vooruit. En wel vanop zijn nieuw kantoor vlak aan de poort van het stadion.

Vanwaar de verhuis?

b “Wel, de trainer wilde mijn bureau, dat is de enige reden. (lacht) Hij zat vroeger aan de kleedkamer, maar wilde iets anders. Voor mij geen probleem. Ik zit hier liever dichter bij de rest van het bestuur, ik voel me meer betrokken zo.”

Over de versterkin­gen. Verdier, Osab guona en Peffer lieten jullie gaan, het werd een totale makeover voorin?

“Waarbij Ganvoula onze eerste keuze was. In juni al nam ik contact op met Herman Van Holsbeeck, maar hij zei me dat er allicht pas eind augustus beslist zou worden of Ganvoula kon worden verhuurd. Je kan dan wachten, maar dan ben je nóg niet zeker dat hij komt - dus gingen we verder op zoek. Pedersen is ons dan aangeboden als een prioriteit. En Bandé, die Yannick (Ferrera, red.) tijdens zijn test kon charmeren, tekende voor twee jaar. Wetende dat hij tijd nodig heeft, voor Afrikaanse jongens moet je minstens zes maanden rekenen. Remember Mbokani, die bij Anderlecht afgeservee­rd werd, later toch begon te scoren, maar dan al bij Standard had getekend. Dan kregen we ook nog Drazic aangeboden. Die Fi (Vanhoof, red.) en ik toevallig gespot hadden toen we in Servië voor een rechtsback waren. (grijnst) Doordat we Ganvoula hadden misgelopen, is de makelaar opnieuw met Drazic afgekomen, hebben de trainer, Fi en ikzelf hem nog eens bekeken via Wyscout, en hebben we hem erbij gehaald.”

En dan tik je uiteindeli­jk toch nog b Ganvoula op de kop.

“Eerst werd Perbet aangeboden. Maar ik wist: een plan-B is nodig, want er zullen nóg clubs interesse tonen. Ik heb dan nog eens naar Herman gebeld en bleek dat Ganvoula toch weg kon. Voilà, toen moesten we de keuze maken. Geen makkelijke. Ik ben ook fan van Perbet, die bij Kortrijk - waar hij veel ballen in de box krijgt - ongetwijfe­ld weer veel zal scoren. Maar wij waren beter af met Ganvoula - de combinatie van snelheid, kracht en scorend vermogen. Nu, met een 12 op 15 waren we allicht niet voor die extra spits gegaan. Zo werkt het. Maar we hebben nu 3 op 15 en scoren moeilijk. We zijn niet ontevreden over Drazic, maar hij moet het vooral hebben van zijn loopvermog­en en werkkracht - hij is geen typische afwerker. Dus was het opportuun om er nog iemand bij te nemen.”

Een paniekreac­tie? b “Zeker niet. Maar je hebt je ploeg vijf matchen kunnen evalueren, en dan zie je - iedereen, denk ik - dat er op bepaalde posities nog versterkin­g nodig is. Ik vond dat er vooral nood was aan een diepe spits en een rechtsback.”

Omdat Rherras nog niet bracht wat b werd verwacht?

“Hij is conditione­el niet in orde, kan het niet belopen. Je kan zeggen: ‘Geef hem tijd, hij is nieuw, heeft een half jaar niet gespeeld’. Maar op einde van de rit tellen die excuses niet. We zijn twee maanden bezig en stellen vast dat hij veel aanpassing­sproblemen heeft. Het is een momentopna­me, maar een extra concurrent was welkom. Vandaar de komst van Tomecak, die in Saoedi-Arabië zijn contract verbroken had omdat hij enkele maanden niet was betaald. Het kan nog een paar weken duren vooraleer hij speelgerec­htigd is, maar hij heeft ook een achterstan­d, dus kan hij zich nu volop klaarstome­n.”

Hoe kwamen jullie nog bij b Tomecak terecht?

“De voorzitter had zijn naam via via doorgekreg­en. Ik had nog nooit van hem gehoord. (herpakt zich) Of jawel, toch! Ik zag dat hij bij Dinamo Zagreb gezeten heeft en die club heb ik vroeger voor Anderlecht vaak bekeken. Ik heb mijn rapporten opgevraagd en ik had hem. (grijnst) Maar toen was hij nog rechtsbuit­en. Yannick, Fi en ik hebben hem nu nogmaals bekeken. We waren alle drie overtuigd dat hij ons iets kon bijbrengen, ook ervaring. Ik nam contact op met zijn makelaar, Bosko Balaban, en dan ging het snel. Een voordeel: hij kan eventueel ook op links, daar speelde hij eind vorig seizoen nog.”

Dion Cools nog geprobeerd? b

“Toen we met Perbet begonnen zijn, heb ik gezegd: ‘Ik wil ook Cools’. De dag na AEK Athene (25 augustus, red.) nam ik contact op met zijn makelaar. Toen hadden we nog een kleine kans, omdat hij niet speelde. Maar enkele dagen later begon hij tegen Standard en wist ik: vergeet het.”

Nog even terug naar Schoofs, jullie b duurste aankoop het blijft een straffe.

“Zeker. We zijn daar heel tevreden mee. We wisten ook dat Rob tijd nodig had. Hij heeft het voorbije jaar amper gespeeld, dat zet je niet in een paar weken recht. Maar we gaan nog veel plezier aan hem beleven.”

Af en toe zie je al vlagen van klasse, b toch?

“Inderdaad. En als scout redeneer ik: dan moet je je geen zorgen maken. Soms zie je geen vlagen. Dán moet je je zorgen maken.” (lacht)

Je loofde al de combinatie met Rits b en El Messaoudi, maar de mensen vragen zich af: kunnen die drie wel samenspele­n?

“Een heel interessan­te vraag. Wij hebben daar met onze trainer vooraf uitgebreid over gesproken, en die heeft ons bevestigd dat dat perfect mogelijk is. Dat geloof ik ook. Moest ik morgen trainer zijn, dan kunnen die drie bij mij óók spelen. Maar El Messaoudi is geblesseer­d, en dat is toch een aderlating. Wij stellen wel vast - dat hebben we met de trainer al meermaals besproken dat we de balans nog niet vinden in ons elftal. We zitten met een conditione­le achterstan­d, door het feit dat enkele jongens laat de voorbereid­ing startten: De Witte, Rits. Of lang niet speelden: Kawaya, Schoofs, Rherras. Dat vergt tijd. Maar in voetbal heb je die niet, elke week moet je presteren. Nu zitten we ook met enkele belangrijk­e blessures, laten we ook Kolovos niet vergeten. Maar op een bepaald moment moeten we weer de balans vinden. Als die er is, zijn we weer vertrokken. Dat is de taak van de trainer.’

Er zijn dus wel verzachten­de omb standighed­en voor de 3 op 15?

“Ja, laten we eerlijk zijn: de eerste drie matchen hebben we niet slecht gespeeld. Tegen Standard was iedereen tevreden. Op Beveren konden we verliezen, maar ook winnen. En tegen Gent was het ook een helft minder en een helft goed. Antwerp was de déclic. Iedereen had verwacht dat we zouden winnen, maar na onze late gelijkmake­r verloren we alsnog. Op een naïeve manier. Soms moet je durven zeggen: oké, nog twee minuten te spelen, we zijn tevreden met het resultaat. De match in Genk, dat was een totale offday. Daar mochten we nog vijftien jaar voetballen, het had geen 1-1 geworden. Goed, dan sta je daar met 3 op 15. Met het vervelende gegeven dat clubs als Antwerp, Sint-Truiden en Moeskroen - met wie wij moeten concurrere­n - wél goed vertrokken zijn.

Simpel toch: nu punten pakken? b

“Die match van zondag is belangrijk voor beide ploegen. Verliest Oostende, dan heeft het 0 op 18 en is er een kloof van zes punten. Maar verliezen wij, dan springen zij over ons, en moeten we met 3 op 18 naar Club Brugge.”

Heerst er nervositei­t? De spelers b mochten deze week geen interviews geven.

“Neen. Yannick heeft me daarvan op de hoogte gebracht, en ik vind zijn argumentat­ie terecht. Er is al heel veel gesproken geweest, zegt hij, en het is tijd dat de spelers met de voeten antwoorden. Dat is vervelend voor de pers, dat weet ik, maar ik steun mijn trainer daarin. Als de spelers zondag winnen, mogen ze heel de week met jullie praten.” (grijnst)

Het wordt een leuk terugzien met b Bjelica?

“Doordat hij niet meer wilde spelen, zijn we op links zwaar in de problemen gekomen. Daar is toch een heel vuil spel gespeeld. Als ik lees wat Luc Devroe over Proto zegt, dan kunnen wij een heel boek schrijven. Álles hebben we eraan gedaan ik, Yannick, de voorzitter - om op Bjelica in te praten. De deur stond altijd open voor een terugkeer. Maar dat wilde hij niet. Nu,

elk nadeel heb z’n voordeel. Cobbaut ontwikkelt zich enorm. Hij is een perfecte atleet voor die positie: hij heeft gestalte, snelheid, voetballen­d vermogen. Dat kan de volgende zijn die we kwijtraken. Club Brugge polste nu al.”

Even over de werking. Het valt op b dat je steeds meer op training opduikt.

“Vorig seizoen zag ik soms bijna twee maanden geen training: zoiets kan niet. Ik heb toen misschien te veel de focus op scouting gelegd. Scouting is belangrijk, maar à la fin: van de tien spelers die je haalt, komen er acht via tips of makelaars. Het is belangrijk dat je de markten kent. Een club als KV Mechelen moet vooral weten wat er in België rondloopt. Ook in de Franse tweede en derde klasse moeten we rondkijken, en in tweede klasse in Nederland. Een hele competitie in kaart brengen, zoals ik vorig seizoen in Denemarken twee weken lang deed, ga ik niet meer doen.”

Je voelde je meer hoofdscout dan b sportief directeur?

“Inderdaad. Ik stuur nu nog altijd onze vier scouts aan. Maar ik heb voor mezelf de evaluatie gemaakt en gezegd: onze ploeg is het belangrijk­ste. Ik moet bij de groep zijn, bij de staf, kort op de bal zitten. Ze moeten weten dat mijn deur openstaat. Je moet een beetje vertrouwen­spersoon zijn. Spelers willen niet altijd met de trainer spreken. Soms ook met de TD, onder vier ogen.”

Maar een speler als Drazic, b kan je die dan nog ontdekken?

“Zeker! Waar we vorig seizoen te veel algemene scouting deden, zullen we nu sneller een specifieke speler gaan bekijken. Nu gaan we heel snel proberen te anticipere­n: wat kan er volgende zomer gebeuren? Gaat

Cobbaut blijven? Kunnen we Ganvoula nog eens huren of niet? We moeten heel snel weten welke posities we moeten invullen. Tegen eind september wil ik alle makelaars hebben aangesprok­en en alle pistes verzamelen, en op basis daarvan kunnen we gaan scouten. Krijg ik zes namen uit Kroatië door, dan zal ik die in één weekend gaan bekijken. Ik zal minder op pad zijn, maar áls ik op pad ben, wel gerichter scouten.”

En aan Fi Vanhoof heb je nog altijd steun?

“Ik betrek Fi bij álles. In de laatste lijn gaan we altijd samen naar spelers kijken. Vier ogen zeggen veel meer dan twee. Is dat een gebrek aan persoonlij­kheid? Neen. Dat weten de mensen die me kennen. Maar ik heb geleerd dat niet enkel mijn mening de juiste is. Fi doet me af en toe nadenken, en omgekeerd ook.”

 ??  ??
 ?? FOTO'S TOM GOYVAERTS ?? Yannick Ferrera.
en KVcoach
Rik Vande Velde met Fi Vanhoof
FOTO'S TOM GOYVAERTS Yannick Ferrera. en KVcoach Rik Vande Velde met Fi Vanhoof

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium