Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik bleef maar omkijken... Waar bleven ze?”
Sander Armée verbaast iedereen én vooral zichzelf met ritzege
Een profkoers winnen. Het was Sander Armée (31) nog maar één keer overkomen. “Twee jaar geleden won ik de Heistse Pijl, een kermiskoers. En nu een rit in de Vuelta. Toen ik in de slotkilometer Lutsenko had gelost, bleef ik maar achterom kijken. Wel 15 keer. Ik dacht: Hoe is dit mogelijk? Winnen? Ik? Amai. Wat een gevoel. Ik ben een hele avond bezig geweest met het beantwoorden van gelukwensen. Twitter heb ik zelfs niet durven openen.”
In 2012 won hij La Marmotte, een toeristenwedstrijd in de Alpen over de Glandon, de Télégraphe, de Galibier en als toetje Alpe d’Huez. Klimmen heeft Sander Armée dus altijd goed gekund. Maar klimmen én winnen? Dat was bij de profs tot gisteren op het pelgrimsoord Santa Toribio nog niet gelukt. Zijn enige profzege was de Heistse Pijl. Vlakker kan een wielerwedstrijd niet zijn.
“In mijn achtste profseizoen ken ik mijn plaats in de ploeg. Ik help anderen om te winnen”, vertrouwde hij ons begin dit jaar toe op de ploegstage in Mallorca. Naast zijn helpersrol voor Wellens en co specificeerde de adelaar van Kessel-Lo zich in nevenklassementen zoals de bergtrui in Romandië. “Wanneer je al zo lang in dienst rijdt, verlies je het killerinstinct. Vorig jaar kwam ik in een winnende positie tijdens de Ronde van Noorwegen, maar vond ik die situatie zo ongewoon dat ik in de finale vergat mijn regenvest uit te doen.”
Zijn jasje was gisteren in het warme noorden van Spanje niet van de partij. Na een afvalrace over vier steile puisten in de Picos de Europa, bleef Armée finaal met Lutsenko over. “Op een kilometer van de top besloot ik dan maar te versnellen, en plots was ik alleen. Op vijfhonderd meter van de top, riep ploegleider Marc Wauters door mijn oortje dat de anderen allemaal geplooid waren. De buit was binnen. Ik kon het niet geloven. Ik bleef maar achterom kijken. Vlak achter mij reed een auto van de jury. Ik dacht: Het zal toch niet waar zijn dat daar nog een andere renner achter verscholen zit. De situatie was ook nieuw voor mij. Winnen? Ik? Ik ben er nog steeds niet goed van.”
Armée had een superdag. Dat had hij in deze Vuelta al een tijdje. Zondag trok hij ook in de aanval en won de Prijs van de Strijdlust. Ik ben al een tijdje goed. In juli trok ik met de ploeg op stage naar Livigno, daarna de Ronde van Polen. Ik ben iemand die veel kilometers nodig heeft om top te zijn.”
Belgisch kampioen skeeleren
Als tiener werd Armée veertien keer Belgische kampioen skeeleren en zelfs Europees kampioen marathon. “Van mijn twaalfde tot mijn twintigste deed ik net als mijn zus Nele aan skeeleren. Ik was vooral sterk op de langere afstanden, wanneer het aankomt op conditie.”
Armée leerde de fiets kennen, omdat hij in de winter bij wijze van training ging fietsen. Pas nadat zijn trainer hem aanmoedigde om eens een koers te rijden en hij bij Toekomstvrienden Baal de fietsmicrobe te pakken kreeg. “Tot mijn achttiende heb ik beide sporten gecombineerd. Nadien zette ik alles op de koers. Dat is laat. Maar ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Die Europese titel was mooi. Maar deze Vuelta-zege is nog mooier. Dat skeelerhoofdstuk is al een tijdje afgesloten.”