Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Antwerp zit in mijn hart”
Jonas De Roeck keert als trainer van STVV terug op Bosuil
De confrontatie met Sint-Truiden is voor Antwerp ook een weerzien met Jonas De Roeck. De kersverse trainer van STVV doorliep de jeugdreeksen bij de Great Old, begon én eindigde er zijn profcarrière en zette er zijn eerste stappen in het trainersvak als speler/assistent-coach. “Dat ik deze kans krijg, wil zeggen dat ik ze verdien.”
Het gaat snel voor Jonas De Roeck. Twee jaar geleden was hij nog nooit hoofdtrainer geweest, maar vandaag staat hij al aan het roer van Sint-Truiden. Hij volgde er de na twee speeldagen ontslagen Marquez op nadat De Roeck vorig seizoen de titel had gepakt in tweede amateurklasse met Berchem. “Ik heb een grote stap gezet, dat klopt. Maar Sint-Truiden heeft mij niet zomaar gekozen door de titel van Berchem van vorig seizoen, hé. Ze hebben mij gescreend, ze weten wat ze belangrijk vinden in een trainer. Natuurlijk, een trainer die zo’n grote stap zet, het is de laatste jaren niet vaak vertoond. Maar ik heb vertrouwen in m’n kwaliteiten en ik voelde dat de club goed bij mij past qua mentaliteit. Het zijn hier harde werkers. Ik ook. Ik besef dat dit een grote kans is, maar dat ik ze krijg, wil zeggen dat ik ze verdien.”
Heb je zelf getwijfeld om de stap naar Sint-Truiden te zetten?
“Getwijfeld niet. Maar je moet wel alles overwegen. Ik was de voorbereiding begonnen bij Berchem, had er veel krediet opgebouwd en had daar een kern die ik zelf mocht samenstellen. Daarnaast had ik ook nog mijn job op de Dienst Vreemdelingenzaken in Brasschaat. Langs de andere kant is dit een kans die je niet vaak krijgt. Dat SintTruiden zo’n stabiele club is op trainersvlak heeft meegespeeld in mijn beslissing. Het is echt uitzonderlijk dat ze hier een trainer ontslaan. Voor Marquez was dat volgens mij al geleden van bij Brepoels. Sint-Truiden is een club die tijd en krediet geeft aan een trainer die zich wil ontwikkelen.”
Je mag nu al meteen op bezoek bij je ex-club Antwerp. Zowaar een duel tussen het nummer drie en nummer vier in het klassement. Kunnen beide ploegen op die plaatsen blijven staan? “Beide ploegen zullen nog wel moeilijke momenten kennen. Maar de punten die we allebei hebben, zijn niet gestolen. Om daar te blijven staan, zal het van belang zijn om gespaard te blijven van blessures. Zeker in de periode dat er schorsingen aankomen, want clubs met een grotere kern kunnen zoiets beter opvangen. Maar deze twee ploegen staan niet onverdiend op deze plaats. Wij moeten er gewoon voor zorgen dat we week na week goed voetbal blijven brengen én met de juiste mentaliteit het veld opgaan. Dan zullen we wel zien. We hebben al een mooie stap gezet en zien wel waar we eindigen.”
Is het speciaal om terug te keren naar de Bosuil? “Antwerp zit in m’n hart. Ik kreeg er de kans om door te breken als jeugdspeler en beleefde er hele mooie momenten. Op dat vlak is het een speciale wedstrijd. Voor en na de match zal ik veel bekenden tegenkomen, maar verder is dat niet anders. Ik benader die wedstrijd net als de vorige wedstrijden met Sint-Truiden.” Je was twee seizoenen geleden nog speler/assistent-trainer bij Antwerp. Hoe ging dat in z’n werk? “Dat was heel moeilijk. De combinatie speler-trainer is niet ideaal. Je kan niet honderd procent speler zijn, maar ook niet honderd procent trainer. Ik deed alle oefeningen mee omdat ik dat seizoen toch nog best wat wedstrijden gespeeld heb, maar je zit na de training niet tussen de spelers. De combinatie is eigenlijk niet doenbaar. Het heeft meer nadelen dan voordelen.”
Je hebt de zwartste periode van Antwerp meegemaakt. In het seizoen 2014-2015 eindigden jullie tiende en extrasportief stapelden de problemen zich op.
“Het Antwerp van toen is niet te vergelijken met dat van nu. De omstandigheden waarin wij toen werkten, kwamen zelfs in het amateurvoetbal niet voor. Bij Berchem en Lyra was alles professioneler dan in die tijd bij Antwerp. Hetgeen we toen nog presteerden, was eigenlijk knap naar omstandigheden. Vooral dat laatste seizoen waren de omstandigheden schrijnend. Het regende binnen in de kleedkamer, er was amper kledij om te trainen,… Elke dag was je bezig met extrasportieve zaken, buiten het voetbal. Maar goed, ik ben blij dat Antwerp weer de goede richting uitgaat. Het heeft een mooie toekomst.”
Was er toen een mogelijkheid om te blijven als assistent? “Eerst was dat de bedoeling, maar dat is niet gebeurd. Maar daar heb ik totaal geen rancune over. Wie er trainer is, telt niet. Het is de club die telt. We zijn toen elk onze weg gegaan. Het mooie aan voetbal is dat we mekaar twee jaar later weer treffen op het hoogste niveau.”
Jonas De Roeck ‘‘Bij Berchem en Lyra was alles professioneler dan in die tijd bij Antwerp.’’