“Eigenlijk heb ik zelfs vier groepen in mijn kern”

Tien op vijftien op zak, en een geslaagde stage in Nederland. Bölöni mag dan al goed boeren met de Great Old, zijn inmiddels zo goed als complete kern is conditioneel nog te weinig homogeen. “Het is niet eenvoudig”, zucht de Antwerpcoach.

“De stage was zeer interessant, want heel wat spelers kende ik niet. We hebben in vier dagen tijd kleine stapjes gezet. Maar mirakels? Nee. Ik werkte met drie verschillende groepen om zo tot het hoogst mogelijke niveau te komen. Het is eenvoudig: diegenen die er van in het begin bij waren, weten waarmee ze bezig zijn. Op elk gebied: fysiek, tactisch én technisch. Dat is de eerste groep. De tweede groep heeft zich nog relatief snel kunnen aanpassen aan de eerste groep. Zij zijn er bijna, jongens als Batubinsika, Bolat of Arslanagic. De derde groep is bijzonder, die jongens kwamen op allerlei momenten toe, in allerlei gemoedstoestanden en condities. Meerdere problemen stelden zich, want ze hadden allemaal verschillende voorbereidingen achter de rug. Zij zijn zoekende. Eigenlijk is er zelfs nog een vierde groep, als je de geblesseerden bekijkt. We proberen dus met die vier groepen te werken. En geloof me: dat is geen eenvoudige klus, maar een moeilijke. De integratie verloopt niet echt vlot en er stellen zich problemen, omdat sommigen ritme ontberen. Het verloopt met kleine stapjes, omdat we bepaalde spelers nog moeten leren kennen.” “Maar we hebben vooruitgang geboekt, dus we mogen tevreden zijn. Er waren twee oefenwedstrijden. De eerste was goed. De tweede (1-4 tegen Dudelange, red.) heeft ons met de voeten op de grond gezet, want er waren te veel fouten. Maar het leverde nuttige informatie op.” Met Sint-Truiden wacht nu een andere revelatie van de seizoenstart, de nummer vier ontvangt de nummer drie. “Een verrassing zonder meer, alhoewel ook wij wel weten dat niet wij de zwaargewichten zijn in deze competitie. Maar we staan hier nu en willen blijven profiteren. Tegelijkertijd moeten we beseffen dat alles snel kan veranderen tijdens deze marathon die de competitie toch wel is. Sint-Truiden wordt een lastige tegenstander met zijn specifieke kwaliteiten.” “10 op 15 kan mijn werk misschien verlichten”, zei Bölöni twee weken geleden. “Ik heb dat gezegd na de winst in Oostende, ja. Met de nadruk op ‘misschien’ (lacht). Gelukkig heb ik dat zo gezegd. Maar het zorgde wel voor een zekere rust. Al moet je altijd oppassen voor laksheid en jezelf scherp houden. Kijk, een goede prestatie op verplaatsing móét je verlengen met een goede in eigen huis, anders heb je niet bevestigd. Maar ik weet niet of we al de maturiteit hebben om dat te doen. We zullen moedig en intelligent moeten zijn. De supporters zullen onze opdracht ook weer vergemakkelijken, zoals zelfs op verplaatsing het geval blijkt.”