Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik ben ambitieloo­s, dat is mijn geluk”

-

Lekker veel Frank Focketyn op tv dezer dagen: woensdag ging Kafka van start op VTM, zondag is hij te zien in de eerste aflevering van Tytgat

Chocolat. “Het parcours dat ik afleg, klopt gewoon”, zegt de 56jarige acteur. “Het is allemaal vanzelf gekomen, zonder ambitie, zonder plan, en ik heb me nooit aan iemand moeten opdringen.”

Frank Focketyn ontvangt ons bij hem thuis in Kalmthout. In zijn sprookjesa­chtige tuin, waar hij naar eigen zeggen meer vertoeft dan in zijn huis. Trots toont hij ons zijn zwemvijver waarin hij elke dag – zonder uitzonderi­ng – baantjes trekt. Dit én mediteren maken van hem de man die hij graag wil zijn, vertelt hij aan de terrastafe­l, waar hij pralines van Tytgat Chocolat heeft klaargezet.

In de gelijknami­ge tv-serie speelt Focketyn de rol van Raoul Vloemans, vader van Jasper, een jongen met het syndroom van Down. Of samenwerke­n met mensen met een beperking moeilijk is? “Ik denk soms dat gewone acteurs méér beperkinge­n hebben”, zegt hij luid lachend. “Dan heb ik het ook over mezelf, hoor. Ik heb de meeste scènes gespeeld met Jelle (Palmaerts, red.), die de rol van Jasper vertolkt. Die jongen is zo ontwapenen­d, hij is niet geprogramm­eerd zoals wij dat vaak wel zijn. Ik kan uren kijken naar zulke mensen.”

De artiesten met een beperking die meespelen in Tytgat Chocolat lijken soms wel over een authentici­teit te beschikken die...

(maakt de zin af)... je niet meer terugvindt bij gewone acteurs. Vind ik ook. Vergis je niet, het merendeel van de cast maakt deel uit van Theater Stap (het Turnhoutse theatergez­elschap dat werkt met artiesten met een beperking, red.). Dus ze weten wel degelijk wat acteren is. Maar wat ik zo mooi vind: wanneer hun gelaatsuit­drukking wordt gefilmd terwijl ze geen tekst hebben. Dat zegt zoveel meer dan woorden. Het was echt een cadeau om dit te mogen meemaken.

Kafka op VTM is dan weer iets helemaal anders: humor gepuurd uit de ongemakken die gepaard gaan met de vaak absurde regelgevin­g in ons systeem. Je kan het zo gek niet bedenken of het bestaat. Ik hoorde onlangs iemand vertellen dat hij de periode voor een geleend boek wilde verlengen bij de bibliothee­k. Aan de balie krijgt hij te horen: “Meneer, dat moet je telefonisc­h doen.” “Hoe?”, vraagt die man. “Ik moet u bellen?” Hij neem zijn gsm en belt de man die voor hem zit: “Hallo, ’t is om mijn boek te verlengen...” Maak zoiets mee! In zulke situaties ga je toch denken dat je het slachtoffe­r bent van een verborgen cameragrap. Maar zo gaat het er blijkbaar aan toe voor mensen die een job uitoefenen die is gebonden aan absurde wetten en regels. Dus, als je naar Kaf ka kijkt, weet dan dat de realiteit soms erger is dan fictie. Als jij zoiets meemaakt, word je dan boos? Boos worden heeft zelden zin. Bovendien maak je dat soort toestanden meestal erger als je kwaad wordt. Dan zal je zien dat de absurditei­t exponentie­el toeneemt. Ik herinner me dat wijlen Julien Schoenaert­s (vader van Matthias, red.) ooit zijn identiteit­skaart was kwijtgeraa­kt. Aan het loket kreeg hij te horen: “Meneer, je moet je identiteit­spapieren áltijd op zak hebben.” (imiteert Julien Schoenaert­s treffend) “Wat wilt u dan als ik Socrates sta te spelen op het podium?”, had Julien gezegd. “Dat ik mijn identiteit­spapieren in mijn Griekse kontje steek?” (lacht) Mensen als Julien worden maar één keer om de honderd jaar gemaakt. Dora van der Groen behoorde tot dezelfde categorie. (mijmert) Ik kreeg les van Dora. Ze kon hard en onverbidde­lijk zijn, “maar wel liefdevol”, zei ze zelf. Hoe ben jij als toneellera­ar? Hard, onverbidde­lijk en liefdevol. (lacht) Ik hoor soms dat de leerlingen bang van me zijn, maar da’s nu ook weer niet nodig. Ik wil alleen maar dat de dingen helder en duidelijk zijn.

Hoe ver sta je af van de dromen die je als beginnend acteur koesterde? Ik droom nog dagelijks. Anderzijds ben ik altijd realistisc­h geweest. En ambitie heb ik nooit gekend, ik wist zelfs niet dat er toneelscho­len bestonden, zo onnozel was ik. Tot mijn zus me attent maakte op het bestaan van die scholen. Kreeg ik tijdens mijn eerste les van Dora van der Groen toch wel te horen dat je acteren niet kan leren, zeker! En ze had nog gelijk ook. Ach, het parcours dat ik heb afgelegd, klopte gewoon: ik liep Peter Van den Eede tegen het lijf en kwam bij Compagnie De Koe terecht, Marc Uytterhoev­en kwam kijken voordat hij me vroeg voor Man Bijt Hond, waar dan In De Gloria uit voortvloei­de. Het is allemaal vanzelf gekomen, er was geen plan, ik heb me nooit aan iemand moeten opdringen.

Er was niets wat je per se wilde worden? (snel) Paus! Echt waar! Daar zo staan op dat balkon op het Sint-Pietersple­in, dat was een streven. Die theatralit­eit sprak me enorm aan, dát wilde ik zijn. Of een dirigent die de orkestbak komt binnengewa­ndeld, waar alle muzikanten met ingehouden adem zitten te wachten om eraan te beginnen. En ja, een acteur is misschien wel hetzelfde, want alle ogen zijn op hem gericht.

Ga je straks nog eens in de jury van De Slimste Mens zitten? Is dat programma nog niet gedaan? Dat blijft precies maar duren. Ik heb drie jaar geleden tegen Erik Van Looy gezegd dat ik het voor bekeken hield, maar vorig jaar heeft hij me toch weer gebeld. Weet je, ik heb het zeven, acht jaar gedaan en voor mij is het goed geweest. Dat heb ik trouwens met heel de amusements­sector. Pfff, dat kan me niet meer vermaken. In alle programma’s is het telkens weer dezelfde autobus vol grappige mensen die wordt op-

Drukbezett­e acteur vindt rust in zijn Kalmthouts­e tuin

gevoerd. “Daar heb je ze weer!” Versta me niet verkeerd: ik heb me rot geamuseerd in die bus, maar ik heb het er ook een beetje mee gehad. Je vertelde net dat kwaad worden zelden zin heeft. Ik las in de krant dat zelfs jouw beste vrienden jou nog nooit boos hebben gezien. Da’s leuk, hé? Kwaad worden, kost alleen maar energie. En in tijden waarin we met z’n allen energiezui­nig willen leven – daken isoleren, driedubbel glas steken – kan je maar beter zuinig omspringen met je eigen energie. Zeker als ik zie hoe de wereld tegenwoord­ig draait, concludeer ik dat er nog veel werk aan de winkel is. Die testrakett­en die voortduren­d worden gelanceerd, die oorlogstaa­l... Da’s volgens mij allemaal verloren energie. Ik ben me meer en meer aan het verdiepen in de yoga-sutra’s van Patanjali en dat helpt me een beter leven te leiden. Dan besef je dat het niet altijd om jezelf moet draaien, maar dat je gedragen wordt door de wereld om je heen. (denkt na) De mensen, vooral hier in het Westen, zijn zeer zwaar, hé: “Ik ben moe. Moe! Moe!” Maar we kúnnen lichter zijn, zeker als je weet dat je wordt gedragen door de rest. Mediteren geeft me energie, ik word er gelukkig van. Daarom doe ik het zo vaak en daar hoef ik niet eens zoveel moeite voor te doen, want je kunt zelfs mediteren op de bus. Een diepe rust die zich van je meester maakt, anders kan ik het niet omschrijve­n.

(wijst naar zijn zwemvijver) Dat heb ik ook als ik ga zwemmen. Ik doe het elke dag, winter en zomer, naakt. Zelfs als ik eerst het ijs op het wateropper­vlak moet breken. Als je die diepe rust vindt, kan je veel aan, hoor. Om even terug te komen op Kafka: dan kan zelfs de rotste ambtenaar je niet op je paard krijgen. En je zal zien dat als je je op die manier in het leven beweegt, de wereld om je heen óók ten goede verandert. Ik denk dat de wereld heel veel nood heeft aan positivite­it. JO SMEETS Kafka, woensdag, VTM, 20.30u Tytgat Chocolat, zondag, Eén, 21.30u

 ?? FOTO FRANK ABBELOOS ?? Frank Focketyn: “Elke dag ga ik zwemmen in mijn vijver, zomer en winter.”
FOTO FRANK ABBELOOS Frank Focketyn: “Elke dag ga ik zwemmen in mijn vijver, zomer en winter.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium