Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Pensioenen: zo zit het (help!)
Regering in verwoede worsteling om vergrijzingskosten onder controle te
De regering heeft zich verslikt in twee pensioenmaatregelen voor wie op latere leeftijd werkloos wordt, de socialistische vakbond gaat staken tegen onder meer de afbouw van de ambtenarenpensioenen en de regering moet lastige knopen doorhakken rond zware beroepen en pensioenen op punten. De pensioenen worden stilaan een zwart, energie naar zich toe zuigend gat in de Wetstraat.
Als een donkere wolk hangen boven elke pensioendiscussie de toenemende vergrijzingskosten. Anders gezegd: de extra miljarden die de belastingbetaler zal moeten betalen in de komende jaren om de groei- ende groep gepensioneerden te betalen. Jaar na jaar, elke keer weer een serieuze extra post op de begroting (zie tabel). Het pensioendossier is zeer ingewikkeld. “Alleen al de wetgeving over ambtenarenpensioenen op de website van de Federale Pensioendienst telt 1.500 bladzijden”, zegt hoogleraar Ria Janvier, pensioenspecialiste aan de Universiteit Antwerpen. Zij helpt ons door de bomen het bos te zien. Een beknopt overzicht.
1. VERHOFSTADT EN DI RUPO ZIJN BEGONNEN
Vroeger konden we massaal vervroegd met pensioen of brugpensioen gaan en werken voor de staat stond garant voor een vaste benoeming. De regering-Verhofstadt II (2003-2007) probeerde met het Generatiepact als eerste het tij te keren, concreet vooral door de leeftijden voor brugpensioenen op te trekken. Onder de regering-Di Rupo (2011-2014) waren de maatregelen al ingrijpender. Beroepsgroepen zoals professoren, magistraten en gouverneurs, die voorheen al na een beperkt aantal jaren zeker waren
van een volledig (en hoog) pensioen, moesten inboeten.
2. REGERINGMICHEL GAAT VAN 65 NAAR 67 JAAR
De regering-Michel (20142019) voerde verschillende verregaande ingrepen door: - De pensioenleeftijd wordt opgetrokken tot 66 jaar in 2025 en 67 in 2030. - De algemene regel vanaf 2019 is dat je op zijn vroegst op pensioen kunt vanaf 63 jaar en na een loopbaan van 42 jaar. - De brugpensioenregeling is opnieuw verstrengd, al wordt er nogal warm en koud geblazen. - Ambtenaren mogen hun studiejaren niet meer meetellen om vervroegd op pensioen te kunnen gaan. Die studiejaren zullen ze ook niet meer gratis en volledig meegerekend krijgen voor hun pensioenbedrag. - Er komt een overgangsregeling voor iedereen om studiejaren te ‘regulariseren’: tegen betaling tellen ze dan mee voor je pensioen. Gedurende drie jaar zal dat, zeker voor de ouderen onder ons, tegen een gunsttarief kunnen.
- Wie als personeelslid in overheidsdienst met een gewone arbeidsovereenkomst was aangeworven (de ‘contractuelen’) en daarna vast benoemd wordt (de ‘statutairen’), kon tot hiertoe die contractuele jaren inbrengen als jaren die meetellen voor het ambtenarenpensioen, wat een behoorlijk voordelige regeling was. Ook dit zal stoppen.
3. TWEE KNELPUNTEN ROND OUDERE WERKNEMERS
In twee regelingen die oudere werknemers behoorlijk zwaar kunnen treffen, heeft de regering zich danig verslikt.
- Bij vijftigplussers die werkloos of in brugpensioen zijn, zou het pensioen na meer dan één jaar werkloosheid niet meer berekend worden op het loon dat ze daarvoor hadden, maar op een soort van minimumloon, dat uiteraard veel lager ligt. - Wie al onder de twintig jaar begon te werken en boven de 45 jaar loopbaan uitkomt, maar op het einde wel werkloos of op brugpensioen is, zou ook pensioen verliezen. Dit verschil zou tot 100 euro per maand kunnen oplopen. Over beide voornemens is sinds een week grote onduidelijkheid ontstaan. Zeker de eerste maatregel zal het wel niet meer halen, nu Open Vld de kar keerde. De redenering achter de maatregelen was dat werken beloond moet worden. De aanleiding was het verhaal van een vrouw die heel haar leven zelfstandige was geweest en die minder pensioen kreeg dan een vriendin die heel haar leven werkloos was geweest. Professor Ria Janvier: “Het leek mij eerst nogal opgeklopt. Wie is er nu heel zijn leven werkloos? Dan moeten de RVA of nu de VDAB toch al lang hebben ingegrepen? Ik heb de cijfers opgevraagd bij de RVA en ze zijn ontstellend. Zo waren in maart van dit jaar meer dan 10.000 mensen langer dan twintig jaar werkloos. Het gaat dan echt om mensen die geacht worden nog werk te zoeken. Kijk je naar al degenen die langer dan tien jaar werkloos zijn, dan kom je aan bijna 40.000 mensen. Daar zal zeker wat aan te doen zijn, maar dit lijkt me een probleem dat een oplossing verdient in het stelsel van de werkloosheid, niet in de pensioenen.”
4. HET EINDE VAN DE VASTE BENOEMING
In het Zomerakkoord heeft de federale regering beslist om geen nieuwe vaste benoemingen meer te doen op federaal niveau. De vaste ambtenaar met zijn hoger pensioen is daarmee een uitdovend ras (al zal dat uitdoven nog lang duren). Voor onder meer politie en magistratuur (de ‘gezagsfuncties’) wordt een uitzondering gemaakt. Op Vlaams en lokaal niveau bestaat er al langer een trend om met gewone contracten te werken. Opmerkelijk: in Wallonië is de door de PS gestuurde overheid de vaste benoeming officieel blijven stimuleren, maar in werkelijkheid is het aantal definitief benoemden bij het Waalse gewest op lokaal niveau met 31% nog lager dan in Vlaanderen (38%) en Brussel (39%). Bij de stad Antwerpen, het Havenbedrijf en de provincie gebeuren ook geen vaste benoemingen meer. Dat de stad Gent onlangs nog meer dan vijfhonderd contractuelen een vaste benoeming wilde geven, heeft volgens Ria Janvier te maken met de maatregel dat contractuele jaren vanaf 1 december niet meer worden omgezet in ambtenarenjaren. “Ze wilden dat kennelijk nog snel daarvóór doen. Minister Homans heeft het tegengehouden omdat de benoemingen discriminerend waren tegenover mogelijke externe kandidaten die geen kans hadden gekregen om te solliciteren.” De regering werkt een regeling uit om contractuele ambtenaren een aanvullend pensioen te bezorgen (75% van de werknemers heeft via zijn werkgever een aanvullend pensioen). Voor federale ambtenaren wordt begonnen met een maandelijks op te bouwen spaarpot van 3% van hun loon, betaald door de overheid. “Het is niet veel, maar het is een begin”, zegt Ria Janvier.
5. IS STUKADOOR EEN ZWAAR BEROEP?
Nu de pensioenleeftijden worden opgetrokken, vinden de vakbonden dat er voor de zware beroepen gunstmaatregelen moeten komen. Zo is iedereen, ook de werkgevers, het erover eens dat wie nachtwerk doet, vroeger moet kunnen stoppen. Maar daar houdt de eensgezindheid op. Werk kan zwaar zijn omdat het fysiek belastend is, zoals in de bouw, omdat het gevaarlijk is, zoals voor hoogtewerkers, omdat het mentaal slopend is, zoals voor psychiatrisch verplegers, maar mogelijk ook voor mensen in het onderwijs, of vanwege de werkorganisatie, zoals bij nacht- en weekendwerk. In Nederland woedt dezelfde discussie. Daar wordt bijvoorbeeld aangevoerd dat van de stukadoors maar een derde de pensioenleeftijd haalt zonder ziekte- of invaliditeitsverlof. Dat moet dus wel een zwaar beroep zijn. “Dat kan, maar kijk je bijvoorbeeld naar de levensverwachting, dan zie je dat leerkrachten van alle ambtenaren het langst leven. Wil dat iets zeggen?”, werpt Ria Janvier op. Samenhangend hiermee wil de regering een pensioen met punten uitwerken. Per jaar krijg je een punt, een zwaar beroep krijgt iets meer en je zou dan ook deeltijds met pensioen kunnen gaan. “Maar dit belooft nog een heel ingewikkelde en beladen discussie te worden”, zegt Janvier.
6. DE FACTUUR
Volgens een berekening van Unizo zullen we tegen 2040 omgerekend in euro’s van vandaag 10 miljard euro extra moeten vinden om de lopende pensioenen te betalen. Ter vergelijking: de regering heeft nu al alle moeite van de wereld om tegen volgend jaar 2,7 miljard euro te besparen.