Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Helft spoedartse­n overweegt te stoppen

De helft van de Belgische spoedartse­n denkt erover van job te veranderen, blijkt uit een nieuwe studie. Niet zozeer de stress van de job, maar de bijkomende regels en procedures worden hen te veel.

- (ire)

CATHELINE DEPUYDT Spoedarts AZ Sint-Lucas “We moeten alles wat we doen minutieus opschrijve­n. Het verhindert ons in wat wij horen te doen: urgent handelen.”

De helft van de urgentiear­tsen overweegt ernstig om van job te veranderen. 16% is hier actief mee bezig en wil binnen de zes jaar uit het vak stappen. Fysieke of emotionele uitputting en het gevoel dat ze te veel van hun sociaal leven moeten inboeten, zijn de voornaamst­e drijfveren om de handdoek te werpen. En dat terwijl er nu al een acuut tekort is. “Bijzonder onrustwekk­end”, zegt Jan Stroobants, voorzitter van de Belgische spoedartse­n, over de resultaten. Ze komen uit een onderzoek dat de wetenschap­pelijke vereniging van Belgische urgentiear­tsen eind 2015 uitvoerde in samenwerki­ng met de Gentse universite­it. “Dit bevestigt wat wij al lang aanvoelen: mensen vallen uit of stoppen halverwege de opleiding. Er zijn te veel depressies en zelfmoorde­n onder collega’s. Op sommige diensten is de bestaffing een probleem. Andere specialist­en en artsen in opleiding worden ingeschake­ld om de zaak draaiende te houden.”

Kwaliteits­labels halen

De resultaten worden volgende zaterdag voorgestel­d op een symposium in Brussel. “Niet zozeer de stress van het werk zelf doet collega’s de das om”, verduideli­jkt Catheline Depuydt, een spoedarts van het AZ Sint-Lucas in Gent, die aan de studie meewerkte. “Het is vooral de extreme administra­tieve belasting die mensen doet afhaken. We moeten alles wat we doen minutieus opschrijve­n. Dat wordt opgelegd door de internatio­nale kwaliteits­labels, die alle ziekenhuiz­en willen halen. Het hindert ons in wat wij horen te doen: urgent handelen.” Die administra­tieve last wordt als een blok aan het been ervaren in een vak dat hoe dan ook al bijzonder zwaar is. Spoedartse­n klagen ook over een gebrek aan erkenning en een compleet scheefgetr­okken balans tussen leven en werk. Uit het onderzoek blijkt dat spoedartse­n gemiddeld 35% van hun uren presteren in nachtshift­s en een kwart in het weekend. In sommige ziekenhuiz­en loopt dat op tot meer dan een op de twee shifts. Niet alleen spoedartse­n bezwijken onder te grote werkdruk. Eerder onderzoek van Lode Godderis, hoogleraar arbeidsgen­eeskunde aan de KU Leuven, toonde aan dat net geen kwart van de Belgische ziekenhuis­specialist­en een verhoogd risico loopt op een burn-out. Een derde van de specialist­en in opleiding zit in de gevarenzon­e. “Ze zijn emotioneel uitgeput en hebben geen energie meer voor andere dingen in het leven”, zegt Godderis. “Daarnaast ervaren ze een hoge mate van cynisme en depersonal­isering, of worstelen ze met het gevoel niet meer bekwaam genoeg te zijn in hun vak.”

Ziekenhuiz­en zijn fabrieken

Uit een onderzoek van De Standaard blijkt dat veel ziekenhuis­specialist­en opgebrand zijn, of op zijn minst twijfelen aan de zin van hun werk. Ziekenhuiz­en zijn fabrieken geworden, waar elke cent telt. Ook de druk om geld binnen te halen en extreem lange dagen te kloppen, is moordend. “Niet opgeven, blijven doorgaan. Zo word je gedrild”, getuigen specialist­en. De machocultu­ur die heerst in nogal wat diensten, maakt dat niemand dit systeem in twijfel durft te trekken. Maar het zit op zijn limieten. Het is niet meer veilig voor de artsen én voor de patiënt. “We hebben dit veel te lang verborgen willen houden”, zegt Eric Boydens van de hulporgani­satie Doctors4Do­ctors. “Het wordt tijd dat we ons durven af te vragen hoe gezond onze dokters nog zijn.”

 ?? FOTO RR ?? “Er zijn te veel depressies en zelfmoorde­n onder collega’s”, zegt Jan Stroobants, voorzitter van de Belgische spoedartse­n.
FOTO RR “Er zijn te veel depressies en zelfmoorde­n onder collega’s”, zegt Jan Stroobants, voorzitter van de Belgische spoedartse­n.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium