“Niet veel om ons aan op te trekken”

Nijlen pakte in de slotminuut op het veld van Hoeilaart zijn eerste puntje dit seizoen, maar daar was niemand echt blij mee. De ploeg speelde geen denderende match.

“We begonnen nochtans goed”, vertelt Willem Brouwers. “In de openingsfase kregen we enkele kansen en al snel bracht Thompson ons op voorsprong. Maar daarna was het ineens een pak minder. Onverklaarbaar eigenlijk. Op een eerder domme manier maakte Hoeilaart dan gelijk en net voor rust kwam de thuisploeg zelfs op voorsprong. In de kleedkamer wisten we dat het niet goed was. Maar we wilden dat in de tweede helft rechtzetten. En opnieuw konden we snel scoren, nu via Trenson. We wilden meer, maar het kwam er niet echt uit, we vergaten te voetballen. Net voor tijd kwam Hoeilaart opnieuw op voorsprong en leken we zonder punten terug de bus op te moeten. Maar in blessuretijd kon ik toch nog gelijk maken. Maar met een punt kunnen we niet echt tevreden zijn.”

Nijlen heeft zo zijn start gemist. Het pakte een op zes en dat is veel minder dan de blitz-start van vorig seizoen.

“Dat weten we zelf goed genoeg, de sfeer na afloop van de match was ook niet uitbundig. Iedereen was stil, want dit was geen goede match van ons. Hoeilaart is een ploeg waartegen Nijlen altijd moet winnen, maar vandaag zat dat er nooit in en die wetenschap zorgt ervoor dat niemand met dit punt tevreden is. Je kan zeggen dat een punt pakken in de slotminuut beter is dan niks, maar het is tegen deze tegenstanders dat we de drie punten moeten pakken. Vorige week verloren we tegen Diest, maar toen speelden we een heel sterke match. Toen konden we ons optrekken aan het spel. De uitslag was het enige negatieve aan die avond. Vandaag is er echter niet veel positiefs om ons aan op te trekken. Maar we moeten niet bij de pakken blijven zitten. We weten dat we beter kunnen dan wat we vandaag getoond hebben en moeten dat volgende week gewoon laten zien. Dan spelen we thuis tegen Leopoldsburg, die hebben ook een punt. Dan moeten we zeker winnen, want we mogen de aansluiting met de rest niet verliezen.”