Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Schoentje wringt achterin
Club lijdt op Le Canonnier eerste puntenverlies dit seizoen
Het was niet de slechtste wedstrijd van Club Brugge onder Ivan Leko, zeker niet. Maar als je vooraf vol trots verkondigt dat er twee weken zéér goed gewerkt is, mag er toch op meer gehoopt worden. Club verloor bij Moeskroen niet alleen door een gebrek aan efficiëntie of een falende scheidsrechter, het creëerde gewoon niet genoeg. Toonbeeld van dit alles: de achterhoede. Flaterend – de doelman – en op één man na – Stefano Denswil – dramatisch in de opbouw. Problematisch voor het voetbal dat Leko wil brengen.
Stevig hoor, dat fluitconcert van de meegereisde
b Bruggelingen na een dik uur voetballen. Saulo Decarli had voor de zoveelste keer een bal terug naar Ethan Horvath gespeeld. De Zwitser zag geen oplossingen, durfde een risicovolle bal niet aan, worstelde bovendien vaak met zijn passes en controles. “We wisten hoe we hen moesten vastzetten”, grinnikte Mircea Rednic toen hem gevraagd werd of het toeval was dat Moeskroen amper druk zette toen Decarli de bal had. “Ze hebben goed naar ons gekeken”, voegde Stefano Denswil daaraan toe. Ruud Vormer: “De tegenstanders beginnen ook te weten hoe wij spelen.” Veelzeggend.
De Belgische competitie begint het Club Brugge van Ivan Leko goed te kennen. Het 3-5-2-systeem, de looplijnen op de flanken en voorin, de verplichte opbouw van achteruit. Of ze er nu voor gemaakt zijn of niet, Leko verwacht van zijn drie centrale verdedigers een grote voetballende bijdrage. En als ze dat niet brengen, dan moeten ze blijven proberen tot het lukt. Trial
and error, laat de tegenstander ondertussen maar alles vastzetten. De hoop bij dit alles: elke week zal het sowieso een tikkeltje beter gaan. Niet tegen Moeskroen. Met name Decarli en Brandon Mechele zweetten, zwoegden en struikelden. Opbouwen lukte amper. “Niemand is blind, hé”, zag ook Leko na de wedstrijd het probleem. “Voor verdedigers is het makkelijk om de bal gewoon naar voren te trappen, maar wij willen nu eenmaal op een andere manier voetballen. Op defensief vlak kun je een verdediger makkelijk trainen, maar als je offensief automatismen wil aanbren- gen, kost dat tijd en vergt dat vertrouwen.”
Als je er al van uitgaat dat de betreffende spelers het in zich hebben. Mechele krijgt al sinds de start van het seizoen kritiek over zijn gebrek aan uitvoetballende mogelijkheden, terwijl de bijna tweevoetige en complete verdediger Decarli aan Le Canonnier simpelweg kopje-onder ging. Kwam daar nog eens bij dat Ethan Horvath in de fout ging bij het tweede tegendoelpunt – “die individuele foutjes, die moeten er toch eens uitgaan”, zuchtte Leko – en zo nog meer schaduw wierp over de verdediging.
Alleen Stefano Denswil – die Ajax-opleiding, hé – acteerde op niveau. “Ik heb na de transferperiode de klik gemaakt”, aldus de Nederlander. “Het is leuk dat jullie zeggen dat ik het goed heb gedaan”
Stel je maar eens voor dat die net als Bjorn Engels op de slotdag van de transfermarkt nog voor een vertrek had gekozen. Dan had Leko achterin pas echt een zwaar probleem gehad, wetende dat een goed voetballende verdediger als Benoît Poulain nog steeds in de lappenmand ligt. “We weten perfect welk profiel van verdedigers we hebben”, zei de Kroaat. “Het is misschien soms niet makkelijk voor hen, maar we willen snel en risicovol opbouwen van achteruit. Daarop moeten we blijven werken.”
Gefluit van de eigen fans
Allemaal goed, al is en blijft tijd de grootste vijand van Leko. De Europese uitschakeling zorgde voor een serieuze smet op zijn blazoen en het eerste puntenverlies in de eigen competitie zal sowieso ook sporen nalaten. De fans hekelden alvast het gebrek aan kansen of vlot voetbal na rust. Toen Leko na de match langs de Brugse supporters de catacomben opzocht kreeg hij gefluit over zich heen. Zijn spelers werden getrakteerd op applaus. Opvallend.
Een eyeopener, zo kun je het Brugse bezoek aan Le Canonnier het best omschrijven: als het even wat tegenzit, beschikt Club Brugge niet over de kracht en de macht om alsnog de volle buit binnen te halen. Ook niet na twee weken hard werken tijdens de interlandbreak. Het beginnersgeluk is opgebruikt. Echt goed beginnen voetballen is meer dan ooit de opdracht.
GUILLAUME MAEBE, JUNIOR VERBEEKE