Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Alle kindjes stellen het goed”
De OCMWvoorzitters die er iets over kwijt willen, houden een warm gevoel over aan hun periodes als voogd van een vondeling. In meerdere gevallen hebben ze nog steeds contact met de adoptieouders of volgen ze de situatie van de kinderen vanop een afstand op.
Het was toenmalig OCMW-voorzitster Monica De Coninck (sp.a) die in 2004 de eerste voogd van een Antwerpse vondeling werd. Het meisje dat in Merksem aan een woning werd achtergelaten kreeg de naam Emma. Ruim dertien jaar later heeft het meisje de knuffelpop die ze toen van De Coninck kreeg nog steeds. De voormalige OCMW-voorzitster houdt ook nog steeds contact met de familie die zich over het meisje ontfermde. “Ze is nu dertien jaar oud, een groot meisje”, aldus De Coninck. “Recent kwam ik haar ouders nog tegen. Het is dan fijn om nog eens een foto te zien.”
Contact met Emma zelf heeft De Coninck niet meer gehad. “Ik volgde de kinderen van wie ik voogd was drie jaar lang intens op”, legt ze uit. “Daarna zag ik ze niet meer.” Een bewuste keuze. “Ik wilde niet dat ze me zouden herkennen en dat ze vragen zouden stellen aan hun ouders.”
De verschillende voogden zijn opgetogen dat alle kinderen het goed stellen. “Het zijn allemaal warme, mooie verhalen”, luidt het.
Jaarlijkse attentie
Huidig OCMW-voorzitter Fons Duchateau (N-VA) besliste recent om niet meer te spreken over de afzonderlijke kindjes. Sinds het begin van zijn mandaat werd hij al zeven keer als voogd van een vondeling aangesteld. In het verleden liet hij optekenen dat bij elke vondeling zijn kinderen thuis in hun speelgoedbak keken naar wat ze als cadeau konden geven. “Ik ben van plan om jaarlijks, op de dag dat de kindjes te vondeling zijn gelegd, een attentie over te maken. Voor zover dat niet gaat indruisen tegen de privacy van het adoptiegezin”, zei Duchateau nog in 2015.